Hersenen en intelligentie
-
Boek van Dick Swaab
Afgelopen weekeinde heb ik me intensief beziggehouden met de wonderlijke wereld van het menselijke brein. Ik heb namelijk het boek ‘Wij zijn ons brein, van baarmoeder tot Alzheimer’ van professor Dick Swaab gelezen. Zondagavond heb ik met belangstelling gekeken naar de aflevering “Zomergasten” van de VPRO op Nederland 2, die helemaal in het teken stond van Nederlands bekendste hersenwetenschapper. Swaab komt over als een vriendelijke man die in alle rust en met een groot gezag boodschappen verkondigt waar ik me niet in kan vinden, namelijk dat we ontstaan zijn door toeval, dat we ons brein zijn, dat ons bewustzijn voortkomt uit onze hersenen en dat we geen vrije wil hebben.
Toen ik in 1988 en 1989 mijn vervangende dienstplicht deed bij een organisatie voor wetenschapsvoorlichting heb ik als documentalist diverse artikelen over professsor Swaab uit de toen nog dikke wetenschapsbijlagen van landelijke dagbladen geknipt om ze vervolgens te archiveren. In die tijd stond Swaab sterk in de belangstelling omdat hij had aangetoond dat de seksuele geaardheid van een mens bepaald wordt door de hersenen. Zo blijken homoseksuele mannen een grotere hypothalamus te hebben dan heteroseksuele mannen. Velen waren het daar niet mee eens omdat dit in strijd is met de opvatting dat alles maakbaar is. Zelf heb ik er geen enkele moeite mee om dat te geloven. Er zijn mensen die op basis van de handen of het gelaat van iemand heel veel over die persoon kunnen zeggen. Zo kan ik me voorstellen dat iemand die daarin getraind is ook aan de hand van de hersenen van iemand rake karakterbeschrijvingen kan geven. Swaab komt op mij over als een consciëntieus wetenschapper die betrokken is bij de maatschappij en vanuit uit zijn kennis zoekt naar oplossingen voor maatschappelijke problemen.
Ik vind dat professor Dick Swaab en de onderzoekers die onder zijn leiding hebben gewerkt fantastisch werk hebben gedaan. Het lijvige boek ‘Wij zijn ons brein’ van maar liefst 480 bladzijden kan met recht een standaardwerk worden genoemd. Het is boeiend en hier en daar humoristisch geschreven en belicht heel veel facetten van de hersenen in relatie tot individuele en maatschappelijke problemen. Ik heb er veel uit geleerd over de anatomie en fysiologie van de hersenen. Het leuke van het boek van Swaab is dat zijn boek niet allen gebaseerd is op resultaten van wetenschappelijk onderzoek, maar ook op dingen die hij als hoogleraar neurobiologie en directeur van het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek heeft meegemaakt. Toch heb ik een essentieel punt van kritiek: het is geschreven vanuit een materialistisch paradigma dat niet meer van deze tijd is.
Dick Swaab is met zijn materialistische, mechanistische, deterministische en defaitistische uitgangspunten en conclusies duidelijk een product van het vissen-tijdperk. Aquarius-invloeden zoals die duidelijk te ervaren zijn in het werk van onderzoekers als Pim van Lommel (met wie Swaab in zijn boek de vloer aanveegt), Rupert Sheldrake, Masaru Emoto en Bruce Lipton ontbreken in het boek volkomen. Tijdens het lezen van het boek kwam hij ook een beetje op mij over als een spreekbuis van de farmaceutische lobby omdat zijn ideeën aansluiten bij de belangen van de farmaceutische industrie.
De titel van het boek zegt alles over de opvatting van Swaab “Wij zijn ons brein”. Dan vraag ik me af ” Wie zijn wij?”. Over mezelf zou ik niet willen zeggen “Ik ben mijn brein”. Ik beschouw mijn hersenen als een uiterst belangrijk aspect van het instrument dat ik mijn lichaam noem. Ik identificeer me dus niet met met hersenen, maar zie ze als een beperkte afspiegeling van mijn wezen. Natuurlijk besef ik maar al te goed dat de structuur en de werking van mijn hersenen bepalend zijn voor hoe ik me in deze wereld manifesteer. Swaab gaat uit van het materialistische standpunt dat bewustzijn het gevolg is van materie. Ik, en gelukkig ook vele anderen, gaan uit van het spirituele standpunt dat bewustzijn ten grondslag ligt aan alle manifestatie. Professor Dick Swaab schrijft in het hoofdstuk met de conclusies het volgende.
Wij komen ter wereld met hersenen die door een combinatie van onze genetische achtergrond en de programmering gedurende de ontwikkeling in de baarmoeder uniek zij geworden en waar onze karaktereigenschappen, talenten en beperkingen al voor een belangrijk deel zijn vastgelegd. Dit geldt niet alleen voor het IQ, het ochtend- of avondmens zijn, de mate van spiritualiteit, neurotisch, psychotisch, agressief, antisociaal en non-conformistisch gedrag, maar ook voor de kans die we lopen op hersenziekten zoals schizofrenie, autisme, depressie, en verslaving. Zijn we eenmaal volwassen, dan zijn er grote beperkingen aan de modificeerbaarheid van onze hersenen en liggen onze eigenschappen vast. De bouw van onze hersenen die zo tot stand is gekomen bepaalt hun functie, wij zijn ons brein.
We zitten door onze genetische achtergrond en alle factoren die vervolgens op onze vroege hersenontwikkeling hun permanent effect hebben gehad vol met ‘interne beperkingen’ en zijn dus niet vrij om te besluiten te veranderen van gender-identiteit , seksuele oriëntatie, het niveau van onze agressie, van ons karakter, religie of van onze moedertaal. Dit is geen nieuw concept, en ik ben hiermee in goed gezelschap.
Voor zover ik kan nagaan zijn de bevindingen van Swaab juist. De conclusies die hij eraan verbindt deel ik niet. Ik kan ‘Wij zijn ons brein’ van harte aanbevelen aan iedereen die belangstelling heeft voor de werking van de hersenen. Als tegenwicht zouden lezers ook het boek ‘De biologie van de overtuiging’ van celbioloog Bruce Lipton moeten lezen omdat daarin wetenschappelijk werk wordt beschreven dat leidt tot heel ander conclusies. Op de achterkant van dat boek staat:
Dr. Bruce Lipton deed uitgebreid onderzoek naar de moleculaire processen waarmee cellen informatie verwerken. Daaruit bleek dat het niet de genen zijn die ons gedrag bepalen, maar dat de genen worden aan- en uitgezet door externe factoren. Ze worden getriggerd door onze waarnemingen en onze gedachten en overtuigingen. Professor Lipton toont aan dat onze overtuigingen, of ze nu waar zijn of niet, positief of negatief, de activiteit op genetisch niveau beïnvloeden en zelfs onze genetische code kunnen veranderen. Dr. Liptons uiterst hoopvolle bevindingen worden beschouwd als een van de grote doorbraken in de nieuwe wetenschap. Het lijkt erop dat we ons bewustzijn zodanig kunnen trainen dat we gezonde overtuigingen kunnen scheppen. Daarmee hebben we de sleutel in handen tot een gezonder en gelukkiger leven.
Het leuke van ‘Wij zijn ons brein’ is dat je het boek niet van voren naar achteren hoeft te lezen om het te kunnen volgen. De hoofdstukken kunnen los van elkaar worden gelezen. Zelf ben ik begonnen in hoofdstuk 16: “Neurotheologie: hersenen en religie”. Daaruit bleek al direct wat voor ‘vlees ik in de kuip had’, om maar eens een materialistische uitdrukking te gebruiken. Hieronder volgt een overzicht van de hoofdstukken van ‘Wij zijn ons brein’.
1. Inleiding
2. Ontwikkeling, geboorte en ouderzorg
3. Het bedreigde foetale brein in de ‘veilige’ baarmoeder
4. Seksuele differentiatie van de hersenen in de baarmoeder
5. Puberteit, verliefdheid en seksualiteit
6. Hypothalamus: overleven, hormonen en emotie
7. Verslavende stoffen
8. Hersenen en bewustzijn
9. Agressie
10. Autisme
11. Schizofrenie en andere redenen voor hallucinaties
12. Reparatie en elektrische stimulatie
13. Hersenen en sport
14. Moreel gedrag
15. Het geheugen
16. Neurotheologie: hersenen en religie
17. Er is niet meer tussen hemel en aarde…
18. De vrije wil, een plezierige illusie
19. De ziekte van Alzheimer
20. Dood
21. Evolutie
22. Conclusies
23. Dankwoord
24. Register
-
Hersengolven
Ieder levend mens produceert hersengolven. Bij diverse medische, fysiologische en psychologische onderzoeken worden hersengolven gemeten. Uit het patroon kunnen conclusies worden getrokken ten aanzien van het bewustzijn van degene wiens hersengolven worden gemeten.
Onze hersenen kunnen functioneren dankzij elektrische stroompjes. In 1924 ontdekte Hans Berger dat deze stroompjes fluctuaties vertonen en het karakter hebben van een golf, die wordt gekenmerkt door een bepaalde frequentie en amplitude. Berger maakte een onderscheid tussen de wat langzame alfa-golven en de de snellere beta-golven. Later bleek dat er ook nog andere hersengolven bestaan.
Tegenwoordig wordt het spectrum van de hersengolven onderverdeeld in (van langzaam naar snel) delta, thèta, alfa, SMR (senso motorisch ritme), bèta en gamma. Meestal overheerst op een bepaald moment een van deze type golven, maar het is ook mogelijk dat ze gelijktijdig aanwezig zijn. Een topsporter dient bijvoorbeeld gelijktijdig volledig actief te zijn (een toestand die bèta golven vereist), volkomen geconcentreerd (een toestand die alfa golven vereist) en tevens spontaan en vrij (een toestand die thèta golven vereist).
Deltagolven hebben een frequentie van van o tot 4 trillingen per seconde (Herz, afgekort Hz) en komen veel voor bij baby’s. Ze ontstaan ook tijdens een diepe droomloze slaap. De meeste mensen ervaren deze toestand niet bewust. Sommige mensen die zeer geoefend zijn in mediteren kunnen deze toestand wel bewust ervaren.
Thètagolven hebben een frequentiebereik van 4 tot 8 Hz en komen vaak voor bij kinderen, tijdens het dagdromen, bij een lichte slaap en bij een trance (hypnose). Dit frequentiegebied wordt ook geassocieerd met meditatie, intuitieve probleemoplossing , creativiteit en verbeeldingskracht.
Alfa golven hebben een frequentiebereik van 8 tot 12 Hz. Deze golven komen voor bij mensen vanaf het tweede jaar en geven aan dat iemand op een ontspannen wijze alert is. Wie alfa golven produceert ervaart die toestand als ontspanning, rust en een zekere mate van tevredenheid. Het is heel goed mogelijk om in deze toestand productief werkzaam te zijn.
SMR-golven hebben een frequentiebereik van 12 tot 16 Hz en hebben te maken met fysieke rust en sensomotorische bewustzijn. Vroeger waren ze deel van het bèta-golvenfrequentiebereik. Ze worden gemeten en gebruikt bij een therapie die bekend staat als neurofeedback, en ze hebben bijgedragen tot de ontdekking van het feit dat epilepsie hiermee kan worden gestabiliseerd.
Bèta golven hebben een frequentiebereik van 16 tot 30 Hz. We zitten op deze golflengte wanneer we wakker en alert zijn en logisch denken. In deze toestand ervaren we ook angst, stress, spanning, rusteloosheid en irritatie.
Gamma golven hebben een frequentiebereik van 30 tot 80 Hz. Ze hebben te maken met een sterke mentale activiteit zoals intense waarneming, oplossen van moeilijke problemen en grote angst.
Veranderingen in de hersengolven kunnen tot stand komen door:
* meditatie
* toepassing van ademhalingstechnieken
* mentale of emotionele ervaringen
* beweging en uitputting
* uiterlijke zintuiglijke input (met name licht en geluid)
* het gebruik van bepaalde medicijnen en/of drugs
Diverse psychische en lichamelijke klachten kunnen verminderen of verdwijnen door te leren andere hersengolven te produceren. Dat is mogelijk met onder andere een behandelmethode die bekend staat als neurofeedback.
-
Het Flynn-effect
n deze sinterklaastijd mag ik een aantal goochelshows verzorgen op sinterklaasfeesten. Ik vind het geweldig om deze oude liefhebberij van mij zo nu en dan nog kunnen uitoefenen. Mijn eerste echte kindervoorstelling gaf ik al toen ik 14 was. Nu - 32 jaar later – merk ik heel duidelijk dat de kinderen van nu slimmer zijn dan de kinderen van toen. Bepaalde trucs die ik destijds met succes kon doen, heb ik uit mijn repertoire gedaan omdat de kinderen de goocheltrucs snappen.
In de sociale wetenschappen is het een bekend verschijnsel dat kinderen slimmer worden. Dit fenomeen staat bekend als het Flynn-effect. Het is genoemd naar James Flynn, een Nieuw-Zeelands psycholoog die daar voor het eerst onderzoek naar deed. Het effect werd later herhaaldelijk geconstateerd door onderzoekers in de Verenigde Staten en Azië, maar ook in Vlaanderen en Nederland. Via de bovenstaande diashow, kan een interview met James Flynn worden beluisterd.
Op Wikipedia worden de volgende mogelijke verklaringen voor het Flynn-effect genoemd.
* Wordt de mensheid slimmer? Misschien hebben intelligente mensen een evolutionair voordeel?
* Door betere voeding en hygiëne stijgt het algemene conditiepeil, dus ook de intelligentie.
* Betere scholing heeft een positieve invloed op IQ en het IQ van kinderen opgevoed door geschoolde ouders.
* Heeft de afname van het aantal mishandelde kinderen door een grotere maatschappelijke aandacht voor dit probleem een positieve invloed op IQ?
* Worden de mensen bedrevener in het afleggen van intelligentietesten, door een betere scholingsgraad?
* De vragen van veelgebruikte intelligentietesten geraken verspreid en gekend, zodanig dat een volgende proefpersoon niet meer “een nieuw probleem” moet oplossen (zoals oorspronkelijk bedoeld), maar een reeds min of meer vertrouwd probleem.
* Daling van gezinsgrootte waardoor er meer aandacht is voor individuele kinderen
Ik geloof zeker dat al deze zaken een rol kunnen spelen. Ik mis echter de mogelijke verklaring dat er in het collectief onbewuste van de mensheid steeds meer kennis en informatie opgeslagen ligt. De kinderen van deze tijd hebben, net als wij volwassenen, toegang tot dat veld, dat verband houd met het zero point field of nulpuntsenergieveld waar Lynne McTaggert over schrijft en spreekt.
-
Meervoudige intelligenties
n 2002 mocht ik meehelpen aan het organiseren van een symposium over spirituele intelligentie. Ik heb toen een toespraak geschreven waarin ook kort werd ingegaan op intelligentie in het algemeen. Bij mijn voorbereiding stuitte ik op een artikel uit Elsevier over de theorie van meervoudige intelligenties zoals die in de jaren tachtig is ontwikkeld door de Amerikaanse hoogleraar Howard Gardner. Op dat moment begon die theorie enige bekendheid te krijgen in Nederland.
Inmiddels hebben hebben vele onderwijsorganisaties het concept omarmd en hun werkwijzen afgestemd op deze theorie van meervoudige intelligenties. Daarbij worden er acht en soms negen verschillende intelligenties onderscheiden:
* verbaal/linguïstische intelligentie (woordslim)
* logisch/mathematische intelligentie (rekenslim)
* visueel/ruimtelijke intelligentie (beeldslim)
* muzikaal/ritmische intelligentie (muziekslim)
* lichamelijke/kinesthetische intelligentie (beweegslim)
* interpersoonlijke intelligentie (mensenslim)
* intrapersoonlijke intelligentie (zelfslim)
* natuurgerichte intelligentie (natuurslim)
* existentiële intelligentie (bestaansslim)
Gardner definieert intelligentie als de bekwaamheid om problemen op te lossen of om iets wat bestaat aan te passen aan veranderende omstandigheden. Mensen blijken dat op verschillende manieren te doen. Dat komt door de wijze waarop zij gebruik maken van een reeks verschillende intelligenties. Die zijn voor ieder persoon even uniek als een vingerafdruk. De mate waarin ze onderling in sterkte, mogelijkheden en samenwerking variëren, verschilt van mens tot mens. Existentiële intelligentie houdt verband met onder andere zingeving en spiritualiteit. Voorbeelden van mensen met een hoge existentiële intelligentie zijn bijvoorbeeld Mahatma Gandhi, Martin Luther King en Moeder Theresa. Gardner twijfelt nog of dit volgens zijn normen als een intelligentie kan worden beschouwd.
Ieder mens heeft dus zijn eigen profiel van onderling op elkaar inwerkende intelligenties. Elke intelligentie kan aan sterkte winnen, maar natuurlijk is daar wel een grens aan. Intelligenties kunnen dus tot op zekere hoogte worden ontwikkeld. Neurologisch onderzoek bij onder andere oorlogsveteranen met een hersenbeschadiging bood steeds sterkere aanwijzingen voor het bestaan van deze vermogens of intelligenties. De theorie over de meervoudige intelligenties is zo populair geworden in het onderwijs omdat er tegemoet kan worden gekomen aan de verschillen die er tussen kinderen bestaan.
De vraag is niet meer: ‘Hoe intelligent ben jij?’ Maar: ‘Hoe ben jij intelligent?’
-
Spirituele intelligentie
oor mij is het al heel lang duidelijk dat er zoiets bestaat als spirituele intelligentie. Grote leraren van de mensheid zoals Boeddha, Lao Tse en Jezus beschikten over een intelligentie van een heel andere dimensie dan de meeste andere mensen. Maar wat is dat voor intelligentie? Mensen die spiritueel intelligent zijn leven vanuit hun diepste innerlijk dat verbonden is met dat wat we de Oorsprong, de Bron, het Licht of God kunnen noemen.
In 2002 kocht ik het boek ‘Spirituele intelligentie, de kwaliteit die grenzen verlegt’. De inhoud viel me wat tegen. De auteurs kaarten interessante onderwerpen aan, maar een heldere visie, bezieling en structuur ontbreken naar mijn inzien. Het boek komt op mij tamelijk fragmentarisch over.
De auteur, Danah Zohar, schrijft dat de traditionele intelligentietest vooral rationele intelligentie meet. Daarnaast is er natuurlijk sociale intelligentie. Bij spirituele intelligentie gaat het volgens de auteur om de diepere zin van het bestaan, het vragen daarnaar en het beleven daarvan. Deze vorm van intelligentie gaat de andere te boven en omvat ze in zekere zin. Het spiritueel intelligentiequotiënt (SQ) is geen getal zoals dat uit testresultaten voortkomt, maar een speelse benaming voor deze derde soort intelligentie die alles te maken heeft met spiritualiteit, religiositeit, het zoeken naar het ware Zelf etc.
Volgens Zohar zijn er aanwijzingen dat deze speciale intelligentie over een bepaald neuraal systeem in de hersenen beschikt. De wetenschap hieromtrent staat echter nog in de kinderschoenen. Een “hoog SQ” gaat samen met veel zelfinzicht en -bewustzijn en een zuivere moraal. Aanwijzingen voor een hoog ontwikkeld SQ zijn onder andere:
* het vermogen om flexibel te zijn (actieve en spontane aanpassing)
* een hoge graad van zelfbewustzijn
* het vermogen om het lijden onder ogen te zien en ten goede aan te wenden
* zich laten inspireren door visies en waarden
* de onwil onnodig leed te veroorzaken
* de neiging verband te zien tussen uiteenlopende dingen (holistisch denken)
* een uitgesproken neiging om vragen als ‘waarom’ of wat gebeurt er als …?’ te stellen en naar ‘fundamentele’ antwoorden te zoeken
* ‘veld-onafhankelijk’ te zijn: het vermogen hebben om tegen conventies in te gaan.
In de bovenstaande video gaat Danah Zohar in op spirituele intelligentie. Ook noemt zij voorbeelden van bedrijven die bewust gebruik maken van deze kwaliteit.