en de fr es

Home Alfabet Categorieën Link aanmelden Link wijzigen Adverteren Login Contact

Beïnvloeden

  • Communicatie bij NS Dit jaar ontving ik regelmatig e-mails van de Nederlandse Spoorwegen die zijn ondertekend door Erik Beenen, directeur consumentenmarkt van de NS. Hij brengt me op de hoogte van ontwikkelingen die voor mij als treinreiziger van belang zijn. Een goed initiatief. Ik maak al zo’n dertig jaar intensief gebruik van de trein en constateer dat de communicatie van de Nederlandse Spoorwegen naar de reizigers enorm is verbeterd. De NS halen allerlei technieken uit de kast om zodanig met reizigers te communiceren, dat zij meer begrip kunnen opbrengen voor de grootste spoor-exploitant van Nederland. Voor studenten communicatie zijn de Nederlandse Spoorwegen een prachtige bron om van te leren. Dat wil niet zeggen dat de NS nu een schoolvoorbeeld is op dit gebied. Zo is er bijvoorbeeld nog lang geen sprake van treinreiziger 2.0 . De Nederlandse Spoorwegen zijn nog nauwelijks actief op het gebied van sociale media. Gisteren kreeg ik de onderstaande e-mail van Erik Beenen: Geachte heer Landman, Vandaag was het volop winters weer. De sneeuw en ijzel heeft iedereen die onderweg was parten gespeeld. Ook het treinverkeer heeft last gehad van het winterweer. Onze mensen doen er alles aan om iedereen op de gewenste bestemming te brengen. De weersvooruitzichten zijn dat de winterse buien de komende dagen aanhouden. Daarom geldt vanaf zaterdag een aangepaste dienstregeling. Er rijden minder stoptreinen en Intercity’s. Doordat er minder treinen rijden kunnen de treinen voller zijn dan normaal. Het is verstandig om rekening te houden met langere reistijden. Kijk voor vertrek voor meer reisinformatie op www.ns.nl, teletekst pagina 751, www.mobiel.ns.nl of Reisplanner Xtra. Met vriendelijke groet, Erik Beenen Directeur Consumentenmarkt Interessant om zo’n e-mail bericht eens te analyseren. Op de eerste plaats waardeer ik het dat een directeur van de NS mij persoonlijk op de hoogte stelt van informatie die voor mij belangrijk kan zijn. De komende dagen ga ik geen gebruik maken van de trein, maar gisteren heb ik zelf ondervonden dat de dienstregeling door de sneeuw en ijzel danig was verstoord. Ik was gisterenochtend gelukkig ruim op tijd voor mijn optreden in Noord-Oost Groningen, want de heenreis verliep precies zoals gepland. De terugreis duurde echter twee uur langer dan de gewone dienstregeling aangeeft. Van Amersfoort tot Utrecht heb ik moeten staan terwijl ik een eersteklas kaartje had. Nu vond ik dat allemaal niet zo’n ramp, want ik had die dag geen andere optredens meer en de avondafspraak voor deelname aan een vergadering was geannuleerd in verband met de sneeuw. Mensen doen het liefst zaken met mensen. Daarom vind ik het een goede zaak dat Erik Beenen mij steeds e-mails stuurt. De e-mails van Erik Beenen zijn echter wel duidelijk gericht op zenden, en niet op uitwisseling. Het terugsturen van een e-mail wordt ontmoedigd. Als ik hem een e-mail terug wil sturen, lukt dat waarschijnlijk niet want mijn reactie zou gaan naar noreply@ns.nl . Nu kan ik me het heel goed voorstellen dat hij geen berichten wil lezen van mensen die reageren, maar vanuit PR-overwegingen zou het wel goed zijn om mensen het gevoel te geven dat ze gehoord worden. Bovendien kun je leren van reacties van mensen. Als ik Beenen was, zou ik daarom meer open staan voor reacties. Het lezen van e-mails het het reageren daarop kan natuurlijk worden gedaan door een andere medewerker van de NS. Uit het LinkedIn-profiel van Erik Beenen blijkt dat hij sinds februari 2008 eigenaar is van een adviesbureau: Bureau voor Commerciële Strategie (BCS). Via internet kon ik wel het adres (in Barendrecht), maar geen website vinden. Dat vind ik op zich een goede zaak, want als je directeur bent in loondienst van een bedrijf dat iedereen kent en als zodanig naar buiten treedt, komt het niet goed over als duidelijk blijkt dat je daarnaast nog een eigen onderneming runt. Maanden geleden heb ik Erik Beenen uitgenodigd voor mijn LinkedIn netwerk naar aanleiding van een brief met een aanbod om een keer eerste klas te reizen tegen tweedeklas tarief ter “compensatie” van de grote problemen die de NS de vorige winter heeft gehad. Die uitnodiging heeft hij vooralsnog niet geaccepteerd. Dat is natuurlijk zijn goed recht. Diverse ministers die ik had uitgenodigd zijn wel een LinkedIn connectie met me aangegaan. Als ik directeur consumentenmarkt zou zijn van de Nederlandse Spoorwegen, overigens geen functie die ik ambieer, zou ik meer actief posten op bepaalde sociale media, waaronder een weblog, Twitter en Facebook. Erik Beenen heeft wel een Twitter account, maar heeft slechts één tweet geplaatst en is nog niet uit het ei gekropen (als je nog geen foto hebt geplaatst in je Twitter-profiel, wordt er een ei weergegeven). Een gemiste kans. Het beheer van die sociale media kan natuurlijk worden gedelegeerd. Terug naar de genoemde e-mail. Daarin wordt impliciet gebruik gemaakt van drie van de zes bekende beïnvloedingsprincipes van Cialdini. 1. Sympathie. Erik Beenen stuurt mij regelmatig e-mails met relevante informatie. Dat vind ik vriendelijk van hem, waardoor ik ook meer respect krijg voor de Nederlandse spoorwegen. 2. Sociaal bewijs. De sneeuw en ijzel heeft iedereen die onderweg was parten gespeeld. Dan is het dus niet gek dat ook het treinverkeer ontregeld was. De redenering klopt niet, want reizen per spoor is toch wezenlijk anders dan reizen op de weg, maar dat maakt bij het overtuigen niet uit. 3. Commitment en consistentie. Het is fijn om te weten dat mensen zich inspannen om alles zo goed mogelijk te laten verlopen: “Onze mensen doen er alles aan om iedereen op de gewenste bestemming te brengen.” Op zondag 10 oktober heeft de NS proefgedraaid met een ‘winterdienstregeling‘ die kan worden ingezet bij extreme weersomsandigheden. De NS komt die “belofte” na door de komende dagen inderdaad te gaan werken volgens die beperkende regeling. Verder is het leuk om even stil te staan bij het taalgebruik. Door te communiceren in de lijdende vorm en de boodschappen zakelijk en onpersoonlijk te houden krijgen lezers meer sympathie. Ook het treinverkeer heeft last gehad van het winterweer… komt positiever over dan: Tienduizenden reizigers zijn gisteren de dupe geworden van het feit dat de Nederlandse Spoorwegen nog steeds niet goed voorbereid zijn op winterse weersomstandigheden. Doordat er minder treinen rijden kunnen de treinen voller zijn dan normaal... komt positiever over dan: Houd u er rekening mee dat de kans groot is dat u geruime tijd moet staan in volle treinen, ook als u een eersteklas kaartje heeft. Het is verstandig om rekening te houden met langere reistijden... klinkt beter dan: U krijgt te maken met forse vertragingen. Het woord vertraging wordt door de Nederlandse Spoorwegen zo weinig mogelijk gebruikt. Vroeger hoorde op stations ik vaak omroepberichten in de trant van: Dames en heren, de intercitytrein naar Den Haag van 16.48 uur heeft tot onze spijt een vertraging van ongeveer vijf minuten. Als je na zo’n boodschap om je heen keek zag je dat veel mensen op het perron baalden. Tegenwoordig klinken er vriendelijke omroepberichten in de vorm van bijvoorbeeld: Dames en heren, de intercitytrein naar Den Haag van 16.48 uur vertrekt over ongeveer één kwartier. De mensen op het perron zijn dan blij om te horen dat de trein naar Den Haag inderdaad vertrekt en dat ze maar een kwartiertje later zullen aankomen. Naast de oproepberichten is natuurlijk ook de website van groot belang voor de wijze waarop reizigers de Nederlandse Spoorwegen ervaren. Ik ben even naar www.ns.nl gegaan en zag daar een gezellig plaatje dat me doet denken aan een kerstkaart met de tekst: Winter op het spoor. Komende dagen rijden we een aangepaste dienstregeling. Heel uitnodigend om er in de winter lekker met de trein op uit te gaan! Gisteren heb ik ongeveer een uur staan wachten op station Amersfoort tot er een trein naar Utrecht ging. Tot vervelens toe werd er omgeroepen dat het mogelijk was om gratis koffie of thee te krijgen bij de Kiosk en Albert Heijn to Go. Een leuke geste van de NS en een goede business voor de kiosken en Albert Heijn to Go, want mensen die gratis koffie en thee haalden kochten vaak ook iets te eten. Persoonlijk had ik meer behoefte aan gratis plassen dan aan gratis koffie of thee. Het toilet in de intercity uit Groningen was afgesloten. Daardoor voelde ik een behoorlijke aandrang om te plassen en heb dus maar geen gratis koffie of thee genomen. Weblogger Ko van Dijk schreef op 8 oktober een leuke column over de slechte toiletvoorzieningen op de stations en in de treinen, waarbij hij voorstelde om in de nieuwe sprinters Dixi’s te laten plaatsen (zie foto). De Nederlandse Spoorwegen hebben inmiddels het belang van het geven van redenen begrepen. Als er iets niet verloopt volgens planning wordt zo mogelijk genoemd waarom dat zo is. Er wordt dan bijvoorbeeld omgeroepen. * als gevolg van de extreme weersomstandigheden …. * in verband met een wisselstoring…. * in verband met een draadbreuk … * als gevolg van een aanrijding … * als gevolg van een elektriciteitsstoring… * aangezien er een goederentrein voor ons rijdt … Ik maak nogal eens mee dat conducteurs zo uitgebreid gaan uitleggen waarom een trein langzaam rijdt of stilstaat, dat het storend is tijdens het lezen of schrijven. De kernkwaliteit van het informeren gaat dan over in de valkuil van het verdedigen. Technisch gezien is het heel goed mogelijk om treinen door de sneeuw te laten rijden. Dat blijkt wel uit het onderstaande filmpje.
  • De essentie van NLP Met NLP bestudeer je de subjectieve werkelijkheid. Onze manier van waarnemen, perceptie, is gevormd door ons verleden, onze ervaringen, onze opvoeding en onze waarden en normen. NLP biedt iedereen gereedschappen, processen en inzichten om zich persoonlijk, spiritueel en professioneel te ontwikkelen. NLP technieken worden gebruikt in verschillende terreinen zoals sport, coaching, onderwijs, bedrijfsvoering, persoonlijke ontwikkeling en gezondheidszorg. NLP zorgt voor een nieuwe kijk op de werkelijkheid, voor out of the box denken. Een nieuwe kijk of perceptie geeft nieuwe mogelijkheden om jouw doelen te bereiken. NLP zorgt voor nieuwe communicatieve vaardigheden zodat de communicatie met anderen effectiever verloopt. NLP leert je minder snel te oordelen. Zowel over jezelf als over anderen. Met NLP wordt je wereld groter. Met NLP kun je onder ander het volgende bereiken: * Snel rapport (goed contact) opbouwen met anderen * Verbeterde communicatie met anderen en jezelf * De mogelijkheid anderen te inspireren en te motiveren * Het beter kunnen managen van emoties en persoonlijke rust * Afleren van inproductief gedrag en onwenselijke gewoonten * Omzetten van beperkende overtuigingen naar versterkende overtuigingen * Verhoging van creativiteit * Verbeterde leervaardigheden * Loslaten van destructieve relaties en het opbouwen van constructieve waardevolle relaties * Krachtige coaching technieken om anderen te helpen hun doelen te bereiken * Meer geloof in jezelf en je kunnen * Ontdekken of versterken van jouw levensdoel NLP heeft als uitgangspunt dat de hersenen werken als een computer. De hersenen voeren programma’s of mentale instructies uit in een bepaalde volgorde. NLP meet en identificeert de fysiologische staat (houding etc.) en de mentale strategie die iemand gebruikt op een bepaald tijdstip, en geeft daarna specifieke informatie om de fysiologie en mentale strategie te verbeteren zodat een gewenst eindresultaat ontstaat. In de onderstaande video licht Joost van der Leij dat toe.
  • Koningengedrag Van Goethem Vertoon jij koningengedrag of knechtengedrag? Als je invloed wilt uitoefenen kun je beter kiezen voor het hoge-status gedrag van koningen dan voor het lage status gedrag van knechten. Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Van obers wordt bijvoorbeeld verwacht dat zij knechtengedrag vertonen. Als een spreker lage-statusgedrag vertoont, geeft dat een ongemakkelijk gevoel bij het publiek. Dat schrijft Pacelle van Goethem (werkzaam bij Vergouwen Overduin) in haar boek ‘IJs verkopen aan eskimo’s, leer je invloed vergroten en onzichtbaar overtuigen‘. Ze wijdt in haar boek een hoofdstuk dat zij “De wet van de koning” noemt”. Daarmee bedoelt ze dat mensen gemakkelijk iemand volgen die zich gedraagt als een autoriteit. Sinds haar intrede als koningin in 1980 heeft koningin Beatrix voor zover ik kan nagaan, in publieke optredens altijd koningengdrag vertoont. Dat verwacht men ook van haar. Men verwacht het ook van een minister president. Jan Peter Balkenende was zich daarvan aan het begin van zijn carrière als premier niet van bewust. Zijn raadslieden en de publieke opinie hebben hem dat snel duidelijk gemaakt. Wanneer iemand doet alsof hij thuis is en ontspannen is, vertoont hij hoge status gedrag. Andere non-verbale kenmerken van hoge statusgedrag zijn: een rechte houding, rustig spreken en bewegen en zich duidelijk zichtbaar opstellen. Van Goethem schrijft over een continuüm met uiterst links knechtengedrag en uiterst rechts koningengedrag. Iedereen heeft een bepaalde positie op dat continuüm. De een vertoont van nature meer koningengedrag dan een ander, maar iedereen heeft een bepaalde bandbreedte waarin hij of zij zich kan verplaatsen, afhankelijk van de uiterlijke en innerlijke situatie. Onder stress en angst schuiven we op naar knechtengedrag. De mate waarin iemand overkomt als een autoriteit wordt ook sterk bepaald door de hoogte van de stem. Wanneer je overtuigend wil overkomen, doe je er goed aan om het lage bereik van je stem te gebruiken. Voor mensen die bij het overtuigen gebruik willen maken van hun stem heeft Pacelle van Goethem de volgende adviezen. * Zet punten * Veel mensen spreken doorlopend in hun hoge bereik en eindigen hun zinnen vragend. Laat je toonhoogte zakken aan het einde: zet punten na een zin. * Zeg weinig * Wij associëren stiltes met autoriteit en leiderschap. Spreek weinig, houd lange pauzes, spreek langzaam en gebruik korte zinnen. Benadruk maar een woord in een zin.
  • Kracht van "omdat" en "want" k scherm mezelf zoveel mogelijk af van reclame-uitingen. Ik kijk geen televisie, ik luister niet naar de radio en ik lees zelden kranten. Dat doe ik niet alleen om geen aandacht te schenken aan reclame, maar ook om mijn onbewuste te beschermen tegen negatieve berichten in de media die onbewust diep doorwerken en afleiden van mijn doelen. Ik wil mijn aandacht en energie richten op zaken die ik belangrijk vind en niet op wat anderen vinden dat belangrijk voor mij is. Natuurlijk kan ik niet alle reclames ontlopen. Zelf maak ik reclame voor mijn producten en diensten. Als ik reclame uitingen tegenkom, bijvoorbeeld in de vorm van advertenties in tijdschriften en billboards bij bushaltes en op stations, leer ik er soms van. Wat zou een mens kunnen drijven om bewust of onbewust actie te ondernemen op de betreffende reclame-uiting? Wat doen reclamemakers om het denken, voelen en handelen van de mensen te manipuleren? Gisteren was ik op het postkantoor om een rol postzegels te kopen voor een mailing (ook reclame!). Ik had een nummer getrokken en had enkele minuten om vrij door de grote hal van het postkantoor te lopen. Ik liep naar een groot rek met allemaal brochures van ING. De tekst op die brochures hadden allemaal dezelfde structuur: het onderwerp was vetgedrukt en daarna volgde omdat …….: Beleggen omdat u op tijd de juiste zet wilt doen Sparen omdat het nu groeit en u later de vruchten plukt Lenen omdat u soms wat meer ruimte nodig heeft Hypotheken omdat u altijd al wist hoe u wilde wonen Credit cards omdat u ‘s morgens niet weet wat u ‘s middags gaat doen Jongeren omdat je hobby wel eens je doorbraak zou kunnen worden Dat zijn geen sterke argumenten om zaken te gaan doen met ING. Dat hoeft ook niet. Het gaat erom dat er een reden wordt genoemd waarin mensen zich onbewust kunnen herkennen. Dit deed me direct denken aan een onderzoek van dr. Ellen Langer, hoogleraar psychologie aan Harvard Business University. Studenten van haar deden experimenten waarbij het erom ging om in een bibliotheek voorrang te krijgen bij het kopieerapparaat. In het eerste experiment zeiden de de studenten tegen mensen die aan het fotokopiëren waren: ‘Pardon, ik heb vijf pagina’s. Zou ik even tussendoor mogen want ik heb haast?’ In 94 procent van de gevallen werd dat verzoek gehonoreerd. In het tweede experiment lieten de studenten de reden weg: ‘Pardon, ik heb vijf pagina’s. Zou ik even tussendoor mogen?’ Daarop kreeg maar 60 procent van de studenten een positief antwoord. In het derde experiment noemden de studenten een nietszeggende reden: ‘Pardon, ik heb vijf pagina’s. Zou ik even tussendoor mogen want ik moet enkele kopieën maken? Deze keer kreeg maar liefst 93 procent van de studenten de gevraagde voorrang. De conclusie is dus dat je meer voor elkaar kunt krijgen als je een reden noemt, ook als die reden niet logisch is. De woorden “omdat”, “want” en “in verband met ” zijn dus heel krachtig. ING heeft dat begrepen. NS ook. Bij omroepberichten noemen de Nederlandse Spoorwegen al jarenlang een reden om de emoties bij treinreizigers niet te hoog te laten oplopen. Vorige maand heb ik op diverse stations vele malen gehoord: “In verband met de extreme weersomstandigheden is het treinverkeer in het hele land ernstig ontregeld.” Was dat sneeuwbuitje werkelijk zo extreem? Volgens mij viel het reuze mee. NS weet dat het belangrijk is om een reden te noemen en dat het er niet zoveel toe doet wat voor reden dat is. Of zou de reden toch wel iets uitmaken? Ik reis al heel lang heel veel met de trein, maar op stations heb ik nog nooit horen omroepen: “In verband met onze slechte voorbereidingen op de winter is het treinverkeer ernstig ontregeld”.
  • Naam-letter effect Mijn boodschappen haal ik meestal bij Super de Boer. Dat past goed bij mijn achternaam. Dit is een mooi voorbeeld van wat in de psychologische vakliteratuur bekend staat als implicit egotism: het verschijnsel dat mensen onbewust keuzes maken waarin ze zichzelf waarderen. Een aspect daarvan is het zogeheten name letter effect. Uit uitgebreid onderzoek blijkt dat mensen letters uit hun eigen namen vaak mooier vinden dan letters die er niet in voorkomen. Dit geldt voor alle letters, maar vooral voor de initialen van de voor- en achternaam. Mensen blijken belangrijke keuzes in hun leven nogal eens onbewust te baseren op enkele letters. Soms is er een duidelijke correlatie tussen plaatsnamen en persoonsnamen. Zo blijkt bijvoorbeeld dat er in de staat Virginia in de Verenigde Staten significant meer Virginia’s wonen dan je op basis van toeval zou verwachten. Zo wonen er relatief ook meer Louises in de staat Louisana en Florences in de staat Florida. Sociaal psycholoog professor Ap Dijksterhuis noemt dit onderzoek van Brett Pelham en zijn collega’s in zijn boek Het slimme onbewuste, denken met gevoel. Bij het bovengenoemde onderzoek kun je de kanttekening maken dat ouders gedacht hebben dat de naam van hun staat ook een mooie naam voor hun kind zou kunnen zijn. Als echter alleen werd gekeken naar bijvoorbeeld de Virginia’s die verhuisd waren naar de staat Virginia, blijkt echter ook dat het er significant meer zijn dan je op basis van de kans zou verwachten. Pelham et al. vonden in 2002 dat de eigennaam invloed kan hebben op de beroepskeuze. De meest voorkomende voornaam bij tandartsen in Amerika is Dennis. Dit is geen toeval gezien de naam Dennis veel overeenstemmende letters met het Engelse woord “dentist” (tandarts) heeft. Onderzoek toont ook aan dat mensen een voorkeur hebben voor getallen die voorkomen in hun geboortedatum. De groep van Pelham concludeerde op basis van onderzoek ook dat mensen vaker dan op grond van toeval een partner kiezen met een naam die lijken op hun eigen naam. Ik zie daar ook wel voorbeelden van in mijn omgeving. Een tante van mij heet mevrouw Boer-de Boer. Mijn moeder heet Ans en mijn vader Andreas (begint ook met An en eindigt op s) en ze wonen in Apeldoorn (begint met A en bevat n). De voornaam van mijn vriendin (Ingrid) bevat drie letters die ook in mijn voornaam voorkomen: n, r en d. Het name-letter effect blijkt ook te gelden voor de keuze van een werknemer. Ruben, Ronald en Roos werken liever bij de Rabobank of bij Robeco dan bij Fortis of ING. Dit blijkt uit onderzoek van prof. dr. Frederik Anseel en prof. dr. Wouter Duyck van de Universiteit Gent. Zij stelden vast dat er 12 procent meer overeenkomsten waren tussen de namen van werknemers en werkgevers dan men zou verwachten op basis van kansberekening. De onderzoekers constateerden het effect voor elke letter van het alfabet, en ontdekten dat het name-letter effect sterker werd naarmate bepaalde letters minder frequent voorkomen. Dit alles is natuurlijk interessante informatie, maar wat kun je daarmee in de praktijk mee? In eerste instantie denk ik aan marketing, en dan met name aan direct response marketing. Als je heel veel prospects hebt voor je product of dienst, dan kun je beginnen met het benaderen van mensen of organisaties die overeenkomsten vertonen met je bedrijfsnaam, je eigen naam of de naam van je product. Mogelijk is de kans dat er verkopen uit voortvloeien dan groter. Het mooie van direct response marketing is dat de resultaten nauwkeurig kwantitatief te meten zijn. Dat betekent dat een onderzoek naar het naam letter effect in direct marketing gemakkelijk in de bedrijfspraktijk (dus niet in een laboratorium) kan worden getoetst. Er zijn geen proefpersonen voor nodig. De onderzoeken die tot nu toe gedaan zijn naar het naam letter effect in marketing hebben vooral betrekking op de waardering van merk-namen, waarbij op grote schaal gebruik gemaakt is van proefpersonen. Hodson & Olson waren in 2005 de eerste onderzoekers die het naamletter-effect op bestaande merknamen testten. Zij hebben 188 proefpersonen drie productcategorieën en 26 merken laten beoordelen aan de hand van een 9 puntsschaal. Elke merknaam begon met een andere letter van het alfabet. Zij vonden alleen bij de merken Honda en Nike (2 van de 26) dat mensen met dezelfde beginletter een significant grotere voorkeur voor de merknamen hebben. Zij concluderen dat bij individuen de voorkeur voor een merknaam in enige mate beïnvloed wordt door de match tussen de letters van de merknaam en de letters van de eigennaam. In 2005 hebben Brendl et al. ook onderzoek gedaan naar de relatie tussen naamletters en merknamen. Zij vonden dat wanneer een merknaam start met de letters van de eigennaam, mensen meer geneigd zijn voor die naam te kiezen en introduceerden de name-letter branding theorie. Interessante informatie daarover is te lezen in de scriptie Naam-letter effect in een marketingcontext die Alef de Jong schreef in het kader van zijn afstuderen aan de Universiteit Twente (marketingcommunicatie en consumenten psychologie). Op basis van de informatie in dit blogbericht moet ik mijn diensten volgens mij maar eens gaan aanbieden bij: * Ahrend kantoormeubelen * De Arend Horeca Meubilair * Van der Arend Tuinbouwtechniek * Arend Auto (Renault dealer) * Gasterij De Arend catering * Arend Langenberg * Schoonmaakbedrijf Landman * Landman-Uni Sypply * Landman Assurantiën * Landman Siermetaal * Landman Agricultural Support * Landmanschool * Landal Greenparks * Van Lanschot Bankiers Verder moet ik maar eens op zoek gaan naar prospects in: * Arendsnest * Arensgenhout * Roelofarendsveen * Landerd * Landerum * Landgraaf * Landhorst * Landsmeer * Landweer * Landweer
  • Overtuigen volgens Cialdini Ongeveer vijf jaar geleden heb ik het boek Invloed, de zes geheimen van overtuigen van Robert B. Cialdini gelezen. Dit boek is een internationale klassieker en bestseller. Ik kan het van harte aanbevelen aan iedereen die persoonlijk of beroepsmatig geïnteresseerd is in beïnvloeden. De auteur is hoogleraar Psychologie en Marketing aan Arizona State University en geldt wereldwijd als de autoriteit op het gebied van beïnvloeding. In dit boek laat hij aan de hand van boeiende theorie en herkenbare praktijkvoorbeelden zien hoe beïnvloeding werkt. Welke mechanismen zorgen ervoor dat u ‘ja’ zegt tegen aanbiedingen waar u eigenlijk niet op zit te wachten? Welke technieken gebruiken verkopers en anderen die iets van u gedaan willen krijgen? En hoe kunt u deze technieken zelf toepassen? Cialdini onderzocht de methoden van onder andere autodealers, fondsenwervers, reclamemakers en telemarketeers. Hij ontdekte dat het geheim van succesvol overtuigen schuilt in zes eenvoudige principes: wederkerigheid, commitment & consistentie, sociaal bewijs, sympathie, autoriteit en schaarste. Wederkerigheid houdt in dat de meeste mensen ervan uit gaan dat er evenwicht dient te zijn tussen geven en nemen. Als je dus iet gratis weggeeft, voelt de ontvanger zich vaak verplicht om iets terug te doen. Weggevertjes werken dan ook vaak verkoopbevorderend, want vroeger of later zal de prospect de gunst terugbetalen. De makkelijkste manier om dat te doen is door een bestelling te plaatsen. Het principe van commitment & consistentie houdt in dat aan mensen eerst wordt gevraagd om zich op een bepaalde manier ergens mee te verbinden. Als ze eenmaal een kleine stap tot commitment hebben gezet, willen ze consistent zijn en zijn dan gemakkelijker bereid om een volgende, veel grotere stap te zetten. Een voorbeeld van een kleine stap is het inschrijven voor een nieuwsbrief. Cialdini beschrijft onder welke omstandigheden en hoe experts door middel van een eerste toezegging het principe van consistentie gebruiken om zo een ander beloften en verplichtingen aan te laten gaan. Sociaal bewijs heeft te maken met de meningen van mensen. Als heel veel mensen enthousiast zijn over een bepaald product of dienst, en dat laten weten door positieve uitspraken, is de kans groot dat een prospect ook het product of de dienst gaat kopen. Mensen kopen het liefst van mensen die ze sympathiek vinden. Experts op het gebioed van beinvloeden maken dan ook gebreuik van verschillende manieren om sympathiek gevonden te worden: wijzen op overeenkomsten (bijna dezelfde achternaam, dezelfde telefoon, dezelfde woonplaats), aantrekkelijk zijn en complimenten geven. Wie wordt beschouwd als een autoriteit op een bepaald gebied, kan gemakkelijker mensen meekrijgen. Elementen van autoriteit zijn onder andere: expert zijn, onafhankelijk zijn en hoger staan in hiërarchie (rang, titel, status, kleding, inkomen, opleiding, enzovoort). Het principe van schaarste houdt in dat mensen meer waarde hechten aan dingen die moeilijker verkrijgbaar zijn. Door opzettelijk schaarste te creëeren is het mogelijk om mensen te laten volgen. Voorbeelden: over tien dagen vervalt de korting, er zijn nog 3 exemplaren beschikbaar en op = op!

Diversen

Event business

  • Artiesten en evenementenbeurs Vandaag, morgen en overmorgen (9, 10 en 11 januari 2011) wordt in het Beursgebouw Eindhoven 23e editie van de Internationale Artiesten- en Evenementenbeurs (AEB) gehouden. Persoonlijk vind ik de toevoeging “internationale” wat overdreven omdat er vrijwel uitsluitend Nederlandstalige exposanten staan. De sloagan “een bruisende inspiratiebron voor live entertainment” die de organisatie hanteert is wel juist. In de artiestenwereld is de beurs een begrip. Zelf heb ik deze twee keer bezocht: in 1996 als bezoeker en in 2005 als deelnemer (exposant). Dit jaar ga ik niet naar de Artiesten- en evenementenbeurs en ik heb geen plannen om dat in volgende jaren wel te doen. In 1995 hadden mijn vriendin en ik besloten om beroepsmatig jeugdshows met goochelen, clownerie en buikspreken te gaan geven onder de naam Aarnoud & Kiki Magic Time. In 1996 hebben we de Artiesten- en Evenementenbeurs bezocht om inspiratie op te doen en contacten te leggen met potentiële opdrachtgevers. Dat eerste ging prima want als je als artiest op deze kermis rondloopt, doe je ideeën op die je in je eigen werk kunt toepassen. Contacten leggen met potentiële opdrachtgevers ging minder want de exposanten zijn er natuurlijk op uit om hun eigen diensten in de markt te zetten. De artiestenbureaus en organisatiebureaus die zich profileren hebben geen gebrek aan artiesten. Het probleem is vaak dat ze te weinig opdrachten krijgen. Daarom staan ze op de beurs! Mijn vriendin en ik hebben een heel jaar lang voor ons dagelijks brood als kleine zelfstandigen jeugdshows gedaan. Enkele maanden nadat we waren begonnen hadden we een leuk programma dat steeds meer geboekt werd. Tegen het einde van het jaar 1996 werden we allebei ziek en kwamen tot de ontdekking dat we ons werk eigenlijk helemaal niet leuk meer vonden. Toen hebben wee besloten te stoppen met optredens en ons oude werk weer op te pakken: zij psychologische, esoterische en spirituele boeken vertalen vanuit het Engels in het Nederlands en ik artikelen schrijven over technologie, innovatie en management voor industriële vakbladen. In 2004 begon ik zelf weer met het verzorgen van optredens. Daarbij richtte ik me vooral op de zakelijke markt. Ik wilde mindreadingshows verzorgen op zakelijke bijeenkomsten. Die markt is wat moeilijker dan de markt voor kinderentertainment. Op de eerste plaats worden er wat hogere eisen gesteld. Ik was ervan overtuigd dat ik daar met mijn achtergrond wel aan kon voldoen. Zo had een opdrachtgever mij wel eens verteld dat de keuze op mij gevallen was en niet op een andere artiest omdat ik eruit zie als een doorsnee man die werkt bij een bank. Op de tweede plaats kan bijna niemand zich een voorstelling maken van een mindreadingshow, laat staan bedenken wat voor toegevoegde waarde een mindreadingshow aan een zakelijke bijeenkomst kan bieden. Een optreden van een mindreader kun je niet goed uitleggen, dat moet je ervaren. Daarom heb ik in 2005 als exposant deelgenomen aan de Artiesten- en Evenementenbeurs (AEB) in het Beursgebouw Eindhoven. De drie beursdagen volgen voorbij want ik heb bijna volcontinu korte optredens gedaan. De mensen waren allemaal heel enthousiast over wat ik deed. Enkele dagen na de beurs kreeg ik een opdracht voor een optreden tijdens de kick-off van Contact Jonge Bedrijven Hollandse Eilanden (CJBHE) in het conferentiehotel Olaertsduyn in Rockanje. Een bestuurslid van deze pas opgerichte vereniging was eigenaar van een organisatiebureau en had mij gezien op de artiestenbeurs. Harry Meyers., bestuurslid relatiebeheer van CJBHE stuurde me na het evenement een brief met een mooie reactie die ik in mijn marketing prima kon gebruiken: De bijdrage van Arend Landman aan onze kick off was geweldig. De combinatie professioneel, uit het leven/uit de markt gegrepen en met een lach gebracht is precies de boodschap die wij willen uitstralen. Arend Landman heeft dat perfect neergezet. Naar aanleiding van mijn deelname aan de Artiesten- en Evenementenbeurs in 2005 kreeg ik van een dame van het Korps Landelijke Politiediensten uit Driebergen een verzoek om mee te werken aan de opluisteren van een tweedaags evenement. Daar is toen geen opdracht uit voortgekomen omdat ze me te duur vonden. Ik verwachtte meer aanvragen naar aanleiding van mijn beursdeelname, maar die kwamen niet, ook niet na een follow-up mailings naar de mensen van wie ik een visitekaartje had ontvangen. Toch had ik voldoende promotiemateriaal neergezet dat beursbezoekers konden meenemen. Er zijn artiesten die ieder jaar op de Artiesten en Evenementenbeurs staan. Dat doen ze natuurlijk niet als ze daar geen of weinig werk uit halen. Ik vermoed dat mijn deelname aan de beurs lucratiever zou zijn geweest als ik me niet had geprofileerd als mindreader, maar als goochelaar en buikspreker (wat ik overigens niet wilde). Waarom was het resultaat van mijn beursdeelname zo mager dat ik er in eerste instantie zelfs mijn kosten er niet uit heb gehaald, even los van alle tijd en energie die ik erin had gestopt? * Op de beurs komen vooral bezoekers die feesten organiseren. Daarbij laat ik de honderden gezinnen met kinderen die op zondagmiddag de beurs komen bezoeken om een leuk uitje te hebben en de talloze beginnende artiesten die komen om ideeën op te doen en contacten te leggen even buiten beschouwing. Ik wilde het feestencircuit nu juist verlaten om me te richten op zakelijke bijeenkomsten. Op de artiestenbeurs komen maar weinig mensen die zich specifiek richten op de markt voor serieuze zakelijke bijeenkomsten. * Mensen onthouden de context waarin iets plaatsvindt en kunnen het gebodene moeilijk voorstellen in een andere context. In het verleden heb ik heel veel goochelshows gegeven op kinderfeestjes. Daar is nooit een opdracht voor een zakelijk evenement uit voortgekomen. Op de artiestenbeurs werkte ik steeds voor kleine groepjes mensen die toevallig langs kwamen. Die kunnen zich dan moeilijk voorstellen dat je ook optreden voor een grote zaal kunt verzorgen. Ze denken dat voor optredens voor een zaal andere kwaliteiten nodig zijn, en daar hebben ze volkomen gelijk in. Het feit dat iemand het goed doet voor een klein groepje wil niet zeggen dat hij of zij ook succes heeft voor een publiek van driehonderd mensen, want daar is sprake van een heel andere dynamiek. * Toen ik net begin met mentalisme lag het accent op entertainment. Ik vertoonde het ene effect na het andere zonder in te gaan op de achtergronden. Het is bijzonder om mee te maken, maar verder kan het publiek daar niet zoveel mee. Bij zakelijke evenementen is het belangrijk dat degenen die optreden ook in inhoudelijk opzicht toegevoegde waarde bieden. Mensen willen graag dingen zien en horen waar ze zelf iets mee kunnen. Als je als professioneel spreker succes wilt hebben, doe je er goed je presentatie te ontwikkelen op basis van de veelal ongestelde vraag ‘Wat heb ik daar aan?‘ Ben Tiggelaar en Robert Benninga zijn voorbeelden van bekende Nederlandse sprekers die dat naar mijn idee heel goed doen. Na mijn deelname aan de Artiesten- en Evenementenbeurs ben ik me ook gaan bezinnen op die vraag. Dat heeft ertoe geleid dat ik me ben gaan specialiseren in intuïtie, want dat is een onderwerp waar bijna iedereen het belang van onderkent en bijna niemand weet hoe je daar goed mee om kunt gaan. In 2009 heb ik twee interessante optredens gedaan waarbij later bleek dat die een uitvloeisel waren van mijn deelname aan de Artiesten- en Evenementenbeurs in Eindhoven in 2005. Dankzij bemiddeling van Arie Pieter van Dijk heb ik in Van der Valk hotel Vught de afsluiting mogen verzorgen van een dag voor tandartsassistentes. De organiator Stephan Lede van Dental Depot Lomberg schreef me daarover in een brief: Uw afsluitende presentatie van een uur op onze laatste jaarlijkse dag voor zo’n tweehonderd assistentes van tandartsen was een groot succes. Op de evaluatieformulieren werd uw bijdrage beoordeeld als: fantastisch! Indrukwekkende spreker! Super! Erg leuk! De tweede leuke klus die achteraf een gevolg bleek te zijn van mijn beursdeelname was een afsluitend optreden op een jaarvergadering van Facility Management Nederland (FMN) in de mooie zaal van Randstad in Diemen. Die opdracht was tot stand gekomen omdat Bob van den Berg van Done Right Events mij in 2005 had zien optreden bij mijn stand op de Artiesten- en evenementenbeurs. Die opdracht heeft ook geleid tot andere opdrachten. Ik heb geen spijt van het feit dat ik in 2005 op de Artiesten- en Evenementenbeurs in Eindhoven heb gestaan. Uiteindelijk heb ik er aanzienlijk meer geld uit weten te halen dan ik erin had gestopt. Bovendien heeft mijn deelname me in staat gesteld te groeien in het vak dat ik wil uitoefenen. Niet alleen omdat ik mijn routines goed onder de knie kreeg door deze continu te doen voor publiek, maar vooral ook omdat het mij duidelijk maakte welke richting ik op wilde en hoe ik dat kon doen. Voor een spreker en mentalist zijn er betere platformen om zich te profileren dan de Artiesten- en Evenementbeurs in het Beursgebouw Eindhoven. De onderstaande video maakt wel duidelijk waarom.
  • Dag toegevoegde waarde 2010 at moet je doen als je in een korte tijd op een prettige manier en op een mooie locatie op de hoogte worden gesteld van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van het organiseren van zakelijke bijeenkomsten? Deelnemen aan De Dag van de Toegevoegde Waarde! Dat heb ik eergisteren met veel plezier gedaan. Nico Meijer en Alexandra Boon van CongresWereld.nl hielden de tweede editie van dit evenement op 13 december 2010 in Media Plaza boven de Jaarbeurshallen in Utrecht: een prachtige accomodatie die qua ontwerp, inrichting en techniek helemaal is afgestemd op deze tijd. Deze innovatieve locatie maakt deel uit van het vernieuwende concept Meeting Moods van de Jaarbeurs. Er zijn in Nederland vele events rond het thema evenementen. Vaak ligt het accent op wat toeleveranciers te bieden hebben om een evenement op te leuken met bijzondere attracties. Er zijn echter weinig algemeen toegankelijke events over het creëren van inhoudelijke toegevoegde waarde op zakelijke bijeenkomsten. CongresWereld.nl speelt goed in op deze behoefte in de markt via met name de website, een nieuwsbrief en de Dag van de Toegevoegde Waarde. Dit jaar waren er in totaal 130 deelnemers. Een grote meerderheid werkte voor een congres of organisatiebureau. Er waren relatief weinig meeting professionals van grote bedrijven en organisaties. De aanleiding voor mij om deel te nemen aan de dag was dat ik na de lunchpauze als spreker mee mocht doen met een soort wedstrijd van sprekers die zijn aangesloten bij de Professional Speakers Association Holland. Zeven sprekers mochten tijdens de zogeheten “S-factor” een korte presentatie van drie minuten doen doen voor een publiek met vele potentiële opdrachtgevers. De bezoekers beoordeelden de sprekers door hen via een draadloos stem-apparaat een rapportcijfer te geven. Achtereenvolgens kwamen aan het woord : Rob de Best (geestelijke vader van De wet van Sinterklaas), Frans Reichardt, Ronald Naar, Bas Bosman, Arend Landman, Frank Reekers en Huub van Zwieten. Ronald Naar kwam als winnaar uit de bus en mocht aan het einde van de middag een afsluitende keynote verzorgen. Ik heb genoten van zijn boeiende en humoristische verhaal over zijn ervaringen met bergbeklimmen. Ronald Naar gebruikt het beklimmen van een berg als metafoor voor het realiseren van doelen. Anouschka Laheij en Rob Jansen van GoedeDagvoorzitters.nl modereerden de plenaire gedeelten van het programma op een prettige en professionele wijze. Na iedere presentatie vroegen ze een reactie van een van de deelnemers in de zaal. Daarnaast begeleidden ze de procedures waarbij de deelnemers allemaal met een druk op de knop hun mening konden geven over bepaalde stellingen of bepaalde vragen konden beantwoorden. De resultaten van het onderzoek werden direct groot geprojecteerd in de vorm van staafgrafieken. Tegenwoordig is het mogelijk om op diverse manieren te stemmen met een mobiele telefoon. Op de dag van de toegevoegde waarde is echter gebruik gemaakt van draadloze stem-apparaten. Aan het begin van het ochtendprogramma werden er zes zogeheten Pecha Kucha’s gehouden. Dat zijn toespraken volgens een format dat in Japan is ontwikkeld: de spreker heeft exact 20 slides tot zijn of haar beschikking en mag gemiddeld 20 seconden besteden aan een slide. In totaal komt dat dus neer op een toespraak van slechts 6 minuten en 40 seconden. Dat heeft als voordeel dat de sprekers zich moeten beperken tot de belangrijkste punten, waardoor er in een korte tijd veel kennis kan worden overgedragen. Bovendien kan een publiek langer geboeid blijven doordat er steeds nieuwe sprekers komen. Zo’n strak format kan er ook toe leiden dat bepaalde doelen niet worden bereikt. Het verdient dus aanbeveling om eerst de doelen te formuleren en pas daarna een geschikt format te kiezen. De volgende onderwerpen werden gepresenteerd volgens het Pecha Kucha format: * Pecha Kucha door Xander Kranenburg van Live Solutions * Super Brainstorm door Erik Peekel van Aaaaha! The Actor Company * Webinar/webconference door Albin Bronkhorst van Eeccoon * Tafellakensessies door Erik Peekel van Aaaaha! The Actor Company * Serious Gaming/Belevend Leren door Mark van de Pol van Bedrijfssimulaties.nl * TED Style door Xander Kranenburg van Live Solutions In het laatste deel van het ochtendprogramma heb ik deelgenomen aan de uitstekende workshop van 75 minuten met de titel “Super Brainstorm: Hoe hou jij ze wakker?”. Deze werd gegeven door Erik Peekel. In een ander blogbericht zal ik daar uitgebreid aandacht aan besteden. Na de reeds besproken S-factor competitie met collega-sprekers die zijn aangesloten bij PSA Holland, heb ik meegedaan met drie ‘powersessies’ van ieder twintig minuten: 1. Haal het maximale uit je dagvoorzitter door Jan Jaap in der Mauer en Patrick van de Voorn van GoedeDagvoorzitters.nl . Een waardevolle sessie waar ik ook een apart blogbericht aan zal wijden. 2. Twitter op jouw congres of evenement in 10 stappen door Gerrit Heijkoop van Vivo.nu . Hoewel ik al een tijdje twitter en online heb deelgenomen aan het door Gerrit georganiseerde evenement Masterclass Sociale Media MSM10, heb ik hier aardige tips geleerd. Ook hier zal ik een op zichzelf staand blogbericht over schrijven. 3. Ver-geet-me-niet door Angelique van ‘t Riet. Op zich vond ik dit een prima presentatie, maar het product met de naam Dhyo, een ICT tool waarbij een deelnemers na het evenement steeds pop-ups op hun beeldscherm krijgen om aan het evenement te worden herinnerd, spreekt me niet aan. De onderstaande video geeft een leuke impressie van de De Dag van de Toegevoegde Waarde 2010. Mijn complimenten voor allen die er aan hebben meegewerkt om dit evenement tot een succes te maken.
  • Events en social media MSM10 Via mijn computer heb ik vandaag de Masterclass Social Media voor organisatoren van events gevolgd die vanmiddag is gehouden in de Westergasfabriek in Amsterdam. Natuurlijk heb ik honderden video’s van delen van congressen op mij computer gezien, maar dit was de eerste keer dat ik een live event op mijn kantoor aan huis op afstand heb gevolgd. Het is me goed bevallen. Voor mij was deze optie beter dan de masterclass fysiek in Amsterdam bijwonen. En wel om de volgende redenen: * ik had geen reistijd en reiskosten * ik was in de gelegenheid om een monteur binnen te laten die een warmtemeter voor de stadsverwarming moest vervangen * tussendoor kon ik snel reageren op een e-mail voor een aanvraag van voor een optreden op korte termijn * in de pauze heb even gewerkt aan een bericht voor mijn weblog over mijn deelname aan de dag van de parapsychologie 2010 * ik was uitgerust voor een afspraak vroeg in de avond en had daarna nog energie om dit blogbericht te schrijven Natuurlijk zijn er ook nadelen. Het belangrijkste nadeel voor mij is dat ik niet in de gelegenheid was om contacten te leggen met potentiële opdrachtgevers uit de event-branche. Als ik dat zou willen, zou ik ze per e-mail kunnen benaderen via de Ning community http://msmevent.ning.com, waar de meeste deelnemers van dit jaar en vorig jaar op staan, maar dat is natuurlijk minder prettig en effectief dan een ontmoeting in real life, waar ik ook een verbluffend staaltje mindreading kan demonstreren als voorproefje van een optreden. Vier sprekers gingen in op de vele mogelijkheden van sociale media waarmee organisatoren van events (zowel business to business als business to consumer) hun voordeel mee kunnen doen. In de aankondigingen was vermeld dat de volgende vragen aan bod zouden komen. • Waarom online technologie toepassen in de event branche? • Hoe integreer je nieuwe online technologieën in jouw evenement? • Wat zijn de belangrijkste trends en ontwikkelingen? • Welke online marketing tools zijn voorhanden en hoe kun je ze inzetten? • Hoe bepaal je jouw doelstelling en strategie als het gaat om sociale media? • Hoe realiseer je sneller een groter bereik onder jouw doelgroep? • Hoe bespaar je op kosten voor event registratie, promotie en organisatie? • Hoe ga je de dialoog aan met jouw doelgroep? • Hoe bouw je een community op rondom jouw event? • Hoe creëer je nieuwe samenwerkingsverbanden d.m.v. crowd sourcing? • Hoe creëer je extra beleving voor, tijdens en na events? • Hoe organiseer en promoot je online events zoals webinars? • Hoe zorg je voor een succesvolle kruisbestuiving tussen online en offline? Als spreker en mentalist verzorg ik optredens op uiteenlopende evenementen. Dan is het goed om te weten welke vernieuwingen er in de event-branche zullen worden gerealiseerd. Op de conventie 2010 van de Professional Speakers Association (PSA Holland) in Noordwijk heb ik het een en ander gehoord over de invloed van sociale media op het werk van sprekers (kortweg Speaker 2.0) en eventmanagers (kortweg Event 2.0), maar ik had de indruk dat het nuttig voor mij zou zijn om daar meer over te leren. De bovengenoemde vragen vond ik voldoende interessant om het programma online te volgen. Wie een evenement organiseert over de mogelijkheden van sociale media voor evenementen moet natuurlijk zelf het goede voorbeeld geven. Ik vind dat de organisatoren Gerrit Heijkoop (die een kort optreden van mij heeft meegemaakt op de beurs Event10 in de Jaarbeurs in Utrecht) en Liza Bergmans daar in zijn geslaagd. Aan de masterclass in de Westergasfabriek in Amsterdam hebben ongeveer tachtig mensen deelgenomen. Daarnaast is het evenement online gevolgd door circa tachtig personen. De Streaming live video is verzorgd door Ystreams.tv . Klik hier voor een videoverslag van MSM10 op Youtube De strategie die de organisatoren hebben gebruikt om hun masterclass te realiseren kan goed tot voorbeeld dienen voor andere organisatoren van events. Als je een flink aantal bezoekers op je event wilt hebben, zul je ze meerdere malen moeten benaderen met interessante informatie. Om dat te kunnen doen, heb je hun contactgegevens nodig, in ieder geval voornaam, achternaam, e-mail en, heel belangrijk in verband met de anti-spam wetgeving, toestemming om ze te benaderen. Dat kan heel goed via een online community, waar de leden informatie kunnen uitwisselen over onderwerpen die hen boeien. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van gratis mogelijkheden als LinkedIn groepen en communities van Ning of Mindz, maar ook van applicaties die deel uitmaken van de website van een organisatie. Zelf vond ik de Ning community van MSM10 via aankondigingen op LinkedIn en berichten op Twitter. Als de deelnemers ‘warm zijn gemaakt’, bijvoorbeeld door het bekijken van korte video’s van de masterclass van vorig jaar, en het lezen van ervaringen van deelnemers, moet je ze verleiden in te schrijven. Vaak helpt het om te laten zien wie er deelnemen. Als mensen er bekenden tussen zien, of personen met wie ze graag in contact willen komen, kan hen dat net over de brug halen. Het event moet zodanig worden georganiseerd dat mensen niet alleen nieuwe dingen leren, maar hun deelname ook ervaren als een leuke belevenis. Het verdient aanbeveling om de deelnemers na het event enthousiast te houden. Dat kan door foto’s en video’s van het event beschikbaar te stellen, maar ook door discussies en informatie-uitwisseling binnen de community te bevorderen (zodat en digitale ‘voetafdruk’ wordt achtergelaten). De deelnemers voelen zich dan betrokken en zijn geneigd met de nieuw opgedane ideeën aan de slag te gaan en een volgende editie van het evenement aan te bevelen aan anderen. Dat komt de continuïteit ten goede. Bij het voorbereiden van een event en bij het bouwen van een event-community, dient rekening te worden gehouden met vier C’s. Content. De inhoud van MSM10 werd verzorgd door Ron Overbeek (Statement), Antal de Waij (Engagement Media), Jan Willem Kemper (XWebinar.nl) en Ruud Janssen (TNOC). Zij boden waardevolle informatie die ik heb opgetekend op maar liefst 15 A4-tjes, en waar ik ook nog andere blogberichten over kan schrijven, bijvoorbeeld over webinars. Context. MSM10 vond plaats op een bijzondere historische industriële locatie in rood-paars licht. De jarige dagvoorzitter Rowena Timmermans zorgde voor een geanimeerde sfeer met veel interactie. Het stemmen over stellingen per mobiele telefoon, droeg ook bij aan goede stemming. Connectivity. De Masterclass bood gelegenheden tot netwerken voorafgaand in het programma, in de pauze en na afloop. De deelnemers kunnen elkaar ook vinden via de Ning community. Continuity. De sprekers is gevraagd hun presentaties te delen via Slideshare en de deelnemers zijn uitgenodigd om hun uitgewerkte aantekeningen te posten in de community. Daarnaast zullen er ook op andere fora (waaronder mijn weblog) berichten worden gepost die zullen bijdragen aan het succes van MSM11.
  • Freelance Event Professionals In de afgelopen jaren heb ik als spreker nogal eens boekingen voor optreden gekregen via zelfstandig ondernemers zonder personeel die zich gedeeltelijk of geheel richten op evenementen, ook wel aangeduid als freelance event professionals. Wanneer een opdracht tot stand kwam via een klein artiestenbureau, sprekersbureau of evenementenbureau, werd mijn factuur door dat bureau betaald omdat het bureau zijn opdrachtgever een factuur stuurde voor mijn honorarium plus een commissie voor de bemiddeling. Wanneer ik geboekt werd door een klein communicatiebureau, congresbureau of secretariaatsbureau, kon ik mijn factuur meestal rechtstreeks naar hun opdrachtgever sturen omdat het bureau op uurbasis werd betaald. In de Nederlandse economie en ook in de event-branche groeit het aantal freelancers. De drempel om als zelfstandige iets te gaan ondernemen in de evenementenbranche is laag. Daarom vindt er in de branche veel wildgroei plaats waarbij amateurs zich uitgeven voor professional. Om helderheid te scheppen in deze ondoorzichtige markt heeft Leon Kruitwagen (zie foto links), directeur van het secretariaatsbureau Taller Events in Den Haag het initiatief genomen tot de oprichting van het platform Freelance Event Professionals (FEP). Het is de bedoeling dat deze nieuwe club de freelance markt voor events inzichtelijk maakt voor opdrachtgevers en voorziet in de behoefte aan een gedegen kwaliteitskeurmerk. Wie toegelaten wil worden tot het platform dient te voldoen aan de volgende criteria: * Minimaal acht jaar aantoonbare relevante werkervaring in events. * Minimaal drie opdrachtgevers per jaar. * Gemiddeld minimaal 24 uur per week als Freelancer werkzaam zijn. * Minimaal drie referenties van verschillende opdrachtgevers. * Minimaal drie referenties van verschillende toeleveranciers. * Overleggen verklaring belastingdienst. * Overleggen verklaring ‘goed gedrag’. Afgelopen maandagavond heb ik deelgenomen aan de oprichtingsbijeenkomst van de Freelance Event Professionals in The Colour Kitchen in Amsterdam. Initiatiefnemer Leon Kruitwagen legde het belang van dit nieuwe platform uit en presenteerde het jaarplan voor 2011. Vervolgens gingen de ruim vijftig zestig deelnemers in groepjes discussiëren over wat zij van het platform verwachten. Na een terugkoppeling naar de hele groep volgde een duo-presentatie over het verzekeren van freelance activiteiten door Marc de Wild en Michiel Bredius van KLAP en een speech over juridische aspecten van freelance ondernemen door René Halfens, advocaat Media en Entertainmentrecht bij Juridische Snelweg. De avond werd afgesloten met een netwerk-borrel waar ik enkele leuke contacten heb gelegd. De aanwezigen hadden vrijwel allemaal gemeenschappelijk dat ze behoefte hadden aan goede opdrachtgevers. Ze moeten het vooral hebben van netwerken. Weinigen maken gebruik van koude acquisitie en direct response marketing. De FEP speelt geen bemiddelende rol bij het verwerven van opdrachten voor de leden, maar biedt naar eigen zeggen wel: * Een wezenlijke bijdrage aan goed ondernemerschap van de aangesloten leden door informatieoverdracht en het stellen van richtlijnen. * Het platform waar informatieoverdracht en kennisuitwisseling over het Freelance-evenementenvak plaatsvindt, wat resulteert in optimale vakkennis bij de leden. * Het aanspreekpunt te zijn voor alle spelers in de markt te die te maken hebben met Event Freelancers. Belangrijkste spelers in de markt zijn de opdrachtgevers, (event)bureaus en toeleveranciers, hun overkoepelende organisaties, beroepsopleidingen en de zakelijke en landelijke pers. * De professionele profilering van het evenementenvak, de Event Freelancers en het Platform door spraakmakend en trendsettend te zijn en aandacht te genereren in de pers. Nogal wat aanwezigen hikten aan tegen de jaarlijkse bijdrage van 475 euro exclusief BTW. Daarvoor kan een lid de zeven ledenbijeenkomsten bijwonen, gebruik maken van het leden-netwerk, toegang verkrijgen tot de informatie op het besloten ledengedeelte van de website en profiteren van speciale leden-services zoals korting op verzekeringen rechtsbijstand. Velen vroegen zich af of lid worden van de Freelance Event Professionals wel een goede investering is. Als ik de contributie van de FEP (475 euro per jaar, 9 activiteiten per jaar) vergelijk met die van de Professional Speakers Association Holland (PSA Holland, 450 euro per jaar, circa 20 hoogwaardige activiteiten per jaar), nu een jaar lid van ben, vind ik de contributie ook aan de forse kant. Dat is begrijpelijk want de FEP is een commercieel initiatief van het onafhankelijk verenigingsmanagementbureau Taller Events, waar naast Leon Kruitwagen ook Odette ten Seldam, Ramy Khaled en Dirk Prijs werken. De FEP is in tegenstelling tot PSA Holland geen vereniging zonder winstoogmerk met statuten, huishoudelijk regelement, verplichte jaarvergadering en bestuur. De FEP heeft geen bestuur, maar een FEP-raad van vijf event freelancers (Niels Bouwman, Anne-Mieke van den hoeven, Marcel Schouten, Edwin Kool en Cees Rosman) die het secretariaat adviseert over de te volgen vakinhoudelijke koers. De winst komt ten goede aan het Taller Events. PSA werkt ook met een professioneel secretariaat (Moonen Congres Organisatie) dat daarvoor wordt betaald. Als er winst wordt gemaakt, wordt er op de jaarvergadering door de leden besloten wat daarmee wordt gedaan. Als Taller Events erin slaagt 100 leden te werven, is dat als goed voor een jaarlijkse omzet van 47.500 euro per jaar. Natuurlijk gaan er nog kosten van af, maar aangezien het platform voor veel toeleveranciers interessant is, is het natuurlijk mogelijk om bij locaties forse kortingen te bedingen en sprekers en andere vrijwilligers te vinden die ‘om niet’ een programmaonderdeel willen verzorgen. Het is een interessant verdienmodel waar Leon Kruitwagen een jarenlange ervaring heeft. Zo heeft hij ook met succes het Platform Museum Locaties en het Genootschap voor Eventmanagers opgericht. Bij het genoemde genootschap zijn zo’n 150 eventmanagers van bedrijven en grote organisaties aangesloten die jaarlijks een contributie betalen van 675 euro per jaar. De activiteiten die georganiseerd zijn voor dit Genootschap kunnen nu zonder veel extra moeite in een iets andere vorm worden herhaald voor de Freelance Event Professionals. Het lijkt er dus op dat de FEP een mooi melkkoetje kan worden voor Taller Events. Waarschijnlijk is dat ook nodig, want Taller Events zal vanaf 1 april 2011 niet meer het secretariaat voeren van de Indepenent Dutch Event Association (IDEA), vereniging voor de belangen van de evenementenbranche (62 leden), waar het bureau sinds de oprichting in 2002 voor werkt. Ik heb overwogen om lid te worden van de FEP maar kwam tot de conclusie dat ik het voor mij als spreker niet de moeite waard vind om tijd en geld te investeren in het lidmaatschap van de Freelance Event Professionals. Voor mij als zelfstandig spreker zijn er betere en effectievere manieren om mezelf te ontwikkelen, te profileren en aan opdrachten te komen.
  • MPI NL Conference 2011 Op verzoek van Nico Meijer van Congreswereld.nl heb ik een verslag gemaakt van de jaarlijkse conferentie van Meeting Planners International (MPI) waaraan ik afgelopen maandag heb deelgenomen. De tekst geef ik hieronder integraal weer. Wie op 11 april 2011 uitsluitend naar de MPI NL Conference ging om te leren hoe je als meeting professional succes kunt boeken door te bluffen, kwam bedrogen uit. In de presentaties kwamen de aspecten van bluffen slechts beperkt aan bod. De organisatoren hebben dus in zekere zin gebluft door het thema “bluf” te promoten. Persoonlijk vind ik dat geen probleem, want ik heb een uitstekende dag gehad. Mijn complimenten voor de NL Conference 2011 Taskforce die dit jaar bestaat uit Xander Kranenburg, Erik Peekel, Eveline Koeman, Stephen van Es en Martijn Veenstra Het was voor het eerst dat ik deelnam aan een MPI congres. Op Wikipedia wordt bluffen omschreven als is een vorm van misleiding door het opzettelijk wekken van een onjuiste indruk dat de eigen mogelijkheden, prestaties of (onderhandelings-)positie beter is dan deze in werkelijkheid is. Bluffen vertoont raakvlakken met zowel liegen als opscheppen. Een belangrijk aspect dat alle sprekers niet hebben aangeroerd betreft de risico’s van bluffen. Met bluffen kun je succes boeken, maar als je al je daar niet integer me omgaat, kan het je reputatie enorm schaden. Bluffen brengt risico’s met zich mee, omdat een bluffer die ontmaskerd wordt geloofwaardigheid en sociaal krediet verliest. Ik heb de indruk dat mens van de eenentwintigste eeuw veel sneller bluf doorziet dan de mens van de 20ste eeuw. Bluffen werkt natuurlijk nog steeds. Als mentalist bluf ik veelvuldig in mijn optredens om het beoogde effect bij het publiek te bereiken. In het zakendoen is bluffen echter niet meer deze tijd. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd de mens in het tijdperk van de Waterman, de Aquarius era die nog maar net begonnen is, fijngevoeliger wordt en voor de opdracht staat nieuwe intuïtieve vermogens te ontwikkelen en te gebruiken. Mede daarom staat het begrip intuïtie centraal in mijn presentaties. De nieuwe tijd vraagt geen bluf en manipulatie, maar integriteit en coöperatie. Bluf is uit. Integriteit is in. Het is niet voor niets dat het thema van de maand (jaarlijks in april) van de filosofie van dit jaar het motto ‘Het echte leven’ heeft gekregen. En het is niet voor niets dat waardevol leiderschap wordt gekoppeld aan 3 a’s: androgyn, altruïstisch en authentiek. Daarom zou ik het mooi vinden als het thema voor de MPI NL conference 2012, een jaar dat mondiaal in vele culturen wordt gezien als een overgangsjaar, ‘integriteit’ wordt. Ik geef toe dat dat een minder spannend onderwerp is, maar in mijn ogen is dat zekert niet minder waardevol. Wie zich alvast in dat onderwerp wil verdiepen, kan ik het boek ‘De snelheid van vertrouwen. Dat wat alles verandert’ (The speed of trust) van Stephen M.R. Covey aanraden. Op 11 april heb ik genoten van een prima congresdag. Eerlijk gezegd had ik ook niet anders verwacht van een congres voor meeting professionals. Een vereniging die wil bijdragen aan educatie en kwaliteitsverhoging in de evenementenbranche moet natuurlijk zelf in de praktijk brengen wat zij preekt en dient stralende voorbeelden neer te zetten. Inmiddels heb ik in mijn leven deelgenomen aan enkele de honderden congressen en soortgelijke bijeenkomsten, vanaf het moment dat ik 25 jaar geleden als scheikundestudent bijkluste als freelance razende reporter voor het Chemisch Weekblad, tot de laatste zeven jaar waarin ik beroepsmatig werk als spreker en mentalist. De MPI NL conference vond ik één van de meest gedenkwaardige omdat de organisatoren erin geslaagd zijn een bijzondere belevenis aan te bieden. Voor de meeste deelnemers is een congresdeelname geslaagd als er voldaan is aan meerde criteria, waaronder interessante en waardevolle inhoudelijke informatie ontvangen, zinvolle contacten kunnen leggen en onderhouden, interessante locatie en een hoge funfactor. Voor mij was aan al die punten voldaan. Inhoudelijk gezien had ik het meeste aan de bijdragen van Roland van der Vorst (They), die uitlegde hoe je mensen nieuwsgierig kunt maken (achterhouden, verstoren, open houden en vragen stellen) en daar munt uit kunt slaan, en van Hans Janssen (Denkproducties) die een tipje van de sluier van zijn succes oplichtte door prikkelend en tegendraads te zijn en meer te leveren dan je belooft. De sessie van wereldkampioen debatteren van Sharon Kroes vond ik goed, maar ik had het leuker gevonden als hij zijn presentatie dichter bij de meetingplanners had gebracht door aan te sluiten bij de dagelijkse praktijk van meetingplanners. Natuurlijk zijn de principes van het overtuigen algemeen van aard, maar meeting professionals zijn meer geïnteresseerd in de ‘Hoe overtuig ik een prospect?’ dan in ‘Hoe overtuig ik iemand dat er geen kernenergie moet worden gebruikt’. De presentaties van James Veenhof, Oscar Kneppers, Dagan Cohen en Daan Rosengaarde vond ik interessant, onderhoudend en zeker de moeite waard. De betekenis voor de praktijk van de meetingplanners vond ik echter tamelijk beperkt. Dagan Cohen toonde aan dat youtubefilmpjes tussen de sprekers door op een congres kunnen bijdragen aan de sfeer, zowel in positieve als in negatieve zin. Er zaten pareltjes tussen, maar persoonlijk vond ik dat bepaalde filmpjes meer afbreuk deden aan de sfeer, dan dat ze ondersteunend waren. Het Muziekgebouw aan ‘t IJ is qua ligging, architectuur en inrichting bijzonder te noemen. Door het gebruik van rechte lijnen en hoeken en het ruime gebruik van beton, metaal en glas heeft alles een sterke ‘yang-energie’, die overigens wel goed past bij de omgeving. Het rode pluche op de overigens rechte theaterstoelen en grote aandeel vrouwen onder de deelnemers compenseerde deze onbalans enigszins. Het was fantastisch dat het een stralende zonnige dag was, waardoor het goed toeven was op het grote terras aan ‘t IJ. Het woord fantastisch doet me overigens denken aan goochelaar Robert de Vries, die op de dag een magische energizer verzorgde. In zijn act gebruikte hij het woord ‘fantastisch’ zo vaak, dat ik de neiging had om het aantal keren te gaan tellen. Ik heb waardering voor zijn act waarin hij een heel eigen stijl heeft. In het verleden heb ik zelf veel goochelshows voor volwassenen gedaan, met name dinnershows. Daar ben ik echter mee gestopt omdat ik merkte dat het ten koste ging van mijn reputatie als mentalist. Het is mijn persoonlijke ervaring dat professionals mentalisme hoger waarderen dan goochelarij. Ik vond het bijzonder om een optreden mee te maken van de wereldkampioen kunstfluiten ‘Geert Chatrou’. Grote bewondering heb ik voor dagvoorzitter Gregor Bak, die vanachter zijn vleugel een perfecte sfeer weet te creëren. Niet alleen bij binnenkomst in de zaal, het verwelkomen en opwarmen van het publiek en als ondersteuning van de sprekers, maar vooral ook door de sprekers zingend aan te kondigen. Echt een vakman! Armand Schreurs vind ik ook een echte vakman. Het was voor het eerst dat ik iemand zo’n groot succes heb zien hebben met poppenkast op een zakelijke bijeenkomst. Zelf was hij onzichtbaar, maar hij wist met twee eenvoudige handpoppen de zaal plat te krijgen door de hele dag op een magistrale humoristische manier samen te vatten. Ik vond het werkelijk een fantastische afsluiter van de MPI NL Conference 2011.
  • Spreker selecteren tips Via de Professional Speakers Association Holland was ik eind oktober 2010 benaderd om een column ter schrijven over het sprekersvak voor de website www.congreswereld.nl van Nico Meyer. Dit jaar heb ik via Congreswereld ook een korte presentatie mogen houden op de beurs Event 10 in de Jaarbeurs in Utrecht. Deze maand mocht ik de spits afbijten door te schrijven over ‘Tips om op te letten bij het selecteren van een spreker’. Het is de bedoeling dat zes collega’s van PSA Holland de komende zes maanden columns gaan schrijven andere onderwerpen. * November 2010, Tips om op te letten bij het selecteren van een spreker, Arend Landman * December 2010, Tips voor een goede sprekersbriefing, Katja Schleicher * Januari 2011, Tips voor het maximaliseren van de impact van een spreker, Frans Reichardt * Februari 2011, Tips voor een optimale sprekersbegeleiding op de congresdag zelf, Jitske Kramer * Maart 2011, Tips voor een optimale samenwerking, Ineke Hurkmans * April 2011, Tips voor PowerPoint gebruik, Erik Mathlener * Mei 2011, Tips voor het werken met een sprekersbureau, Jan Vermeiren Hieronder volgt mijn bijdrage. Een professionele spreker kan een belangrijke toegevoegde waarde bieden aan een zakelijke bijeenkomst. Hij of zij presenteert niet alleen waardevolle kennis en informatie op een boeiende wijze, maar draagt er ook aan bij dat de deelnemers na afloop geïnspireerd en met een goed gevoel naar huis gaan. Steeds meer mensen profileren zich als spreker. Hoe kiest u uit het grote aanbod de juiste spreker voor uw evenement? Sinds 2004 verzorg ik beroepsmatig optredens als spreker en mentalist. Meestal gaat het om een bijzondere afsluiting van congressen, klantendagen, personeelsbijeenkomsten, prijsuitreikingen en personeelsbijeenkomsten. Aan de hand van ervaringen die ik in dat werk heb opgedaan, waaronder vele voorgesprekken met opdrachtgevers, heb ik zeven tips geformuleerd voor het selecteren van een spreker. Deze sluiten elkaar niet uit, maar kunnen elkaar juist versterken. 1. Gebruik uw intuïtie. Dat adviseer ik mijn publiek, want mijn presentaties gaan bijna altijd over intuïtie. Ook degenen die een spreker mogen kiezen, raad ik aan te luisteren naar hun innerlijke stem. Als zij daar nog niet volledig op durven te vertrouwen, zijn er gelukkig nog andere mogelijkheden. 2. Werk volgens de stappen in de boekjes. Formuleer uitgebreid wat u van de spreker verwacht. Maak een lijstje van sprekers die de opdracht mogelijk kunnen uitvoeren. Verzamel relevante informatie over de sprekers en hun werk. Kies tenslotte de spreker die de opdracht naar verwachting het beste kan uitvoeren binnen de gegeven randvoorwaarden. Op zich is dit een prima aanpak. In de praktijk merk ik dat de meeste opdrachtgevers voor wie ik werk niet op die manier kiezen. Een belangrijke reden daarvoor is dat ze in het begin vaak nog niet precies weten wat ze willen. Dat wordt pas duidelijker in een gesprek met de spreker. 3. Zorg ervoor dat u een optreden van de spreker hebt meegemaakt. Dit is uitstekende manier om in te schatten of het zinvol is om de spreker in te huren voor een bepaald evenement. Ongeveer tachtig procent van mijn boekingen ontvang ik via mensen die een presentatie van mij hebben bijgewoond. Natuurlijk is het lang niet altijd mogelijk om een spreker live te ervaren. De meeste optredens die ik verzorg vinden plaats in een besloten kring en zijn niet toegankelijk voor derden. 4. Vraag de mensen uit uw netwerk om suggesties voor een spreker die zij kunnen aanbevelen omdat zij een succesvol optreden van hem of haar hebben meegemaakt. Deze methode heeft als nadeel dat minder bekende sprekers over het hoofd kunnen worden gezien. 5. Ga na in hoeverre de spreker soortgelijke spreekopdrachten heeft uitgevoerd, en hoe deze zijn ervaren door opdrachtgevers en deelnemers. 6. Nodig de spreker uit voor een kennismakingsgesprek. Sommige sprekers brengen hiervoor een extra bedrag in rekening. Dat doe ik niet want de ervaring leert dat bijna alle kennismakingsafspraken leiden tot een boeking. 7. Maak gebruik van de kennis en ervaring van een gerenommeerd sprekersbureau. De meeste sprekersbureaus hebben een groot bestand met sprekers. Slechts een klein deel van de sprekers wordt frequent geboekt. Aangezien de meeste bureaus achteraf feedback vragen van de opdrachtgever, kunnen zij met goede voorstellen komen. Mijn sfeerverhogende en spraakmakende lecture show ‘Werken met intuïtie’ wordt nogal eens geboekt via sprekers bureaus. Maakt u al gebruik van uw intuïtie? Jazeker, want dat doen we allemaal! We zijn ons daar echter nauwelijks van bewust. De meeste vormen van intuïtie die we bij onszelf als zodanig herkennen, overkomen ons. Toch kunnen we onze intuïtie ontwikkelen en daar heel bewust gebruik van maken. Dat benadruk ik tijdens mijn optredens. Ik propageer een leefwijze en een vorm van leiderschap die kan worden omschreven als een harmonische synthese van ratio en intuïtie. Intuïtie is een weten van binnenuit zonder dat daarbij verstandelijke overwegingen betrokken zijn. We kunnen onze intuïtie gebruiken om te beoordelen, ontdekken, bezielen, creëren en voorspellen. Intuïtie is een vermogen dat ons is aangeboren, maar we hebben het contact ermee verloren. Intuïtie is een betrouwbare wegwijzer in het leven en kan ons beschermen tegen gevaren. We kunnen ons persoonlijke, professionele en maatschappelijke leven verrijken door bewust te luisteren naar onze innerlijke stem. Op uw evenement kan ik de mogelijkheden en de werking van onze intuïtie bespreken aan de hand van mijn model Ivoren Torens®. Mijn kracht is dat ik in mijn presentatie verbluffende interactieve demonstraties doe. Zo projecteer ik gedachten in het brein van de deelnemers, beïnvloed keuzes die zij maken, lees hun gedachten en geef rake karakterbeschrijvingen. Ik heb gemerkt dat er bij mijn publiek na optredens een sterke behoefte was aan verdere verdieping van de onderwerpen die ik aan de orde stel. Daarom ben ik eind 2009 gestart met een weblog dat inmiddels een schat aan kennis en informatie bevat die kan bijdragen aan onze ontwikkeling als mens. Mijn column op de website van congreswereld is te vinden via de link:
  • Stemmen met mobieltje Bij de huishoudelijke mededelingen op een congres worden de deelnemers vaak verzocht om hun mobiele telefoon uit te zetten. Er zijn leukere manieren om hetzelfde effect te bereiken. Laatst nam ik deel aan een symposium waar de dagvoorzitter het publiek vroeg om hun mobiele telefoon om half zes weer aan te zetten. Als er een mobiele telefoon af gaat terwijl ik een presentatie geef, pak ik mijn mobielmagneet en trek de rinkelende telefoon zo naar me toe. Waarschijnlijk zal het steeds vaker voor komen dat de deelnemers aan zakelijke bijeenkomsten worden verzocht om hun mobiele telefoon tijdens een congres aan te zetten. Nu vrijwel iedereen een mobiele telefoon heeft, kan dat apparaat namelijk prima worden gebruikt als stemkastje. Onderzoek doen naar de mening van het publiek in een congreszaal is niet nieuw. Ik heb aan diverse congressen deelgenomen waarbij het publiek na een presentatie met behulp van speciale stemkastjes mochten stemmen over een bepaalde stelling. De resultaten werden dan direct geprojecteerd op een scherm in de vorm van staafgrafieken. Daarvoor werden bedrijven ingehuurd die de hele infrastructuur leverden. Dat was behoorlijk kostbaar. Toen het economisch niet zo goed ging met de organisatoren van een jaarcongres dat ik destijds steevast bezocht, is men daar maar overgegaan op een goedekopere wijze van stemmen. Alle deelnemers kregen een rood en een groen vel papier. Nadat een stelling was getoond en uitgesproken mochten de deelnemers kiezen. Als ze het oneens waren met de stelling moesten ze het rode papier opsteken en als ze het eens waren het groene papier. De resultaten kunnen dan wel geschat worden, maar het is natuurlijk veel leuker als de resultaten direct zichtbaar worden in de vorm van grafieken en getallen. Op de conventie van de Professional Speakers Association Holland in Noordwijk heb ik kennis gemaakt met stemmen via de mobiele telefoon. De deelnemers mochten via hun mobiele telefoon doorgeven welke gepresenteerde elevator pitch zij het beste vonden. Dat kon via SMS, Twitter of een website. De resultaten werden vrijwel direct geprojecteerd. Mike Coumans van SMS2screen verzorgde de technologie. SMS2screen biedt snel en eenvoudig in te zetten methoden om elke bijeenkomst op eenvoudige en effectieve wijze interactief te maken. Daarvoor staan drie typen producten ter beschikking. SMS2vote door het publiek te laten stemmen via SMS. SMS2stage door inbreng van het publiek, bijvoorbeeld een vraag via SMS te vertonen op het scherm. SMS2chat door aanwezigen bij (bedrijfs)feesten berichten naar het scherm te laten sturen. SMS2screen startte in 2001 met haar eerste SMS-applicatie. De toenmalig studenten van de TU Delft ontwikkelden een SMS-scherm voor een groot studentenevenement. Al snel is het bedrijf uitgegroeid tot een professionele organisatie die verschillende toepassingen levert op het gebied van SMS. Dit SMS2screen-portfolio omvat SMS2vote, SMS2stage en SMS2chat. SMS2screen richt zich met name op de zakelijke markt.
  • Visueel oogsten op events Op de laatste sprekersbijeenkomst in Antwerpen heb ik kennis gemaakt met een interessant beroep dat ik nog niet kende: graphic facilitator. Tijdens de receptie raakte ik in gesprek met Martine Vanremoortele van www.visualharvesting.com die werkzaam is op dit gebied. Op bijeenkomsten visualiseert zij op een kleurrijke en speelse wijze wat er wordt gezegd en gedaan. Dat kan in een notitieboek, maar ook op een groot vel papier van enkele meters breed. Deze werkwijze staat bekend als visual harvesting of visueel oogsten. Visueeel informatie verwerken creëert betrokkenheid, stimuleert creativiteit, stimuleert dialoog en bevordert focus: * beelden helpen te zien * beelden geven aha-momenten weer * beelden helpen te onthouden * beelden vatten samen * beelden brengen het geheel bij elkaar * beelden helpen te verbinden Aan de sprekersbijeenkomst had Martine in haar notitiebook twee paginas gewijd. Op mijn verzoek mocht ik daar een foto van maken met mijn iPhone. Op de bovenstaande bladzijde heeft zij aspecten van mijn korte presentatie over intuïtie en de kracht van gedachten opgenomen. Een opmerking van mij die zij blijkbaar de moeite waard vond was dat gedachten sterker worden als ze je opschrijft. Ook heeft Martine weergegeven dat ik erin slaagde om het getal dat ik in gedachten genomen en opgeschreven had te zenden naar een ontvankelijke toeschouwer, die het prompt juist raadde. Deze keer had ik het getal 63 gekozen omdat ik onlangs een interessant artikel had gelezen over de diepe symboliek van het Oudhollandse ganzenbord, waarop 63 vakjes staan. In de onderstaande video bespreekt Brandy Agerbeck de toegevoegde waarde die een graphic facilitator kan bieden.
  • Webinars Ik voorzie een grote toekomst voor webinars. Een webinar is een bijeenkomst via het internet. De deelnemers zijn niet fysiek bij elkaar, maar bevinden zich in een virtuele ruimte op internet, op een afgesproken tijdstip. Soms kunnen zij elkaar zien en horen. De gespreksleider of docent heeft sterke hulpmiddelen om een goede presentatie te kunnen geven. Hij of zij kan de deelnemers meer of minder intensief bij de sessie te betrekken. Afgelopen maandagavond heb ik een webinar gevolgd. Daarin gaf de Vlaamse netwerkcoach Jan Vermeiren waarde volle tips voor het effectief gebruiken van LinkedIn. Mijn deelname had ik pas een half uur van te voren gepland omdat ik toen pas een aankondiging zag van de host Bert Verdonck op LinkedIn. Jan Veremeiren en Bert Verdonck kende ik al omdat ik hen had ontmoet op de laatste conventie van de Professional Speakers Association Holland in Hotels van Oranje in Noordwijk. Op dit weblog heb ik al eerder een bericht geschreven over het aanbevelenswaardige boek van Jan Vermeiren met de titel Hoe LinkedIn nu echt te gebruiken. Een webinar volgen is gemakkelijk. Deelnemers hebben alleen een computer met internetverbinding nodig. Na registratie worden ze verwezen naar een website waar ze kunnen deelnemen aan het webinar. In het genoemde webinar waaraan ik heb deelgenomen hield Jan Vermeiren zijn verhaal aan de hand van de vragen die Bert Verdonck stelde. De presentatoren waren niet in beeld. Op het scherm verschenen afwisselend slides van een powerpointpresentaties en pagina’s van de website LinkedIn.com . Tegen het einde van de sessie van ruim een uur beantwoordde Jan Vermeiren vragen die deelnemers aan het webinar schriftelijk hadden gesteld. Op het event MSM10 over het gebruikt van sociale media in de event-branche, dat ik ook online heb gevolgd, hield Jan Willem Kemper van XWebinar.nl een presentatie met de titel Hoe organiseer ik een webinar? MSM10 is gevolgd door tachtig deelnemers in de zaal en tachtig deelnemers via internet (waar ik er één van was). Dat betekent dat dat evenement geen webinar was, maar een hybride event. Jan Willem Kemper: ‘Webinars kunnen dankzij speciale software snel en gemakkelijk worden georganiseerd. Ze passen prima een een beleid dat gericht is op maatschappelijk verantwoord ondernemen omdat ze recht doen aan de drie P’s: People, Planet en Profit. Webinars bieden de mogelijkheid om in een korte tijd veel te leren, vooral omdat er geen reistijd van toepassing is. Aangezien er niet hoeft te worden gereisd, is de milieubelasting nihil. Vergeleken met live events zijn de kosten laag omdat voorzieningen als zaal, catering, geluidstechniek niet geregeld hoeven te worden. Doordat de drempel om deel te nemen laag is, kunnen er veel deelnemers worden bereikt, hetgeen kan bijdragen aan een hoge return on investment.’ Het woord webinar is afgeleid van web based seminar. Tijdens een webinar zijn er een of meer presentatoren die iets vertellen over een onderwerp. Meestal doen zij dat aan de hand van bijvoorbeeld een powerpointpresentatie. Daarnaast kunnen ze in het webinar gebruik maken van websites, filmpjes en andere media. Deelnemers aan een webinar kunnen meestal vragen stellen. Ook is het mogelijk dat de presentatoren de meningen willen laten zien van de deelnemers, en daarom vragen stellen waarop de deelnemers kunnen reageren. Een webinar is iets anders dan e-learning, want e-learning is statisch terwijl een webinar dynamisch is. Beide vormen van leren kunnen wel worden gecombineerd. Zo kunnen deelnemers aan een webinar zich bijvoorbeeld via e-learning voorbereiden op het webinar. Webinars bieden grote mogelijkheden voor informeren, opleiden en vergaderen. In Nederland worden er nog nauwelijks webinars georganiseerd. In de Verenigde Staten is daarentegen een groot aanbod van webinars. Daar zijn het vooral bedrijven die gratis webinars inzetten voor hun marketing. Via een webinar kunnen ze niet alleen kun kennis en kunde tonen, maar ook een bestand opbouwen van gekwalificeerde prospects. Om aan een webinar te kunnen deelnemen, moet je je registreren. Als je naam en e-mail eenmaal bekend zijn bij het organiserende bedrijf, kunnen ze je blijven benaderen met aanbiedingen voor producten en/of diensten. Het genoemde webinar van Jan Vermeiren en Bert Verdonck, dat in het Engels werd verzorgd en waarover ik heel tevreden was, was volgens mij ook vooral bedoeld als een lead attraction magnet (magneet om leads te verkrijgen). Webinars kunnen prima samengaan met live events waar de deelnemers elkaar ook fysiek ontmoeten. Door voorafgaand aan een live event een webinar te organiseren kan een grote groep potentiële deelnemers worden bereikt. Als via het webinar een goed inhoudelijk programma wordt geboden, is de kans groot dat er veel mensen inschrijven. De organisatoren kunnen via het webinar inventariseren welke vragen er leven en het programma van het live event zodanig inrichten, dat die vragen worden beantwoord. Zo wordt er al vanaf het begin gewerkt aan het opbouwen van betrokkenheid. Ook na het live event zou er weer een webinar kunnen worden gehouden. De deelnemers kunnen dan uitwisselen wat zij met de opgedane informatie hebben gedaan en wat de resultaten daarvan waren. Zo’n webinar na een live event kan dan weer input opleveren voor een volgend live event. Zo kan er systematisch worden gewerkt aan het onderhouden van een relatie met klanten, hetgeen ten goede komt aan de continuïteit van de organisatie.

Hersenen en intelligentie

  • Boek van Dick Swaab Afgelopen weekeinde heb ik me intensief beziggehouden met de wonderlijke wereld van het menselijke brein. Ik heb namelijk het boek ‘Wij zijn ons brein, van baarmoeder tot Alzheimer’ van professor Dick Swaab gelezen. Zondagavond heb ik met belangstelling gekeken naar de aflevering “Zomergasten” van de VPRO op Nederland 2, die helemaal in het teken stond van Nederlands bekendste hersenwetenschapper. Swaab komt over als een vriendelijke man die in alle rust en met een groot gezag boodschappen verkondigt waar ik me niet in kan vinden, namelijk dat we ontstaan zijn door toeval, dat we ons brein zijn, dat ons bewustzijn voortkomt uit onze hersenen en dat we geen vrije wil hebben. Toen ik in 1988 en 1989 mijn vervangende dienstplicht deed bij een organisatie voor wetenschapsvoorlichting heb ik als documentalist diverse artikelen over professsor Swaab uit de toen nog dikke wetenschapsbijlagen van landelijke dagbladen geknipt om ze vervolgens te archiveren. In die tijd stond Swaab sterk in de belangstelling omdat hij had aangetoond dat de seksuele geaardheid van een mens bepaald wordt door de hersenen. Zo blijken homoseksuele mannen een grotere hypothalamus te hebben dan heteroseksuele mannen. Velen waren het daar niet mee eens omdat dit in strijd is met de opvatting dat alles maakbaar is. Zelf heb ik er geen enkele moeite mee om dat te geloven. Er zijn mensen die op basis van de handen of het gelaat van iemand heel veel over die persoon kunnen zeggen. Zo kan ik me voorstellen dat iemand die daarin getraind is ook aan de hand van de hersenen van iemand rake karakterbeschrijvingen kan geven. Swaab komt op mij over als een consciëntieus wetenschapper die betrokken is bij de maatschappij en vanuit uit zijn kennis zoekt naar oplossingen voor maatschappelijke problemen. Ik vind dat professor Dick Swaab en de onderzoekers die onder zijn leiding hebben gewerkt fantastisch werk hebben gedaan. Het lijvige boek ‘Wij zijn ons brein’ van maar liefst 480 bladzijden kan met recht een standaardwerk worden genoemd. Het is boeiend en hier en daar humoristisch geschreven en belicht heel veel facetten van de hersenen in relatie tot individuele en maatschappelijke problemen. Ik heb er veel uit geleerd over de anatomie en fysiologie van de hersenen. Het leuke van het boek van Swaab is dat zijn boek niet allen gebaseerd is op resultaten van wetenschappelijk onderzoek, maar ook op dingen die hij als hoogleraar neurobiologie en directeur van het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek heeft meegemaakt. Toch heb ik een essentieel punt van kritiek: het is geschreven vanuit een materialistisch paradigma dat niet meer van deze tijd is. Dick Swaab is met zijn materialistische, mechanistische, deterministische en defaitistische uitgangspunten en conclusies duidelijk een product van het vissen-tijdperk. Aquarius-invloeden zoals die duidelijk te ervaren zijn in het werk van onderzoekers als Pim van Lommel (met wie Swaab in zijn boek de vloer aanveegt), Rupert Sheldrake, Masaru Emoto en Bruce Lipton ontbreken in het boek volkomen. Tijdens het lezen van het boek kwam hij ook een beetje op mij over als een spreekbuis van de farmaceutische lobby omdat zijn ideeën aansluiten bij de belangen van de farmaceutische industrie. De titel van het boek zegt alles over de opvatting van Swaab “Wij zijn ons brein”. Dan vraag ik me af ” Wie zijn wij?”. Over mezelf zou ik niet willen zeggen “Ik ben mijn brein”. Ik beschouw mijn hersenen als een uiterst belangrijk aspect van het instrument dat ik mijn lichaam noem. Ik identificeer me dus niet met met hersenen, maar zie ze als een beperkte afspiegeling van mijn wezen. Natuurlijk besef ik maar al te goed dat de structuur en de werking van mijn hersenen bepalend zijn voor hoe ik me in deze wereld manifesteer. Swaab gaat uit van het materialistische standpunt dat bewustzijn het gevolg is van materie. Ik, en gelukkig ook vele anderen, gaan uit van het spirituele standpunt dat bewustzijn ten grondslag ligt aan alle manifestatie. Professor Dick Swaab schrijft in het hoofdstuk met de conclusies het volgende. Wij komen ter wereld met hersenen die door een combinatie van onze genetische achtergrond en de programmering gedurende de ontwikkeling in de baarmoeder uniek zij geworden en waar onze karaktereigenschappen, talenten en beperkingen al voor een belangrijk deel zijn vastgelegd. Dit geldt niet alleen voor het IQ, het ochtend- of avondmens zijn, de mate van spiritualiteit, neurotisch, psychotisch, agressief, antisociaal en non-conformistisch gedrag, maar ook voor de kans die we lopen op hersenziekten zoals schizofrenie, autisme, depressie, en verslaving. Zijn we eenmaal volwassen, dan zijn er grote beperkingen aan de modificeerbaarheid van onze hersenen en liggen onze eigenschappen vast. De bouw van onze hersenen die zo tot stand is gekomen bepaalt hun functie, wij zijn ons brein. We zitten door onze genetische achtergrond en alle factoren die vervolgens op onze vroege hersenontwikkeling hun permanent effect hebben gehad vol met ‘interne beperkingen’ en zijn dus niet vrij om te besluiten te veranderen van gender-identiteit , seksuele oriëntatie, het niveau van onze agressie, van ons karakter, religie of van onze moedertaal. Dit is geen nieuw concept, en ik ben hiermee in goed gezelschap. Voor zover ik kan nagaan zijn de bevindingen van Swaab juist. De conclusies die hij eraan verbindt deel ik niet. Ik kan ‘Wij zijn ons brein’ van harte aanbevelen aan iedereen die belangstelling heeft voor de werking van de hersenen. Als tegenwicht zouden lezers ook het boek ‘De biologie van de overtuiging’ van celbioloog Bruce Lipton moeten lezen omdat daarin wetenschappelijk werk wordt beschreven dat leidt tot heel ander conclusies. Op de achterkant van dat boek staat: Dr. Bruce Lipton deed uitgebreid onderzoek naar de moleculaire processen waarmee cellen informatie verwerken. Daaruit bleek dat het niet de genen zijn die ons gedrag bepalen, maar dat de genen worden aan- en uitgezet door externe factoren. Ze worden getriggerd door onze waarnemingen en onze gedachten en overtuigingen. Professor Lipton toont aan dat onze overtuigingen, of ze nu waar zijn of niet, positief of negatief, de activiteit op genetisch niveau beïnvloeden en zelfs onze genetische code kunnen veranderen. Dr. Liptons uiterst hoopvolle bevindingen worden beschouwd als een van de grote doorbraken in de nieuwe wetenschap. Het lijkt erop dat we ons bewustzijn zodanig kunnen trainen dat we gezonde overtuigingen kunnen scheppen. Daarmee hebben we de sleutel in handen tot een gezonder en gelukkiger leven. Het leuke van ‘Wij zijn ons brein’ is dat je het boek niet van voren naar achteren hoeft te lezen om het te kunnen volgen. De hoofdstukken kunnen los van elkaar worden gelezen. Zelf ben ik begonnen in hoofdstuk 16: “Neurotheologie: hersenen en religie”. Daaruit bleek al direct wat voor ‘vlees ik in de kuip had’, om maar eens een materialistische uitdrukking te gebruiken. Hieronder volgt een overzicht van de hoofdstukken van ‘Wij zijn ons brein’. 1. Inleiding 2. Ontwikkeling, geboorte en ouderzorg 3. Het bedreigde foetale brein in de ‘veilige’ baarmoeder 4. Seksuele differentiatie van de hersenen in de baarmoeder 5. Puberteit, verliefdheid en seksualiteit 6. Hypothalamus: overleven, hormonen en emotie 7. Verslavende stoffen 8. Hersenen en bewustzijn 9. Agressie 10. Autisme 11. Schizofrenie en andere redenen voor hallucinaties 12. Reparatie en elektrische stimulatie 13. Hersenen en sport 14. Moreel gedrag 15. Het geheugen 16. Neurotheologie: hersenen en religie 17. Er is niet meer tussen hemel en aarde… 18. De vrije wil, een plezierige illusie 19. De ziekte van Alzheimer 20. Dood 21. Evolutie 22. Conclusies 23. Dankwoord 24. Register
  • Hersengolven Ieder levend mens produceert hersengolven. Bij diverse medische, fysiologische en psychologische onderzoeken worden hersengolven gemeten. Uit het patroon kunnen conclusies worden getrokken ten aanzien van het bewustzijn van degene wiens hersengolven worden gemeten. Onze hersenen kunnen functioneren dankzij elektrische stroompjes. In 1924 ontdekte Hans Berger dat deze stroompjes fluctuaties vertonen en het karakter hebben van een golf, die wordt gekenmerkt door een bepaalde frequentie en amplitude. Berger maakte een onderscheid tussen de wat langzame alfa-golven en de de snellere beta-golven. Later bleek dat er ook nog andere hersengolven bestaan. Tegenwoordig wordt het spectrum van de hersengolven onderverdeeld in (van langzaam naar snel) delta, thèta, alfa, SMR (senso motorisch ritme), bèta en gamma. Meestal overheerst op een bepaald moment een van deze type golven, maar het is ook mogelijk dat ze gelijktijdig aanwezig zijn. Een topsporter dient bijvoorbeeld gelijktijdig volledig actief te zijn (een toestand die bèta golven vereist), volkomen geconcentreerd (een toestand die alfa golven vereist) en tevens spontaan en vrij (een toestand die thèta golven vereist). Deltagolven hebben een frequentie van van o tot 4 trillingen per seconde (Herz, afgekort Hz) en komen veel voor bij baby’s. Ze ontstaan ook tijdens een diepe droomloze slaap. De meeste mensen ervaren deze toestand niet bewust. Sommige mensen die zeer geoefend zijn in mediteren kunnen deze toestand wel bewust ervaren. Thètagolven hebben een frequentiebereik van 4 tot 8 Hz en komen vaak voor bij kinderen, tijdens het dagdromen, bij een lichte slaap en bij een trance (hypnose). Dit frequentiegebied wordt ook geassocieerd met meditatie, intuitieve probleemoplossing , creativiteit en verbeeldingskracht. Alfa golven hebben een frequentiebereik van 8 tot 12 Hz. Deze golven komen voor bij mensen vanaf het tweede jaar en geven aan dat iemand op een ontspannen wijze alert is. Wie alfa golven produceert ervaart die toestand als ontspanning, rust en een zekere mate van tevredenheid. Het is heel goed mogelijk om in deze toestand productief werkzaam te zijn. SMR-golven hebben een frequentiebereik van 12 tot 16 Hz en hebben te maken met fysieke rust en sensomotorische bewustzijn. Vroeger waren ze deel van het bèta-golvenfrequentiebereik. Ze worden gemeten en gebruikt bij een therapie die bekend staat als neurofeedback, en ze hebben bijgedragen tot de ontdekking van het feit dat epilepsie hiermee kan worden gestabiliseerd. Bèta golven hebben een frequentiebereik van 16 tot 30 Hz. We zitten op deze golflengte wanneer we wakker en alert zijn en logisch denken. In deze toestand ervaren we ook angst, stress, spanning, rusteloosheid en irritatie. Gamma golven hebben een frequentiebereik van 30 tot 80 Hz. Ze hebben te maken met een sterke mentale activiteit zoals intense waarneming, oplossen van moeilijke problemen en grote angst. Veranderingen in de hersengolven kunnen tot stand komen door: * meditatie * toepassing van ademhalingstechnieken * mentale of emotionele ervaringen * beweging en uitputting * uiterlijke zintuiglijke input (met name licht en geluid) * het gebruik van bepaalde medicijnen en/of drugs Diverse psychische en lichamelijke klachten kunnen verminderen of verdwijnen door te leren andere hersengolven te produceren. Dat is mogelijk met onder andere een behandelmethode die bekend staat als neurofeedback.
  • Het Flynn-effect n deze sinterklaastijd mag ik een aantal goochelshows verzorgen op sinterklaasfeesten. Ik vind het geweldig om deze oude liefhebberij van mij zo nu en dan nog kunnen uitoefenen. Mijn eerste echte kindervoorstelling gaf ik al toen ik 14 was. Nu - 32 jaar later – merk ik heel duidelijk dat de kinderen van nu slimmer zijn dan de kinderen van toen. Bepaalde trucs die ik destijds met succes kon doen, heb ik uit mijn repertoire gedaan omdat de kinderen de goocheltrucs snappen. In de sociale wetenschappen is het een bekend verschijnsel dat kinderen slimmer worden. Dit fenomeen staat bekend als het Flynn-effect. Het is genoemd naar James Flynn, een Nieuw-Zeelands psycholoog die daar voor het eerst onderzoek naar deed. Het effect werd later herhaaldelijk geconstateerd door onderzoekers in de Verenigde Staten en Azië, maar ook in Vlaanderen en Nederland. Via de bovenstaande diashow, kan een interview met James Flynn worden beluisterd. Op Wikipedia worden de volgende mogelijke verklaringen voor het Flynn-effect genoemd. * Wordt de mensheid slimmer? Misschien hebben intelligente mensen een evolutionair voordeel? * Door betere voeding en hygiëne stijgt het algemene conditiepeil, dus ook de intelligentie. * Betere scholing heeft een positieve invloed op IQ en het IQ van kinderen opgevoed door geschoolde ouders. * Heeft de afname van het aantal mishandelde kinderen door een grotere maatschappelijke aandacht voor dit probleem een positieve invloed op IQ? * Worden de mensen bedrevener in het afleggen van intelligentietesten, door een betere scholingsgraad? * De vragen van veelgebruikte intelligentietesten geraken verspreid en gekend, zodanig dat een volgende proefpersoon niet meer “een nieuw probleem” moet oplossen (zoals oorspronkelijk bedoeld), maar een reeds min of meer vertrouwd probleem. * Daling van gezinsgrootte waardoor er meer aandacht is voor individuele kinderen Ik geloof zeker dat al deze zaken een rol kunnen spelen. Ik mis echter de mogelijke verklaring dat er in het collectief onbewuste van de mensheid steeds meer kennis en informatie opgeslagen ligt. De kinderen van deze tijd hebben, net als wij volwassenen, toegang tot dat veld, dat verband houd met het zero point field of nulpuntsenergieveld waar Lynne McTaggert over schrijft en spreekt.
  • Meervoudige intelligenties n 2002 mocht ik meehelpen aan het organiseren van een symposium over spirituele intelligentie. Ik heb toen een toespraak geschreven waarin ook kort werd ingegaan op intelligentie in het algemeen. Bij mijn voorbereiding stuitte ik op een artikel uit Elsevier over de theorie van meervoudige intelligenties zoals die in de jaren tachtig is ontwikkeld door de Amerikaanse hoogleraar Howard Gardner. Op dat moment begon die theorie enige bekendheid te krijgen in Nederland. Inmiddels hebben hebben vele onderwijsorganisaties het concept omarmd en hun werkwijzen afgestemd op deze theorie van meervoudige intelligenties. Daarbij worden er acht en soms negen verschillende intelligenties onderscheiden: * verbaal/linguïstische intelligentie (woordslim) * logisch/mathematische intelligentie (rekenslim) * visueel/ruimtelijke intelligentie (beeldslim) * muzikaal/ritmische intelligentie (muziekslim) * lichamelijke/kinesthetische intelligentie (beweegslim) * interpersoonlijke intelligentie (mensenslim) * intrapersoonlijke intelligentie (zelfslim) * natuurgerichte intelligentie (natuurslim) * existentiële intelligentie (bestaansslim) Gardner definieert intelligentie als de bekwaamheid om problemen op te lossen of om iets wat bestaat aan te passen aan veranderende omstandigheden. Mensen blijken dat op verschillende manieren te doen. Dat komt door de wijze waarop zij gebruik maken van een reeks verschillende intelligenties. Die zijn voor ieder persoon even uniek als een vingerafdruk. De mate waarin ze onderling in sterkte, mogelijkheden en samenwerking variëren, verschilt van mens tot mens. Existentiële intelligentie houdt verband met onder andere zingeving en spiritualiteit. Voorbeelden van mensen met een hoge existentiële intelligentie zijn bijvoorbeeld Mahatma Gandhi, Martin Luther King en Moeder Theresa. Gardner twijfelt nog of dit volgens zijn normen als een intelligentie kan worden beschouwd. Ieder mens heeft dus zijn eigen profiel van onderling op elkaar inwerkende intelligenties. Elke intelligentie kan aan sterkte winnen, maar natuurlijk is daar wel een grens aan. Intelligenties kunnen dus tot op zekere hoogte worden ontwikkeld. Neurologisch onderzoek bij onder andere oorlogsveteranen met een hersenbeschadiging bood steeds sterkere aanwijzingen voor het bestaan van deze vermogens of intelligenties. De theorie over de meervoudige intelligenties is zo populair geworden in het onderwijs omdat er tegemoet kan worden gekomen aan de verschillen die er tussen kinderen bestaan. De vraag is niet meer: ‘Hoe intelligent ben jij?’ Maar: ‘Hoe ben jij intelligent?’
  • Spirituele intelligentie oor mij is het al heel lang duidelijk dat er zoiets bestaat als spirituele intelligentie. Grote leraren van de mensheid zoals Boeddha, Lao Tse en Jezus beschikten over een intelligentie van een heel andere dimensie dan de meeste andere mensen. Maar wat is dat voor intelligentie? Mensen die spiritueel intelligent zijn leven vanuit hun diepste innerlijk dat verbonden is met dat wat we de Oorsprong, de Bron, het Licht of God kunnen noemen. In 2002 kocht ik het boek ‘Spirituele intelligentie, de kwaliteit die grenzen verlegt’. De inhoud viel me wat tegen. De auteurs kaarten interessante onderwerpen aan, maar een heldere visie, bezieling en structuur ontbreken naar mijn inzien. Het boek komt op mij tamelijk fragmentarisch over. De auteur, Danah Zohar, schrijft dat de traditionele intelligentietest vooral rationele intelligentie meet. Daarnaast is er natuurlijk sociale intelligentie. Bij spirituele intelligentie gaat het volgens de auteur om de diepere zin van het bestaan, het vragen daarnaar en het beleven daarvan. Deze vorm van intelligentie gaat de andere te boven en omvat ze in zekere zin. Het spiritueel intelligentiequotiënt (SQ) is geen getal zoals dat uit testresultaten voortkomt, maar een speelse benaming voor deze derde soort intelligentie die alles te maken heeft met spiritualiteit, religiositeit, het zoeken naar het ware Zelf etc. Volgens Zohar zijn er aanwijzingen dat deze speciale intelligentie over een bepaald neuraal systeem in de hersenen beschikt. De wetenschap hieromtrent staat echter nog in de kinderschoenen. Een “hoog SQ” gaat samen met veel zelfinzicht en -bewustzijn en een zuivere moraal. Aanwijzingen voor een hoog ontwikkeld SQ zijn onder andere: * het vermogen om flexibel te zijn (actieve en spontane aanpassing) * een hoge graad van zelfbewustzijn * het vermogen om het lijden onder ogen te zien en ten goede aan te wenden * zich laten inspireren door visies en waarden * de onwil onnodig leed te veroorzaken * de neiging verband te zien tussen uiteenlopende dingen (holistisch denken) * een uitgesproken neiging om vragen als ‘waarom’ of wat gebeurt er als …?’ te stellen en naar ‘fundamentele’ antwoorden te zoeken * ‘veld-onafhankelijk’ te zijn: het vermogen hebben om tegen conventies in te gaan. In de bovenstaande video gaat Danah Zohar in op spirituele intelligentie. Ook noemt zij voorbeelden van bedrijven die bewust gebruik maken van deze kwaliteit.

Intuitie

  • Definitie en citaten Vanavond heb ik spreuken, quotes en citaten over intuïtie verzameld. Deze collectie geeft naar mijn idee in een kort bestek een indruk van het fenomeen intuïtie. Ik begon met googlen in het Nederlands. Daarna tikte ik Engelse termen in in ‘s werelds grootste zoekmachine. Het viel me op dat er veel citaten waren van beroemdheden, maar nauwelijks van mensen die beroepsmatig of spiritueel als een autoriteit op het gebied van intuïtie worden gezien. Daarom ben ik te rade gegaan in mijn boeken over intuïtie, waarvan de meeste geschreven zijn door Amerikaanse dames die zich als intuïtie-goeroe profileren: Laura Day, Shakti Gawain, Kathrin Harwig, Anodea Judith, Linda Keen, Caroline Myss, Judith Orloff, en Penny Peirce). Ook heb ik de boeken van mijn “klassieke” leermeesters op nageslagen: Helena Petrovna Blavatsky, Rudolf Steiner en Jan van Rijckenborgh. De onderstaande citaten geven naar mijn idee een mooi kaleidoscopisch beeld van het fenomeen intuïtie. Echte definities staan er niet bij. De definitie van intuïtie die ik zelf altijd hanteer is: een weten van binnenuit zonder dat daarbij een verstandelijke overweging betrokken is. Intuïtie is dus niet rationeel, maar ook niet irrationeel. We zouden intuïtie supra-rationeel kunnen noemen omdat het verwijst naar iets dat het verstandelijke overstijgt. U dient de stad van uw comfort te verlaten en de wildernis van uw intuïtie binnen te gaan. Dan zult u iets wonderbaarlijks ontdekken: uzelf! Alan Alda Luister naar uw intuïtie. Het zal u alles vertellen wat u moet weten. Anthony J. d’Angelo Intuïtie vertelt je wat te doen, niet waarom. Anoniem Wanneer er overeenstemming is tussen intuïtie en logica, zit je altijd goed. Anoniem Je moet je intuïtie trainen, je moet die zachte stem binnen in je vertrouwen die je exact vertelt wat je moet zeggen, wat je moet beslissen. Ingrid Bergman Als er geen innerlijk zien of intuïtie zou bestaan, dan zouden de joden geen bijbel hebben en de christenen geen Jezus. Dat wat Mozes en Jezus aan de wereld hebben gegeven was de vrucht van hun intuïtie of verlichting. Helena Petrovna Blavatsky Luisteren naar je hart is een kunst die je onder de knie kunt krijgen door oefening – veel oefening. Bij het reflectietraject zijn alle drie de niveaus van business spiritualiteit betrokken: het zakelijke niveau (heb je bereikt wat je wilde), het samenwerkingsniveau (wat zijn de gevolgen voor de samenwerking en het belang van anderen?) en het innerlijke niveau (wat doet het met jouw gevoel?). Paul de Chauvigny de Blot Onze intuïtie zouden we als een soort ‘adviseur’ kunnen beschouwen en als zodanig behandelen Edward de Bono Je intuïtie is je directe verbinding met je levenskracht. Deze taal van energie is een leidraad naar een onzichtbare dimensie die je in staat stelt inzichten te krijgen. Carolina Bont Hoe meer je je intuïtie vertrouwt, hoe gemotiveerder, krachtiger en gelukkiger je wordt. Gisele Bundchen Als je reactie op een voorval je karakter verzwakt en je intuïtie afstompt, reageer je duidelijk verkeerd. Als je daarentegen in je reactie je geestelijke groei voor ogen hebt, zal de gebeurtenis uiteindelijk een gelukkige blijken. Paul Brunton Iedere toets die men op de juiste wijze heeft doorstaan, wordt beloond met groei in intuïtieve kennis, karaktervastheid of inwijding in een hoger bewustzijn. Paul Brunton Intuïtie, inspiratie en zelfs genade kunnen je rechtstreeks deelachtig worden door gebed, meditatie en lezen. Paul Brunton Leef met intuïtie en inspiratie en laat je hele leven een openbaring zijn. Eileen Caddy Alle werkelijk grote mensen waren begiftigd met intuïtie. Zij wisten wat ze moesten doen zonder te redeneren of te analyseren. Alexis Carrel Intuïtie heeft heel veel weg van helderziendheid; het lijkt op een buitenzintuiglijke waarneming van de werkelijkheid. Alex Carrel De mens van weleer wist intuïtief precies wat hij moest doen en hoe hij dat het beste kon doen. Maar, omdat hij dat zo goed deed, begon hij een gevoel van zelfbewustheid te ontwikkelen. Dat gaf hem het gevoel dat de handelingen die hij met de regelmaat van de klok verrichtte voorspelbaar waren en dat hij ze kon plannen. Carlos Casteneda Ontdek en luister naar je innerlijke stem. Draag deze uit en help anderen ook hun innerlijke stem te ontdekken en uiut te dragen. Stephen Covey Intuïtie is een hulpmiddel, een natuurlijk vermogen waarover alle mensen beschikken. We gebruiken onze intuitie allemaal voortdurend, ongeacht we er in geloven of niet. Laura Day Voor een spiritueel wezen is intuïtie veel meer dat zomaar een ingeving. Zij wordt beschouwd als leiding van hogerhand of als de stem van God en dit innerlijke inzicht kan niet licht worden opgevat of worden genegeerd. Wayne Dyer Nu is voor mannen en vrouwen de tijd aangebroken om een zesde zintuig te ontwikkelen, dat we intuïtie zullen noemen. Mensen hebben zich nu al lange tijd geconcentreerd op het stimuleren en het ontwikkelen van het intellect. Dit zesde zintuig, of straal van licht, is bedoeld om voor iedereen de geheimen van de natuur, de schepping en alle spirituele leven en zingeving te ontsluieren. White Eagle De mens die zich omringt met feiten, niet toestaat dat hij verrast wordt, geen flits van intuïtie kent, geen veronderstellingen maakt, geen risico neemt, leeft in een afgesloten cel. Albert Einstein Het intuïtieve denkvermogen is een godsgeschenk en het rationele verstand is een dienaar. We hebben een maatschappij geschapen die de dienaar vereert en het geschenk is vergeten. Albert Einstein Je zult je vaak moeten baseren op intuïtie. Bill Gates Intuïtie is een belangrijk hulpmiddel dat sterk kan bijdragen aan succes en vervulling in ons leven. Het is een vermogen dat ons is aangeboren, en toch hebben velen van ons het contact ermee verloren. Shakti Gawain Maar heel weinig mensen zijn intuïtief begaafd vanaf hun geboorte. Net als muzikaal talent ligt de sleutel in het oefenen van deze gaven. Het geheim is toewijding, het ontdekken en leren van de regels, en oefenen, oefenen, oefenen. Kathryn Harwig Intuïtie is verstand dat haast heeft. Holbrook Jackson De rede biedt ons vele mogelijkheden tegelijk. Intuïtie kiest daaruit feilloos de beste. Arthur Japin Intuïtie is een sprong van fragmentatie naar volledigheid. De ontwikkeling van onze intuïtie vergroot onze buitenzintuiglijke vermogens en speelt een centrale rol in het functioneren van het zesde chakra. Alleen met onze intuïtie kunnen we het mysterie van de grotere kosmische wereld bevatten. Anodea Judith Alle menselijke kennis begint met intuïties, ontwikkelt zich tot concepten en eindigt met ideeën. Immanuel Kant Er doen zich binnen onszelf en om ons heen talloze wonderen voor. Omdat vanaf het moment van onze geboorte scherp is ingeprent ze te negeren wordt ons intuïtieve zelf vaak weggedrukt, ogenschijnlijk onbereikbaar ver. We spannen ons in ermee in contact te komen via verslagen uit de tweede of derde hand, maar in werkelijkheid is deze ruimere dimensie van ons leven dichterbij en toegankelijker dan de meeste mensen geloven. Linda Keen We moeten een evenwicht zien te vinden tussern intuïtie en analyse. Beide zijn belangrijke krachtbronnen en beide hebben hun zwakheden. Gary Klein Intuïtie is niet de vijand, maar de bondgenoot van het verstand. John Kord Lagemann Intuïtie is het onmiddellijke begrip van het grote geheel. Johann Kaspar Lavater Intuïtieve waardeoordelen zijn gevoelens, maar geen emoties: ze hebben een andere oorsprong en daardoor ook een andere functie. De psychologische, gevoelsmatige beoordelingen zijn een vorm van de verwerking en classificatie van de uiterlijke zintuiglijke indrukken. De intuïtieve beoordelingen steunen op het waarnemen van het innerlijke, de kern, het wezen van de dingen, mensen en situaties. Anita Martiny Ik geloof dat intuïtief of symbolisch inzicht geen gave is, maar een vaardigheid, een vaardigheid die gebaseerd is op zelfvertrouwen. Caroline Myss Intuïtie wordt meer en meer van waarde in de nieuwe informatie maatschappij, juist omdat er zoveel informatie is. John Naisbitt Intuïtie is een permanente link met het onderbewuste. Joris van Ooijen Mannen hebben het in onze cultuur in een bepaald opzicht moeilijker dan vrouwen. Hun is geleerd lineair en logisch te denken en hun intuïtie niet te ontwikkelen Judith Orloff Intuïtie is het lang-verloren levende water. Ze brengt ons levendigheid en vreugde, spontane antwoorden, en overvloedige kennis waar we slechts om hoeven te vragen. Leven volgens je intuitie is een kunst die, als je deze beheerst, ongekende ervaringen voortbrengt. Penny Peirce Dankzij de wetenschap kunnen we bewijzen, maar dankzij intuïtie kunnen we ontdekken. Henri Poincare Als u uw intuïtie vaak negeert, zal deze op den duur niet meer tot u spreken. Als u uw intuïtie volgt, dan zal dat achteraf steeds duidelijk worden en kunt u zien hoe waardevol de op intuïtie gebaseerde beslissing is geweest. Erik van Praag Ik sta mijn intuïtie toe mij te leiden op mijn pad Manuel Puig Intuïtie in volstrekte zin is het dagelijks verkeer met God, een levenscontinuiteit met Christus; wij zeggen: in harmonie komen met de wereld van de levensgeest, waardoor de vibraties van de wereld door ons toebereide lichaam worden opgenomen en geëtst in ons bewustzijn. Dat is intuïtie. Jan van Rijckenborgh Intuïtie berust op het vermogen van de ziel om de goddelijke volheid van het Al, die zich aan ieder atoom van de zeven kosmische gebieden openbaart, volkomen te kennen. Welnu, die openbaring is het wezen van de Geest, waarmee de ziel zich door middel van haar intuïtieve vermogen verenigt en waaruit zij gaat leven en zijn. Jan van Rijckenborgh Intuïtie is geen gok! Intuïtie heeft juist iets van zekerheid in zich: dat je weet dat het goed is wat je doet, al kun je de uitkomsten nog niet (helemaal) overzien. Er is altijd ruimte voor vrije wil. Het kan goed zijn dat je een boodschap wel ontvangt, maar er geen acht op slaat. Vergelijk het maar met een voicemail-bericht. Je kunt ervoor kiezen om het bericht niet af te luisteren. Marjolein Rikmenspoel Door onze intuïtie te volgen worden we vaak bespaard voor rampen. Anne Wilsen Schaef Intuïtie is een geen geestelijk vermogen dat verklaringen geeft, maar gewoon de weg wijst. Florence Scovel Shinn De hoogste vorm van kennis is intuïtie. Naarmate iemand zich dit soort kennis meer eigen heeft gemaakt, wordt hij meer van zichzelf en van God bewust, dat wil zeggen, is hij volmaakter en gelukkiger. Spinoza Als de leerling zich een beleven van de intuïtie heeft verschaft, kent hij niet slechts de beelden van de ziele-geesteswereld, en kan hij niet slechts hun onderlinge betrekkingen door middel van het ‘verborgen schrift’ lezen: hij komt ook tot de kennis van de wezens zelf, door wier samenwerken de wereld waartoe de mens behoort, tot stand komt, en hij leert daardoor zichzelf kennen in de gestalte, die hij als geestelijk wezen in de ziele-geesteswereld heeft. Rudolf Steiner Vertrouw jezelf. Je weet veel meer dan je denkt te weten Benjamin Spock Om intuïtief te zijn is het niet nodig religieus of paranormaal begaafd te zijn, te mediteren of te bidden. Ons contact met de levensgeest door middel van intuïtie is rechtstreeks en altijd aanwezig. James Wanless Vertrouwen is gepassioneerde intuïtie William Wordsworth
  • Hooggevoeligheid (HSP) Wat moet ik doen als ik te intuïtief ben? Die vraag werd mij in april gesteld tijdens de vraag- en antwoordsessie van mijn afsluitende optreden op de studiedag over het rekenonderwijs voor zo’n 250 leerkrachten van scholen van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer. Dat is een veelomvattende vraag die waarschijnlijk bij de vragenstelster is opgekomen naar aanleiding van ervaringen die ze als minder prettig heeft ervaren. Ik was tijdens mijn optreden niet in de gelegenheid om met de betreffende leerkracht in gesprek te gaan, maar ik vermoed dat zij nogal eens impressies ontvangt van andere mensen of van entiteiten die ze liever buiten zich zou willen houden. Een manier om ongewenste indrukken buiten je te houden is goed aarden door stevig te eten (bijvoorbeeld met veel vlees en bonen), flink te sporten en vooral niet te mediteren of spirituele boeken te lezen. Op die manier kweek je een ‘olifantenhuid’. Deze tamelijk grove aanpak past (gelukkig) niet bij iedereen. Het nadeel hiervan is dat de gevoeligheid en het vibratieniveau afnemen, en daarmee ook mooie eigenschappen als opmerkzaamheid, empathie en creativiteit. Een andere benadering is om met de aandacht voortdurend bewust heel dicht bij jezelf te blijven (mindfullness), waardoor je je levensenergie bij je houdt, minder snel moe wordt en daardoor minder toegankelijk bent voor ongewenste astrale invloeden van buitenaf. Bepaalde visualisaties, waarin je jezelf bijvoorbeeld in gedachten verbindt met de aarde en de hemel en jezelf in je verbeelding plaatst in een glazen bol, kunnen daarbij behulpzaam zijn. Voor mij was het duidelijk dat de vragenstelster een hoogsensitief persoon (HSP) is. Vanaf het podium heb ik haar aangeraden boeken te lezen over hooggevoeligheid en haar leven zodanig vorm te geven dat ze blij kan zijn met haar sensitiviteit in plaats van er alleen maar last van te hebben. Mogelijk kan ze juf blijven, maar het kan ook zijn dat ze er goed aan doet ander werk te gaan doen waarbij ze aan minder zintuiglijke prikkels wordt blootgesteld en meer gelegenheden krijgt om zich terug te trekken. Van de gelegenheid maakt ik gebruik om de aanwezig leerkrachten erop te wijzen dat veel hooggevoelige kinderen het moeilijk hebben in het huidige onderwijssysteem. Hooggevoeligheid is een kernkwaliteit die kan worden herkend in het kernkwadrant van de schildpad van de axenroos. HSP’s kan ik aanraden het boek ‘De 7 geheimen van de schildpad, geborgenheid vinden in jezelf’ van Aljoscha Schwarz en Ronald Schweppe te lezen. De term HSP (highly sensitive person, hooggevoelig persoon) is in 1996 geïntroduceerd door de Amerikaanse psychologe Elaine N. Aaron. Ze is auteur het goedverkochte boek ‘Hoogsensitieve personen. Hoe blijf je overeind als de wereld je overweldigt’. Op basis van uitgebreid onderzoek concludeert ze dat hoogsensitiviteit sterk aangeboren en genetisch bepaald is. Hooggevoelige mensen (naar schatting 15 – 20 procent van de bevolking) worden zowel intern als extern sterker geprikkeld dan gemiddeld. Op Wikipedia staat daarover: In interne zin zijn HSP’s gevoeliger voor emoties, pijn, genot en andere lichamelijke en geestelijke ervaringen. In externe zin zijn HSP’s niet alleen gevoeliger voor geluiden en geuren en voor visuele en tactiele stimulatie, maar blijken zij ook meer indrukken op te nemen, waardoor zij zich eerder en meer bewust zijn van details en het aantal mogelijke scenario’s die een omgeving in zich bergt. HSP’s zijn daardoor meer alert op mogelijke gevaren en zijn eerder geneigd tot het overdenken en inschatten van situaties wat volgens Aron door collega’s vaak ten onrechte als verlegenheid en geremdheid wordt beschouwd. HSP’s zijn geneigd tot minder sociale omgang en assertiviteit dan gemiddeld. Volgens Aron komt dat niet omdat ze verlegen of weinig sociaal zijn, maar als gevolg van noodzakelijke aanpassing aan hun aangeboren eigenschap die hen noopt voorzichtiger met zichzelf en hun omgeving om te gaan. Verder zijn HSP’s vanwege hun aangeboren opmerkingsvermogen meer geneigd tot empathie en blijken zij in met name een rustige omgeving in staat te zijn informatie beter dan gemiddeld in zich op te nemen en tot in alle details en nuances uit te werken. Voor Aron vormen deze onderzoeksresultaten aanleiding voor een andere, positievere benadering en waardering van hooggevoeligheid. In praktische zin is het volgens Aron belangrijk dat HSP’s zich bewust worden van die aangeboren eigenschap en dat ze hun levenswijze daaraan aanpassen: Meer rust nemen, vaker alleen zijn of de natuur opzoeken en overprikkeling (zoals drukke, competitieve omgevingen) beperken. Ook dienen zij schuld- of minderwaardigheidsgevoelens over hun inherente beperkingen los te laten. Ze doen er goed aan niet te trachten zich te conformeren aan het gedrag van niet-HSP’s, zoals dat vaak door hedendaagse reguliere therapeuten wordt verlangd. Aarons raadt HSP’ers aan te waken voor overdrijven, dramatiseren, zich gedragen als slachoffer en weinig assertiviteit te tonen/ en slachtoffergedrag. Ook stimuleert ze HSP’s vooral aan het maatschappelijke leven te blijven deelnemen. Omdat hun hooggevoeligheid hen in staat stelt informatie onder de juiste omstandigheden (een rustige werkomgeving zonder een overmaat aan druk en kritiek en overdreven toezicht) beter en uitgebreider te verwerken, kunnen zij aanzienlijk aan de samenleving bijdragen. Door deze positieve waardering van en betere omgang met de aangeboren kwaliteiten zullen veel HSP’s volgens Aron een gelukkiger geestelijk leven leiden. De onderstaande lijst is afkomstig van de website van Elaine Aron. Als meer dan veertien uitspraken op jou van toepassing zijn, ben je waarschijnlijk een hooggevoelig persoon (HSP). * Ik raak gemakkelijk overweldigd door een sterke zintuiglijke prikkels. * Ik ben me bewust van subtiele signalen in mijn omgeving. * De gemoedstoestanden van andere mensen hebben invloed op mij. * Ik ben heel gevoelig voor pijn. * Ik heb behoefte om me tijdens drukke dagen terug te trekken op een plek waar ik alleen kan zijn * Ik ben bijzonder gevoelig voor de effecten van cafeïne. * Ik raak gemakkelijk overvoerd door dingen als fel licht, sterke geuren, grove weefsels en harde sirenes. * Ik heb een rijke en complex innerlijke leven. * Ik voel me ongemakkelijk bij harde geluiden. * Ik kan diep geroerd worden door kunst of muziek. * Ik ben consciëntieus. * Ik schrik gemakkelijk. * Ik voel me opgejaagd als ik veel moet doen in een korte tijd te hebben. * Wanneer mensen zich ongemakkelijk voelen in een fysieke omgeving wil ik graag weten wat er kan worden gedaan om het hen comfortabeler te maken (zoals het licht te veranderen of de stoelen te verplaatsen). * Ik raak geïrriteerd als mensen proberen me te veel dingen tegelijk te laten doen. * Ik doe mijn best om te voorkomen dat fouten maken of dingen vergeet. * Ik kijk in principe niet naar films en tv-programma’s die gewelddadig zijn * Ik voel me ongemakkelijk als er veel om me heen gebeurt. * Als ik honger heb, reageer ik daar heftig op: mijn concentratie en mijn stemming worden verstoord. * Veranderingen in mijn leven brengen me van mijn stuk. * Ik heb een neus voor delicate geuren, smaken geluiden en kunstwerken en geniet daarvan. * Ik voel me ongemakkelijk als er om me heen teveel tegelijk gebeurt. * Ik vermijd zoveel mogelijk om in situaties te komen waarin ik overbelast wordt of van streek raak. * Ik kan niet tegen intense prikkels, zoals harde geluiden en chaotische toestanden. * Wanneer ik moet concurreren of wordt gadegeslagen tijdens het uitvoeren van een taak, word ik zo nerveus of beverig dat ik de taak slechter uitvoer dan anders. * Toen ik een kind was, beschouwden mijn ouders en leraren mij als gevoelig en verlegen.
  • Inner Vision Ton Creemers Het is herhaaldelijk voorgekomen mensen na afloop van een optreden van mij naar mij toe kwamen met de vraag of ze mij kunnen inhuren voor adviezen die gebaseerd zijn op mijn intuïtie. Op die vraag heb ik altijd ‘nee’ geantwoord omdat ik me daar niet voldoende competent voor voel. Een lecture show verzorgen waarin ik de mensen entertain en ze tegelijkertijd wijs op het belang van intuïtie doe ik graag. Dat kan ik goed. Verantwoordelijkheid nemen voor adviezen waarover ik mezelf niet zeker voel, gaat me echter te ver. Tot voor kort kon ik de zakenmensen die behoefte hadden aan consultancy op basis van intuïtie geen alternatief bieden. Er zijn in Nederland natuurlijk honderden adviseurs en coaches die zich beroepen op hun intuitie. Ik heb echter de indruk dat velen van hen niet in staat zijn om bedrijven werkelijk toegevoegde waarde te bieden op basis van hun intuïtie. Niet alleen omdat hun intuïtie niet zo sterk ontwikkeld is als ze beweren, maar vooral ook omdat ze nauwelijk of geen ervaring in het bedrijfsleven hebben opgedaan die aansluit bij bedrijfsmatige behoeften. Ik ben blij dat ik onlangs een ervaren zelfstandig adviseur heb leren kennen die ik in zulke gevallen van harte kan aanbevelen: Ton Creemers (zie nevenstaande foto) van Ton Creemers Innovatie & Advies BV. Hij combineert zijn kennis als dieptepsycholoog en zijn ruime werkervaring met een verbazing-wekkende intuïtie en een scherp verstand. In april 2011 ben ik een middag bij hem op bezoek geweest in zijn houten huis in een bos in het midden van Nederland om te praten over zijn werk. Ton Creemers (1944) ben ik op het spoor gekomen via een kennis van me die werkt als management consultant en in het verleden meerdere malen succesvol met hem had samengewerkt. Tijdens een winterwandeling met die kennis in de duinen van Noordwijk vertelde ik over mijn werk en over mijn mening dat er in het bedrijfsleven veel meer bewust gebruik zou kunnen worden gemaakt van intuïtie. Hij raadde me toen aan te gaan praten met een consultant die veel over mensen kan zeggen uitsluitend op basis van hun voornaam en achternaam. Aanvankelijk dacht ik dat deze man werkte met numerologie. Dat bleek niet zo te zijn: Ton Creemers maakt gebruikt van een methode die veel verder gaat en bekend staat als inner vision. ‘Ik noem inner vision wel de jongste tak van de psychologie’, zegt Creemers. ‘Er zijn meer mensen die daarmee werken, en dat zijn niet alleen psychologen. Als de wetenschap dit vermogen zou erkennen en daadwerkelijk zou gaan toepassen, dan kan binnen enkele seconden het antwoord kunnen worden gevonden op vragen die anders nog jarenlang onbeantwoord zouden blijven.’ Ton Creemers is ervan overtuigd dat ieder mens heeft het vermogen heeft tot inner vision, innerlijk weten of intuïtie, omdat het een eigenschap van de ziel is. Bij de één is het vermogen tot inner vision natuurlijk sterker dan bij de ander. Creemers ontwikkelde een methode die de specifieke kern-eigenschappen en behoeftes van mensen razendsnel analyseert op basis van inner vision. Toepassing van deze methode, die ik zelf heb mogen meemaken, spaart kostbare tijd en draagt eraan bij dat mensen op een meer harmonieuze manier met elkaar kunnen omgaan. Creemers: ‘Intuïtie is voor mij logischer dan logica. Antwoorden op vragen krijg ik via mijn intuïtie. Mijn verstand en mijn creativiteit zet ik in om de antwoorden in de praktijk vorm te geven. Ik richt mijn inner vision vooral op het analyseren en ontwikkelen van mensen, maar ik ben ook goed in genezen en het geven van adviezen op het vlak van bijvoorbeeld, voeding, relaties en opvoeding. Jarenlang heb ik tuinbouwkassen rondgelopen om groentetelers adviezen te geven over bijvoorbeeld de klimaatbeheersing en de voeding en besproeiiing van gewassen. Alles wat een naam heeft kan ik doorvoelen en analyseren: grond, water, mineralen, planten, dieren, mensen, organisaties, steden, landen enzovoort. Daarvoor is het niet nodig dat ik in inhoudelijk opzicht verstand van zaken heb. Ook hoef ik niet veel vragen te stellen. Alleen op basis van de naam van een bedrijf kan ik al vaststellen welke issues er in de organisatie spelen. Ik kijk naar alle processen alsof het de ontwikkeling van een mens van baby tot tot volwassene betreft.’ Het bovenstaande komt in eerste instantie misschien wat zweverig over, maar Ton Creemers ia allesbehalve zweverig. Zijn werk is gebaseerd op een uitgebreide psychologsiche en bedrijfskundige kennis en ervaring. Het bijzondere is dat hij die op een verrassende wijze combineert met inner vision. Hij is ervan overtuigd dat we als mensen voor de opdracht staan om onze eigenschappen te ontwikkelen. Het is het meest krachtig en heilzaam als we dat doen in dienst van onze medemensen. Toen ik Ton Creemers aan de telefoon had om een afspraak te maken, vroeg hij of hij mij mocht analyseren op basis van mijn naam. Uiteraard heb ik ingestemd, want ik wilde graag ervaren hoe inner vision werkt. Bovendien: wat extra zelfkennis is ook nooit weg! Als mentalist ben ik natuurlijk ook op hoogte van allerlei technieken om mensen readings te geven op basis van wat bekend staat als ‘cold reading’. Voor mij was het al snel duidelijk dat Creemers geen gebruik maakte van cold reading, want hij wist dingen over mij, mijn achtergrond en mijn vriendin die hij niet kon weten op basis van onderzoek via internet of reacties van mij. Creemers had voorafgaand aan mijn bezoek notities gemaakt over de indrukken die hij kreeg op basis van mijn naam. Systematisch besprak hij een aantal punten die voor mij van belang zijn: mijn sterkste eigenschap op dit moment, mijn eigenschap die zich aan het ontwikkelen is, mijn psychologische innerlijke behoefte, mijn stressniveau, mijn verkoopfactor, mijn rolmodel, mijn doel in het leven en de ‘klik’ in de relatie met mijn vriendin. Er zijn natuurlijk mensen die dezelfde voornaam en achternaam hebben. Gebeurt het wel eens dat Creemers bij een inner vision sessie de eigenschappen noemt van iemand anders met dezelfde naam. ‘Nee’, zegt hij resoluut. ‘Ik ben wel eens gevraagd om een inner vision te doen bij vijf mensen met dezelfde naam uit één familie, en het bleek dat ik steeds bij de betreffende persoon de juiste eigenschappen noemde.’ Wie de methode van inner vision beheerst, kan daar natuurlijk misbruik van maken. Creemers gaat heel integer met de methode om. Tijdens ons gesprek vroeg hij herhaaldelijk toestemming om ergens iets over te zeggen. Juist door die integriteit kan hij succesvol werken met inner vision. Zelf zegt hij daarover: ‘Het is belangrijk dat inner vision uitsluitend worden toegepast op een rechtvaardige, zuivere en eerlijke manier. Want anders komt er nog meer stof op de zuivere spiegel. Overigens: mijn sterkste eigenschap is zuiverheid. Die stelt mij in staat het vermogen van inner vision te benutten.’ Ton Creemers is opgegroeid in een groot katholiek arbeidersgezin. Sinds het einde van de jaren tachtig is hij aangesloten bij het Bahai-geloof, waarover ik eerder schreef in mijn blog-artikel over wereldreligiedag. Het begrip inner vision speelt een belangrijke rol in de Bahai-religie. Baha’u'lláh, de stichter van het Bahai-geloof, schreef onder andere: Daarom dienen we er met hart en ziel naar te streven dat de sluier over het oog van de innerlijke visie wordt weggenomen, zodat we de manifestaties van de tekenen van God kunnen aanschouwen. Is het werk dat Ton Creemers doet wel in overeenstemming met de hoge normen en waarden die zijn verbonden aan het Bahai-geloof? Dat was een vraag die hem sterk bezighield. Hij was een keer in de gelegenheid die vraag te stellen aan iemand hoog in de hiërarchie van de organisatie. Die beantwoordde de vraag van Ton positief, nog voordat hij deze had uitgesproken. Ton Creemers besluit: ‘Ik was blij om te vernemen dat wat ik doe als inner vision wordt gezien, en daarom wel is toegestaan. Binnen de Bahai mogen wij niet in de toekomst kijken omdat we daarmee de ziel beschadigen. Via mijn inner vision methode kom ik te weten wat er speelt, waardoor ik mensen de juiste adviezen kan geven. Dat is iets anders dan de toekomst voorspellen.’ Ton Creemers kan worden ingehuurd door bedrijven en andere organisaties voor toepassing van inner vision in management, human resources management, sales, opleidingen, trainingen, mediation en bedrijfsovername/fusie. Verder kan hij de ‘basisklik’ tussen alle betrokkenen vaststellen. Die is uitermate belangrijk om te weten als men aan een (zakelijke) relatie begint. Ook particulieren kunnen Ton Creemers consulteren voor adviezen die verband houden met bijvoorbeeld relaties, ziektes en opvoeding.
  • Intuitief reizen Intuïtief reizen is een reisconcept dat reizen verheft tot een ware levenskunst. Vanuit een inspirerende visie opent het verrassende en ongekende mogelijkheden om van iedere reis een bijzondere ervaring te maken. Er wordt aan reizen een dimensie toegevoegd. Intuïtief reizen start namelijk vanuit de opvatting dat alle gebeurtenissen in het leven onderdeel zijn van één grote reis. Het geijkte instrument voor deze manier van reizen je intuïtie. Het leven gedraagt zich nu eenmaal niet als een kaarsrecht kanaal. Het is veel meer een kronkelende rivier vol verrassende bochten, onverwachte draaikolken, verraderlijke stukken. Zonder een goede intuïtie red je het niet. Als innerlijk kompas behoedt ze je voor gevaar, maar wijst je ook de weg naar onverwachte ervaringen van schoonheid en bezieling. Intuïtief reizen staat niet los van concrete reiservaringen, maar ontstaat door een fascinerende wisselwerking van je binnen- en buitenwereld. Een intuïtieve reis is niet zoals vaak wordt verondersteld louter een reis in gedachten of fantasie. Er is wel een belangrijk verschil met georganiseerd reizen. Intuïtief reizen legt weinig of geen nadruk op rationele planning van een reis. De verhoudingen zijn omgekeerd. Bij intuïtieve reizen is intuïtie meester en het verstand knecht. Als je reizen letterlijk opvat, ga je pas echt genieten op het moment dat je met de auto, het vliegtuig of de boot op de reisbestemming bent aangekomen. Zie je de reis als metafoor, dan kun je iedere beweging, lang of kort, dichtbij of ver weg, opvatten als een reis. Je wordt je dan bewust van het feit dat je niet alleen tijdens je vakantie of voor je werk reist, maar eigenlijk altijd. Je hele leven is één grote reis. Of het nu de dagelijkse gang naar de bakker of de supermarkt betreft, de rit naar je werk, een bezoek aan je vrienden of ouders, een middagje fietsen, een dagje naar zee, een weekendje kanoën, een weekje de bergen in, een maand kamperen, een wereldreis van een jaar of langer … het zijn allemaal onderdelen van jouw levensreis. Wat als een reiseenheid kan worden beschouwd is zeer subjectief en varieert oneindig, van persoon tot persoon, maar ook van situatie tot situatie. Sommigen rekenen een avond op de kermis tot hun grootste reiservaringen, anderen beschouwen hun hele leven als niet meer dan een korte tussenstop op een oneindige kosmische reis. Het logische antwoord op het voorgeprogrammeerde reizen is intuïtief reizen. Het is een manier van reizen waarbij je leert vertrouwen op je innerlijk kompas. Je zou het ook reizen op gevoel kunnen noemen of bewust reizen, maar waar het in wezen om gaat is dat je gaat reizen vanuit een diep innerlijk weten wat goed voor je is. Intuïtief reizen is in tegenstelling tot wat velen denken geen doelloos of stuurloos gebeuren, waarbij je het ene moment meent naar links te moeten gaan en het andere moment naar rechts. Het betekent niet dat je van hot naar haar reist, van noord naar zuid, van oost naar west. Het is daarentegen juist heel doelgericht reizen, alleen wordt het doel naarmate men de kunst van het intuïtieve reizen beheerst in toenemende mate bepaald door een diep gevoeld innerlijk weten. Je kent je behoefte, weet wat bij je past of bij je hoort. Hoe meer je intuïtief leert reizen, des te meer zul je paden betreden die je reis zo bijzonder maken. Intuïtie reikt je bovendien de mogelijkheden aan om van iedere reis een bewuste en bijzonder leerzame ervaring te maken. Het is uiteraard niet zo dat intuïtief reizen het gebruik van rationele reisinformatie overbodig maakt. Je leert er wel anders mee om te gaan. De keuzes die je maakt zijn meer dan een logische optelsom van pretfactoren. Ze sluiten aan bij een zich telkens weer verdiepende geestelijke behoefte. Een belangrijk onderdeel van intuïtief reizen is dat je kleert vertrouwen op dat wat goed voor je is. Het is en van de cruciale criteria waaro pje een reis uitkiest. Intuïtie wijst je de weg naar reizen waar je hart naar uitgaat. Voor intuïtief reizen geldt niet zozeer de vraag wáár je naar toe gaat, maar hoe je je verhoudt tot je reis. De intuïtieve reiziger houdt zeker in het begin een gezond gesprek op gang met het georganiseerde reizen. Als je je intuïtie nog niet hebt ontwikkeld, is het niet wijs van meet af aan volledig intuïtief te gaan reizen. Het zou voor velen een ramp betekenen. Er zijn tal van tussenvormen mogelijk. Je kunt variëren in de mate waarin je een reis organiseert. Je maakt bijvoorbeeld wel een planning van de bestemming en de tijdsduur van de reis, maar vult je reis daarbinnen intuïtief in. Intuïtief reizen is zo interessant omdat het een nieuwe wereld voor je opent. Als je iedere reis beschouwt als een aanzet voor een naar binnen gerichte beweging, een verinnerlijking, dan zal je dat geestelijk enorm verrijken. Het betekent namelijk dat je je reizen aanwendt om in de behoeften zoals die in diepste zin in je leven tot uitdrukking te brengen. Het biedt je ook de mogelijkheid om iedere reis mysterieus, spannend, opwindend en verrassend te laten zijn. Je gaat je namelijk veel meer openstellen voor onverwachte gebeurtenissen, situaties en ontmoetingen. Heb je je ooit verveeld tijdens een reis of ben je ooit gefrustreerd geweest, dan behoort dat met intuïtief reizen definitief tot het verleden. Een van de grootste voordelen van intuïtief reizen is natuurlijk dat je men ander ogen naar de wereld leert kijken. Door je waarneming te veranderen, ga je steeds minder platgetreden paden bereizen. Je ontdekt nieuwe gebieden in en buiten jezelf. Het intensiveert je beleving en maakt van dodelijk saaie tripjes nog een levendige aangename ervaring. Intuïtief reizen brengt daarnaast tal van praktische voordelen met zich mee. Je gaat er anders door leven, omdat je in toenemende mate op je intuïtie leert vertrouwen. Intuïtieve vaardigheden die je je eigen maakt tijdens het reizen ga je ook in je dagelijkse leven gebruiken. Het mes snijdt aan twee kanten. Door je intuïtie te versterken leer je bijvoorbeeld mensen beter te beoordelen. Je krijgt inzicht in hun aard, beweegredenen, gemoedstoestand of vitaliteit. Beoordeling is een van de belangrijkste functies van intuïtie. Deze beperkt zich niet alleen tot mensen. Ook situaties kunnen om een beoordeling vragen. Door intuïtief te reizen word je bovendien een stuk spontaner omdat je meer je hart volgt. Je reis wordt daardoor minder star en minder zorgelijk. Verder is intuïtief reizen de meest bezielde vorm van reizen. Intuïtie is als een trouwe metgezel in voor- en tegenspoed, die je vervult met schoonheid, inspiratie en een algeheel gevoel van liefde. Bezieling maakt van iedere reis een perfecte reis. Het is echter niet de lijnrechte perfectie van een reis die volgens een vastomlijnd plan verloopt. Dat zou je eerder een efficiënte reis kunnen noemen. De perfecte reis moet je je voorstellen als de stroom van een onbekende rivier met veel spannende bochten, gevaarlijke draaikolken, mooie vergezichten en verleidelijke zij-armen. Een reis vol tegenstellingen, vol kleur, geur en geluid, vol dynamiek.
  • Pluis/niet pluis gevoel Veel artsen merken in hun praktijk de grote beperkingen van het gebruik van protocollen in de geneeskunde. prof. dr. Yvo Smulders zei in zijn oratie in 2008 bij de aanvaarding van zijn leerstoel algemene inwendige geneeskunde bij VU Medisch Centrum dat artsen moeten meer durven vertrouwen op hun intuïtie en subjectieve beoordeling. De zorg draait steeds meer om evidence base, terwijl dat geen recht doet aan individuele patiënten die artsen voor zich hebben in de spreekkamer. Onlangs is er een basis gelegd voor verder onderzoek naar de mogelijkheden en de toepassing van medische intuïtie bij huisartsen. Vrijdag 26 februari 2010 promoveert Erik Stolper aan de Universiteit Maastricht met zijn proefschrift “Gut feelings in General Practice” bij prof.dr G.J. Dinant, prof.dr. P. v. Royen en dr. T. van der Weijden. Verstand en gevoel werken nauw samen in het diagnostisch denken van huisartsen. Huisartsen ervaren soms een ‘pluis’ of een ‘niet-pluis’ gevoel in het patiëntencontact. Dat gevoel nemen de meeste huisartsen serieus en kan hun verder diagnostisch handelen aansturen, zo toonden onderzoekers van de universiteiten van Maastricht en Antwerpen aan. Ook medische tuchtcolleges nemen het ‘niet-pluis’ gevoel serieus, getuige het feit dat ze in Nederland de afgelopen tien jaar regelmatig huisartsen en specialisten verweten dat ze niet goed naar hun ‘niet-pluis’ gevoel hebben geluisterd. De onderzoekers hebben een internationale onderzoeksagenda opgesteld om de diagnostische betekenis van het ‘pluis en niet-pluis’ gevoel (‘gut feelings’) verder te bestuderen en te verbeteren.
  • Spiritualiteit en intuitie Is intuïtie spiritueel? Die vraag werd mij vorige maand gesteld tijdens de vraag en antwoordsessie tijdens een optreden voor zo’n 25 managers van Abrona, een christelijke zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking. Ik was ingehuurd om de strategiedag in Huis ter Heide af te sluiten. De vraag was mij uit het hart gegrepen, want ik merk dat velen ten onrechte denken dat intuïtie per definitie spiritueel is. De vraag paste prima bij de ambiance, want de bijeenkomst vond plaats in een kerkzaal waar regelmatig diensten worden gehouden. Verreweg de meeste vormen van intuïtie die we in ons leven ervaren zijn naar mijn idee niet spiritueel. Intuïtie wordt nogal eens verward met instinct. Dat is niet zo vreemd, want ook intuïtieve impulsen komen net als instinctieve reacties vaak voort uit de natuurlijke drang naar zelfbehoud. Daarmee zeg ik niet dat deze niet waardevol kunnen zijn, maar wel dat ze niet voortkomen uit de werkelijke geestelijke wereld, die behoort tot een andere dimensie. De demonstraties die ik doe tijdens optredens zijn ook helemaal niet spiritueel van aard. Om het bovenstaande helder te maken, onderscheid ik drie werelden die door de mens kunnen worden ervaren. Ten eerste is er natuurlijk de materiële wereld. Die kunnen we waarnemen met onze zintuigen of met verlengstukken daarvan in de vorm van talloze instrumenten. Ten tweede is er de wereld van gedachten, gevoelens, dromen en archetypen. Hier is geen sprake van grofstoffelijke materie, maar van trillingen op etherisch, astraal en mentaal gebied. Dit is ook het domein overledenen, maar het is niet het koninkrijk der hemelen waarover wordt gesproken in de bijbel. Deze wereld, die in nauwe verbinding staat met de zintuiglijk waarneembare wereld wordt de schaduwwereld of de tussenwereld genoemd. Er wordt ook wel gesproken over de reflectie-sfeer of spiegelsfeer omdat deze ijlere wereld kan worden gezien als een weerspiegeling van de concrete zintuiglijke wereld. Ten derde is er de werkelijk geestelijke wereld die geen deel uitmaakt van ruimte en tijd, waaruit alles is voortgekomen en waartoe alles zal terugkeren. Het bovenstaande kan mogelijk duidelijker worden gemaakt door het geheel van de drie werelden te vergelijken met een oceaan. het onrustige en beweeglijke wateroppervlak is dan symbool voor de zintuiglijke wereld. De golven op het oppervlak worden voor een belangrijk deel bepaald door de stromingen in de diepte van de oceaan. Zo worden de gebeurtenissen op aarde op een vergelijkbare wijze beïnvloed door activiteit in de tussenwereld. De vaste bodem van oceaan is het symbool van de eeuwige, onveranderlijke geestelijke wereld. Een vorm van intuïtie waarover overeenstemming bestaat in de wetenschap is gebaseerd op wat ‘onbewuste patroonherkenning’ wordt genoemd. In ons dagelijkse leven doen we vele ervaringen op die worden opgeslagen in ons geheugen. Als we bepaalde situaties goed kunnen inschatten zonder dat te kunnen beredeneren, is het mogelijk dat dit gebaseerd is op herkenning van patronen die in ons onbewuste zijn opgeslagen. Wanneer een procesoperator van een chemische fabriek bijvoorbeeld aanvoelt dat er iets niet goed gaat met het proces, kan hij later tot de conclusie komen dat ongemerkt een verdacht geluid hoorde dat hij eerder had gehoord toen er ook iets aan hand was met het productieproces. Iets vergelijkbaars kan plaatsvinden bij ervaren artsen, die soms weten of er iets ernstigs met een patiënt aan de hand is of niet zonder dat ze hem of haar hebben gesproken en/of onderzocht. Bij het bekende pluis – niet pluis gevoel bij artsen kunnen echter ook andere mechanismen en rol spelen. Het zal duidelijk zijn dat intuïtie op basis vasn patroonherkenning niet spiritueel genoemd kan worden. Ik denk dat het verschijnsel van onbewuste patroonherkenning ook kan optreden op een dieper niveau. Soms weten we dingen omdat we kunnen putten uit een schat aan ervaring die in vorige incarnaties is opgedaan. Ook deze vorm van intuïtie zou ik niet als spiritueel willen aanmerken. Andere vormen van intuïtie hangen samen met het feit dat we allemaal met elkaar verbonden zijn. Als mensen staan we in wisselwerking met de tussenwereld waaruit we op vele manieren informatie kunnen oppikken. Parapsychologische verschijnselen als telepathie en precognitie zijn voor mij natuurlijke fenomenen die ik niet onder spiritualiteit schaar. Ook uittreden (zie nevenstaande cartoon) heeft voor mij op zich niets spiritueels. Wanneer een medium contact heeft met een overledene en boodschappen doorgeeft, heeft dat naar mijn mening meestal niets met spiritualiteit te maken. Spiritisme is iets anders dan spiritualiteit. Als een medium boodschappen doorgeeft van een entiteit die bewust in verbinding staat met de werkelijke geestelijke wereld, wordt het echter een ander verhaal. Over het algemeen ben ik niet zo’n liefhebber van geschriften die gechanneld zijn. Er zijn echter uitzonderingen: boeken die kunnen bijdragen aan een werkelijk geestelijke ontwikkeling. Een voorbeeld daarvan is voor mij het Aquarius Evangelie. Iemand die intuïtief is hoeft dus helemaal niet spiritueel te zijn. Toch is er wel degelijk een verband tussen spiritualiteit en intuïtie. Wie een spirituele weg gaat, wordt gevoeliger, en dus ontvankelijker voor intuïtieve impulsen, zowel van natuurlijke als van geestelijke aard. Als iemand helderziend en/of mediamiek is, houdt dat niet automatisch in dat hij of zij spiritueel is. Een grote gevoeligheid voor etherische en astrale sferen kan zelfs een ernstige belemmering zijn voor een spirituele ontwikkeling. Intuïtieve impulsen zijn naar mijn mening spiritueel wanneer ze bijdragen aan geestelijke bewustwording en vernieuwing, of anders geformuleerd: dat ze er aan bijdragen dat mensen het hoogste potentieel in zichzelf en/of anderen tot ontwikkeling laten komen. Ze zetten aan tot een gerichtheid op, en overgave aan het eeuwige en onveranderlijke. Waar komen die geestelijke intuïtieve impulsen vandaan? Primair uit het onsterfelijke geestelijke beginsel dat zich bevindt bij het hart en ook wel geestvonk, oeratoom, roos, lotus of parel wordt genoemd. Daarnaast kunnen we ook spirituele intuïtieve indrukken ontvangen van entiteiten die verder gevorderd zijn op het geestelijke pad dan wijzelf.

Leiderschap

  • Definitie van leiderschap Leiderschap in de 21ste eeuw verschilt niet wezenlijk van leiderschap in de 21ste eeuw voor het begin van de jaartelling. Steeds gaat het om mensen te enthousiasmeren en te stimuleren om te groeien. Dat zegt de bekende managementgoeroe Tom Peters in de bovenstaande video. Er bestaan duizenden definities over leiderschap. Aangezien ik op dit blog veel schrijf over leiderschap, post ik vandaag enkele uiteenlopende definities die tezamen de verschillende aspecten van leiderschap goed weergeven. Leiderschap is een functie van kennis van jezelf, een visie die goed gecommuniceerd is, vertrouwen opbouwen bij collega’s, en het ondernemen van effectieve acties om je eigen leiderschapspotentieel te realiseren. Warren Bennis In essentie houdt de leiderschapsrol in: Bepalen van een duidelijke visie. Deze visie delen met anderen zodat ze deze kunnen volgen. Zorgen voor de informatie, kennis en methoden die nodig zijn om de visie te kunnen realiseren. Coördineren en in evenwicht brengen van de conflicterende belangen van alle medewerkers of belanghebbenden. Een leider staat op de voorgrond als er een crisis is en is in staat om op een creatieve manier te denken en te handelen in moeilijke situaties. Anders dan management start leiderschap vanuit de kern van een persoonlijkheid en kan het niet getraind worden, of het moet zijn via coaching of mentoring. Business Dictionary De enige definitie van een leider is: iemand met volgers. Peter Drucker Leiderschap is het proces van overtuiging en voorbeeld dat een individu (of leiderschapsteam) of een groep in gang zet om actie te ondernemen die gericht is op het doel van de leider of de gedeelde doelen van iedereen. John Gardner Gangbare definities verwerpen meestal de idee dat leiderschap draait om de capaciteiten, gedragingen, stijlen of charisma van de leider. In het begin van de jaren negentig ontstaat de discussie over de basisgedachten over leiderschap in termen van de interactie tussen de mensen die betrokken zijn in het proces: zowel de leiders als de volgers. Dus leiderschap is niet het werk van een individu, maar het kan worden uitgelegd als een gezamenlijk streven van de leden van de groep. De essentie van leiderschap is dus niet de leider, maar de relatie. Rost Leiderschap is het gedrag van een persoon die een positie van leider heeft in een groep. De activiteiten van deze groep zijn onder zijn verantwoordelijkheid gericht op het realiseren van een bepaald doel. Het heeft dus betrekking op gedragingen in relatie tot de leden van de groep, gericht op het bereiken van bepaalde doelen. Onverschillig aan welke activiteit leiding wordt gegeven, gaat het altijd om doelbewust, doelgericht en doelmatig handelen. Wikipedia
  • Dienend leiderschap De stereotype manager is een leider die krachtig leiding geeft. Toch is deze powermanager langzaam aan vervanging toe. Het nieuwe type leider heeft oog voor de belangen van zijn mensen, is bescheiden en toch wel degelijk effectief, zo concludeert Inge Nuijten in haar proefschrift Servant-Leaderschip: Paradox or Diamond in the Rough? Nuijten promoveerde op 8 december 2009 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De financiële crisis, onethisch gedrag van managers, de toegenomen concurrentie en regelgeving zijn mede aanleiding om het oude power-model van leiderschap te vervangen door een nieuwe standaard van dienend-leiders, betoogt Nuijten. Dienend-leiders stellen de belangen van anderen op de eerste plaats. Daardoor is de kans klein dat zij zich egoïstisch, onethisch of misleidend gedragen. Dienend-leiders zien vooruit en kunnen goed luisteren. Dit stelt hen in staat in te spelen op de behoeften van medewerkers en stakeholders van de organisatie. Bijna veertig jaar geleden gebruikte Robert Greenleaf de term dienend leiderschap (servant leadership) voor het eerst. In haar proefschrift toont Nuijten aan dat dienend-leiderschap de belangrijkste psychologische basisbehoeften van mensen voedt. Deze drie psychologische basisbehoeften (verbondenheid, autonomie en competentie) bleken in wereldwijd onderzoek (onder meer dan 130.000 mensen uit meer dan 130 landen) de voornaamste voorspelers van welbevinden. Verder blijkt uit het proefschrift dat medewerkers veel vertrouwen hebben in dienend-leiders. Vertrouwen zorgt er bijvoorbeeld voor dat mensen zich volledig op hun werk kunnen richten. Met andere woorden: ze worden niet afgeleid door een onveilige omgeving, door de gedachte dat ze op hun tellen moeten passen of omdat ze twijfelen aan de bedoelingen van hun leidinggevende. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat vertrouwen essentieel is voor het goed functioneren van individuen, teams en organisaties. Tot slot blijkt uit het proefschrift dat teamprestaties op de lange termijn beter zijn als teams meer dienend geleid worden. Naast bewijs voor deze positieve effecten biedt het proefschrift een meetinstrument waarmee dienend-leiderschap ten behoeve van onderzoek en in organisaties (bijvoorbeeld ten behoeve van management development) in kaart gebracht kan worden. De belangrijkste gedragsaspecten die het instrument meet zijn: empowerment (faciliteren, ondersteunen), bescheidenheid (beperkingen erkennen), verantwoordelijk houden (doelen geven), zich op de achtergrond houden (anderen credit geven), stewardship (ethische visie communiceren) en moed (risico’s durven nemen). Bedrijven die dienend-leiderschap willen implementeren moeten waken voor het ‘lukraak toepassen’ van de verschillende gedragsaspecten. Dienend-leiderschap is een manier van zijn, en daarom indien toegepast als trucje hoogstwaarschijnlijk minder effectief. Werkelijk dienend leiderschap vindt zijn oorsprong in het hart.
  • Ethisch leiderschap Op 16 juni 2010 promoveert Karianne Kalshoven aan de Universiteit van Amsterdam bij professor dr. Deanne den Hartog op het onderzoek naar ethisch leiderschap dat zij heeft beschreven in haar proefschrift Ethical Leaderschip through the Eyes of Employees. Zij ontwikkelde, als tegenhanger van een Amerikaanse variant, een instrument om ethisch leiderschapsgedrag te meten. Uit haar onderzoek blijkt dat karaktertrekken van leidinggevenden slechts van beperkt belang zijn in relatie tot ethisch leiderschapsgedrag. Dit betekent voor personeelsselectie dat organisaties niet te veel op persoonlijkheidstesten kunnen vertrouwen voor het selecteren van ethisch handelende leidinggevenden. Die conclusie verbaast mij helemaal niet. In berichten over het gebruik van assessments heb ik betoogd dat het gevaarlijk is om bij beslissingen alleen af te gaan op resultaten van testen. Ik heb niets tegen testen zolang bij beslissingen ook de intuïtie wordt gevolgd. Kalshoven is nu werkzaam aan het Ethiek Instituut van de Universiteit Utrecht. Daarnaast begeleidt ze als adviseur en trainer managers en organisaties bij integriteitsvraagstukken. Samen met Renske Valk van Elevate Consulting Group werkt ze aan de ontwikkeling van de Work Ethics Pro™ . Dat wordt een instrument om organisaties te helpen bij de interne integriteitvraagstukken. Ik hoop dat daarin ook aandacht komt voor ruimte komt intuïtieve indrukken. Het nut van een dergelijk instrument zie ik wel in. Als is het alleen maar dat het kan bijdragen aan bewustwording op het gebied van ethisch leiderschap. Sinds de kredietcrisis hebben consumenten onder andere een verminderde vertrouwen in de financiële sector. Zeker in deze sector waar vertrouwen een belangrijke rol speelt, hebben de onethische schandalen een negatieve invloed op de reputatie van organisaties. Aandeelhouders willen niet verbonden zijn en ook consumenten stappen over naar concurrenten. Organisaties proberen op verschillende manieren ethisch gedrag te stimuleren. Naast het opstellen van gedragscodes, spelen ethisch handelende leidinggevende in alle lagen van de organisatie een belangrijke rol in het stimuleren van ethisch gedrag van medewerkers. Ethisch gedrag van leidinggevenden gaat over eerlijkheid, rechtvaardigheid, zorgzaamheid, open communiceren, rekening houden met anderen en het milieu bij het nemen van beslissingen en het begeleiden van werknemers bij ethische dilemma’s. Het tonen van voorbeeldgedrag en het opbouwen van een vertrouwensband met de werknemers lijken essentieel voor ethische leidinggevenden. Uit het promotieonderzoek blijkt dat ethisch gedrag van leidinggevenden positief samenhangt met bereidheid van werknemers om elkaar te helpen, proactief werkgedrag en het uiten van een mening. Deze gedragskenmerken dragen indirect bij aan de effectiviteit van een organisatie. De werkcontext blijkt van invloed op de positieve samenhang tussen het leiderschap- en werknemergedrag. De context kan zorgen voor onduidelijkheid over wat het gewenste gedrag is en dan zullen werknemers sturing zoeken bij hun leidinggevenden. De context kan ook sturing bieden doordat de omgeving beperkingen en/of stimulansen geeft voor bepaald gedrag. Een leidinggevende voegt dan niets meer toe. Verder blijkt uit het promotie onderzoek dat de twee persoonlijkheidskaraktertrekken vriendelijkheid en consciëntieusheid samenhangen met het ethisch gedrag van een leidinggevende. Deze karaktertrekken van leidinggevenden blijken geen voorspeller te zijn maar wel stabiel samen te hangen met leiderschapsgedrag. Voor organisaties ligt er een belangrijke uitdaging om leidinggevenden te trainen en te ontwikkelen op het gebied van ethisch gedrag om optimaal van de positieve effecten van ethisch leiderschap te kunnen profiteren.
  • Leiderschap historie Historisch besef is een belangrijke randvoorwaarde voor leiderschap. Geschiedenis gaat namelijk niet alleen over mensen, maar ook over causaliteit. Door middel van geschiedenis leert iemand hoe zich te gedragen in bepaalde situaties. Geschiedenis toont echter ook aan hoe leiderschapseisen veranderen over tijd en verschillen per cultuur. Leiders die zich hiervan bewust zijn, zijn beter in staat om percepties van het heden te relativeren. In de huidige democratie is veel aandacht voor leiders en leiderschap, een gevolg van de mediacratisering en personalisering van politiek vanaf de jaren zestig. Tot dusverre ontbreekt een historische benadering van deze ontwikkeling. Hierdoor is er geen aandacht voor de gevolgen van deze ontwikkeling voor beleid en de lessen die hieruit te trekken zijn voor het verbeteren van het overheidsoptreden. Historici van de Vrije Universiteit (VU) en de Universiteit van Amsterdam (UvA) gaan dat in een jaar tijd uitzoeken. Zij hebben € 65.000 gekregen van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) voor onderzoek naar de historische ontwikkeling van leiderschap in de moderne (Nederlandse) democratie sinds 1960. Het project is getiteld: ‘De omgang met nieuw leiderschap en het verleden door de beleidsmedewerker van morgen’. In de huidige tijd staat leiderschap voortdurende ter discussie. Denk bijvoorbeeld aan de kritiek die premier Balkenende acht jaar lang heeft gekregen van de media of het voorbeeld dat Obama’s charisma nu alweer lijkt uitgewerkt, want de democraten staan immers op verlies in de peilingen. Het lijkt alsof leiders het nooit goed te doen en heel wispelturig zijn. Bovendien hebben we steeds minder vat op de invulling van ‘goed leiderschap’, zowel wetenschappelijk als in de praktijk, omdat de suggestie wordt gewekt dat het vroeger beter was en er één bepaald soort van goed leiderschap is. Wat is goed leiderschap? De onderzoekers stellen dat je met een historische benadering er achter komt dat goed leiderschap: * voortdurend verandert omdat het tijdsgebonden is: iedere tijd vraagt zijn eigen leider dit staat haaks op veel (populair-)wetenschappelijke literatuur waarin één ideale leider wordt gepresenteerd * als de ambtenarij meer historisch bewustzijn wordt geleerd kunnen ze beter reageren op het ogenschijnlijk wispelturige leiderschap. De onderzoekers gaan leiders interviewen uit bedrijfsleven, overheid en politiek die de afgelopen decennia actief waren. Daarnaast analyseren zij geschreven bronnen, zoals krantenberichten: wat werd er in een bepaalde tijd aan bepaalde leiders gewaardeerd? Welke waarden van goed leiderschap moest een leider in de jaren tachtig hebben en nu? Verder analyseren ze ook (populair-)wetenschappelijke literatuur: welke goeroeboeken waren ‘in’ in het verleden en welke nu, welk beeld van goed leiderschap komt daarin naar voren. Welke leiders werden in bepaalde jaren gekozen tot ‘Nederlander van het jaar’ of ‘Politicus van het jaar’? Als afsluiting van het onderzoek gaan de historici een training geven aan de top van de Nederlandse ambtenarij in samenwerking met de Algemene Bestuursdienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Bij het onderzoek zijn de volgende onderzoekers betrokken: * Prof. dr. J.C. Kennedy was tot 2003 verbonden aan het A.C. van Raalte Institute van Hope College in Michigan (VS), daarna was hij hoogleraar Contemporaine Geschiedenis aan de Vrije Universiteit (tot 2007) en is nu hoogleraar Nederlandse Geschiedenis sinds de Middeleeuwen aan de Universiteit van Amsterdam. * Ronald Kroeze is als docent en promovendus verbonden aan de Sectie Politieke Geschiedenis van de Faculteit der Letteren van de VU. Zijn proefschrift richt zich op de geschiedenis van corruptie, goed bestuur en de ontwikkeling van publieke waarden in de 19e en 20e eeuw. * Sjoerd Keulen is AIO en geeft les aan de afdeling Geschiedenis van de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA. Zijn proefschrift richt zich op de rol van veranderende politieke cultuur op het maken van beleid en governance in de Nederlandse overheid in de periode 1945-2010.
  • Leidinggevenden en stress Hoe hoger iemand zit in de hiërarchie van een organisatie, des te meer positieve gevoelens hij heeft en des te minder negatieve gevoelens. Leidinggevenden hebben vaak minder stress. Dat blijkt uit een dat de Universiteit Groningen heeft uitgevoerd in samenwerking met het tijdschrift Intermediair. Voor het onderzoek werden 1.672 hoogopgeleiden ondervraagd over hun positieve en negatieve gevoelens op het werk. Iets meer dan 50 procent van de ondervraagde hoogopgeleiden is actief als leidinggevende. Volgens Frank Walter, onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen, ervaren vooral vrouwen minder stress in een leidinggevende functie. Hij schrijft dat met name toe aan het feit dat de regelmogelijkheden van iemand toenemen. Dat is begrijpelijk. Om het fenomeen flow te kunnen ervaren, moet je in staat zijn om zelf te kunnen bepalen wat je doet. Wie de baas wordt verkrijgt meer grip op situaties verkregen waardoor de kans op stress vermindert. Wie een speelbal is van gebeurtenissen ervaart juist wel stress. Hoewel vrouwen evenveel positieve gevoelens zoals enthousiasme, trots, inspiratie en geluk ervaren op het werk als mannen, hebben ze wel meer negatieve stressgevoelens. Dat zijn emoties als rusteloosheid, irritatie en nervositeit, aldus Frank Walter, onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen. Walter denkt dat vrouwen meer door zulke emoties worden geplaagd omdat ze meer ‘combinatiestress’ ervaren. Vrouwen zijn meer dan mannen belast met zorgtaken en bezig met het combineren van werk en kinderen. En ze kunnen die privézaken minder goed loslaten tijdens hun werk. De redenen die worden genoemd zijn naar mijn idee niet de belangrijkste. Uit het genoemde onderzoek blijkt een correlatie. Dat is nog geen oorzakelijk verband! Uit onderzoek blijkt ook dat mensen die een aansteker bij zich hebben een veel groter kans hebben om longkanker te krijgen dan mensen die geen aansteker bij zich dragen. De aansteker veroorzaakt natuurlijk geen longkanker. Hier is dus geen sprake van een causaal verband. Wel is er een causaal verband tussen roken en een grotere kans op longkanker. Het feit dat mensen die leidinggeven minder stress en meer positieve gevoelens ervaren dan mensen die geen leiding geven heeft niet zozeer te maken met het leiding geven op zich. Van leiders wordt verwacht dat zij positieve gevoelens hebben en weinig last hebben van negatieve stress (ook wel distress genoemd). Mensen die krachtig en zelfverzekerd in het leven staan komen eerder op leidinggevende posities. De resultaten hebben volgens mij meer te maken met persoonlijke eigenschappen dan met het al of niet leiding geven. Verder heeft is de bevinding dat vrouwen meer stress ervaren dan mannen volgens mij niet toe te schrijven aan de zorgtaken van vrouwen, maar aan het verschil in denken en voelen tussen vrouwen en mannen. De anatomie van de hersenen van vrouwen verschilt van die van mannen en de fysiologie die bepalend is voor stemmingen is bij vrouwen is anders dan bij mannen. In een ander bericht zal ik daar dieper op ingaan. De drie video’s bij dit bericht geven een uitstekende korte introductie in het ontstaan, verminderen en voorkomen van stress. Stress is een vorm van spanning die in het lichaam van mensen of dieren optreedt als reactie op externe prikkels en die gevolgd wordt door een bepaald patroon van fysiologische reacties. Er is schadelijke stress (distress) en gezonde stress (eustress). Wie goed wil functioneren doet er goed aan distress te voorkomen en eustress te versterken.
  • Protestantse manager Managers en leiders met een protestantse geloofsovertuiging zijn in hun managementopvattingen minder mensgericht dan katholieke en niet-christelijke managers. Ze zijn minder gericht op ‘commitment’ ofwel: op de binding van medewerkers aan de organisatie, die bereikt wordt door aandacht te geven aan een goede balans tussen de belangen van de organisatie en de medewerkers. Opvallend is dat orthodox- en modern-protestantse managers en leiders weinig van elkaar verschillen in hun managementopvattingen, terwijl hun levensbeschouwelijke opvattingen wel sterk verschillen. Protestantse managers, zowel orthodox als modern, oriënteren zich bij het ontwikkelen van beleid wel sterker dan katholieke en niet-christelijke managers op hun geloofsovertuiging en daaruit voortvloeiende waarden. Organisatiekundigen Tom van den Belt en Joop Moret concluderen dit in hun proefschrift Management en levensbeschouwing in Nederland, waarop ze in januari 2010 promoveerden aan de Radboud Universiteit Nijmegen bij professor Willem de Nijs en (emeritus) professor professor Piet Verschuren. Een manager is niet moreel neutraal. Afgelopen jaar is door de economische crisis de belangstelling voor onderwerpen als bedrijfsethiek alleen maar gegroeid. Ook personeels- of HRM-beleid deelt in die belangstelling, bijvoorbeeld voor een onderwerp als ‘duurzaam personeelsbeleid’. Wetenschappelijk onderzoek naar het effect van levensbeschouwing op management, in het bijzonder op personeelsbeleid, is tot nog toe echter nauwelijks gedaan. Tom van den Belt en Joop Moret keken naar de managementopvattingen van vijf groepen managers: modern-protestanten, orthodox-protestanten, modern-katholieken, behoudend-katholieken en niet-christenen. Ze begonnen met een enquête, die door 442 managers werd ingevuld. Op grond van de uitkomsten vervolgden zij hun onderzoek met 26 diepte-interviews met protestantse managers. Tom van den Belt: ‘We dachten van tevoren dat de orthodox-protestantse managers, vanwege hun arbeidsethos en ascetische levenshouding, sterk prestatiegericht en minder mensgericht zouden zijn. Moderne protestanten zouden, dachten we, meer mensgericht of commitmentgericht zijn. En die laatste houding verwachtten we ook bij de katholieke en niet-christelijke managers.’ Alle managers bleken echter ongeveer even sterk gericht te zijn op prestaties, effectieve aansturing en controle van werknemers. Maar ging het om commitmentgericht humanresourcesmanagement en mensgericht leiderschap, dan bleken de opvattingen van de protestantse managers wel af te wijken van de rest. Joop Moret: ‘Ze werken meer met gezag en minder met gelijkwaardigheid, hechten aan de hiërarchie en met vertrouwen geven aan medewerkers hebben ze ook meer moeite dan katholieke en niet-christelijke managers.’ De managementopvattingen van de orthodox-protestantse managers bleken niet harder of ascetischer dan die van de modern-protestanten, terwijl hun levensbeschouwing wel veel strenger is. Moret: ‘Orthodoxen hebben bijvoorbeeld een pessimistisch mensbeeld: de mens is geneigd tot alle kwaad. Als manager denken ze echter wel positief over hun medewerkers – zij het dus minder positief dan een katholieke of niet-christelijke manager. Ook geloven ze dat alle gezag van God komt, waarbij zij zichzelf opvatten als de aangewezen gezagsdrager die de hiërarchie moet bewaken en uitdragen. Alleen, dat is de leer, en in het dagelijks leven blijkt dat niet te werken en wil men ook niet zo werken.’ In de gesprekken met protestantse managers bleken zeker de orthodoxe managers spanning te voelen tussen wat zij ‘s zondags in de kerk belijden en wat ze ‘s maandags op het werk in de praktijk brengen. Een uitweg uit die spanning vinden zij, stellen Van den Belt en Moret, in de leerstelling van de algemene genade. Van den Belt: ‘Door de algemene genade kan de samenleving ordelijk en harmonieus functioneren. Het is een leerstelling of dogma die het mogelijk maakt om enigszins af te wijken van de geloofsleer. Zo kan een manager levensbeschouwelijk menen dat de mens geneigd is tot alle kwaad, maar als manager ook overtuigd zijn dat zijn medewerkers de goede dingen willen, verantwoordelijkheid kunnen dragen en goede mensen zijn, dus dat vertrouwen op z’n plaats Uit de vergelijking van de vijf groepen managers bleek wel dat de waardenoriëntatie, ofwel: bij het ontwikkelen van beleid te rade gaan bij je levensbeschouwing, bij protestantse managers een stuk hoger ligt dan bij katholieken en niet-christelijken. Volgens de onderzoekers kunnen protestantse managers vanuit die oriëntatie ook mensgerichter gaan denken en werken – iets wat zij zelf desgevraagd aan zouden bevelen. Moret: ‘Zeker in een tijd van crisis heb je het meest aan een manager die niet eerst aan het bedrijf denkt en daarna aan de medewerkers, maar die inziet dat juist betrokken medewerkers het bedrijf maken – en het bedrijfsresultaat, overigens. Zo’n opvatting valt prima te motiveren vanuit een christelijke levensbeschouwing.’ Tom van den Belt (Rijssen, 1956) heeft een eigen organisatie- en managementadviesbureau, Beltom Advies, dat onder meer gericht is op christelijk (hoger) management. Hij heeft verschillende publicaties op zijn naam staan, onder meer over bedrijfsmaatschappelijk werk, algemeen maatschappelijk werk, vrijwilligerswerk en management vanuit christelijke spiritualiteit. 
Joop Moret (Voorschoten, 1939) werkte van 1974 tot 2001 bij de Christelijke Hogeschool Ede, onder meer als docent methodiek, sectorhoofd en directeur van de afdeling HSAO (Sociale Studies). Deze dubbelpromotie is begeleid vanuit het Institute for Management Research van de Radboud Universiteit Nijmegen. Tom van den Belt en Joop Moret, Management en levensbeschouwing in Nederland. Een onderzoek naar opvattingen van managers in Nederland over de stijl van leidinggeven en HRM-beleid in relatie tot hun levensbeschouwing. Promotiedatum 14 januari 2010, Radboud Universiteit Nijmegen. Promotores: prof. W.F. de Nijs, prof. P.J.M. Verschuren.

Marketing

  • Content als hoeksteen Content is king! Dat is een kreet die je tegenwoordig veel tegenkomt. Het is niet voor niet dat content als uiterst belangrijk wordt beschouwd. Marketing houdt tegenwoordig voor een belangrijk deel verband met het het publiceren van uitstekende content. Vrijwel alle deskundigen zijn het daarover eens. Er zijn veel experts op het gebied van content marketing, maar weinigen leggen uit hoe je die content kunt creëren. Ann Handley en C.C. Chapman geven waardevolle aanwijzingen voor het creëren van content in hun aanbevelenswaardige boek ‘Content rules. How to create killer blogs, podcasts, videos, Ebooks, webinars’. Zij definiëren content als: alles wat gecreëerd wordt om te uploaden op websites: woorden, plaatjes, foto’s, video’s, blogs, webinars, whiteboards papers, ebooks, podcasts enzovoort. Ook de informatie die wordt gepubliceerd buiten je eigen website (bijvoorbeeld op sociale media als Facebook pagina, Twitter, LinkedIn, Flickr en Youtube), worden beschouwd als content. Waarom beschouwen succesvolle bedrijven online content als de hoeksteen van hun marketing en investeren ze daar fors in? In het boek ‘Content rules’ noemen de auteurs daarvoor drie redenen: 1. Het volstaat niet meer om klanten regelmatig te bestoken met marketing-boodschappen die gericht zijn op het vergroten van de merkbekendheid. 2. Het gedrag en de verwachtingen zijn veranderd als gevolg van de komst van het internet. Klanten zoeken online voor antwoorden op hun vragen en maken daarbij gebruik van zoekmachines en sociale media. 3. Iedere organisatie is tegenwoordig ook uitgever. Het relatief eenvoudig om tegenwoordig informatie te publiceren in de vorm van blogs, video’s, podcasts, forums en sociale netwerken als Twitter en Facebook. Daarmee kunnen bedrijven hun klanten rechtstreeks benaderen tegen relatief lage kosten. Waarom zou een organisatie het creëren van content beschouwen als hoeksteen van hun marketing? C.C. Chapman en Ann Handley (zie bovenstaande foto) noemen in dit verband: * klanten aantrekken * mensen die overwegen een product of dienst te kopen voorlichten. * eventuele weerstanden of bezwaren weg te noemen en zo mogelijk weg te nemen * geloofwaardigheid, vertrouwen en autoriteit uitstralen * je verhaal vertellen * aandacht ontvangen via sociale media * een bestand van fans op te bouwen * impuls-aankopen bevorderen Content ontwikkelen die veel traffic genereert en wordt gewaardeerd is hard werken. Dat heb ik zelf ervaren bij het produceren van mijn eigen websites en de honderden artikelen op mijn weblog. Wat is de sleutel tot het creëren van waardevolle content? De auteurs van het genoemde boek raden aan om omvangrijk bestaand materiaal als uitgangspunt te nemen, dat in stukjes te verdelen en die stukjes opnieuw te formuleren en aan te bieden in verschillende formats en lengte via uiteenlopende media. Zo kan een congres dat gehouden is worden samengevat in een overzichtsartikel en in een sfeer-impressie in de vorm van een video. Presentaties van de sprekers kunnen worden gepubliceerd in de vorm van powerpointslides. Bepaalde details uit de presentaties kunnen worden verwerkt tot een blog of podcast. Alle bijdragen van de sprekers kunnen worden gebundeld in de vorm van een e-book in PDF-formaat. Het is aan te bevelen om de content zodanig te creëren dat deze interessant en gevarieerd is. Serieus werken aan content marketing vereist een publiciteitsplan waaraan is aangeven wanneer er wat voor soort content wordt geproduceerd en gepubliceerd. Daarbij kan een publicatie-schema worden aangehouden dat wel wordt aangeduid met “1-7-30-4-2-1″. Dat houdt in dat er wordt bepaald wat voor soort content er per dag, per week, per maand, per kwartaal, per half jaar en per jaar wordt geproduceerd en gepubliceerd. Organisaties die content willen produceren kunnen kiezen voor verschillende strategieën. Aan de ene kant van het spectrum staat “alles zelf doen” en an de andere kant van het spectrum “alles uitbesteden”. Volledige uitbesteding is mogelijk als een organisatie een bureau goed bureau inschakelt waarmee en goede klik is. Maar dan nog zal de organisatie wel input moeten leveren. Daarnaast is het natuurlijk mogelijk de werkzaamheden deels zelf te doen en deels uit te besteden. Vooral als het gaat om specialistische werkzaamheden, bijvoorbeeld het opnemen en monteren van video’s, kan uitbesteding van bepaalde activiteiten heel vruchtbaar zijn.
  • Definities van marketing Marketing is van vitaal belang voor iedere onderneming en ook voor vele non-profit-organisaties. Aangezien ik sinds 1991 werk als zelfstandig ondernemer, heb ik me behoorlijk verdiept in marketing: in de klassieke marketing, maar ook in netwerkmarketing, marketing voor kleine ondernemingen en zzp’ers en direct response marketing. Toen ik in 1986 het bijvak public relations deed, heb ik ook het een en ander moeten leren over marketing. Ik maakte kennis met het begrip marketingmix, dat in 1949 is geïntroduceerd door de Harvard-hoogleraar Neil Borden. In de jaren zestig werkte Jerome McCarthy, een collega van Borden, het concept van de marketingmix uit tot de 4 p’s: product, prijs, plaats en promotie. Vandaag de dag vormt de marketingmix van McCarthy nog altijd de basisstof van het marketing-onderwijs van miljoenen leerlingen en studenten. Wel zijn er in de loop van de decennia steeds meer p’s bijgekomen. Inmiddels zijn er in totaal 12 p’s gesignaleerd, die niet allemaal even breed gedragen worden. De nieuwe p’s zijn: personeel, periferie, verpakking (packaging), partners, presentatie, proces, fysiek bewijs van de kwaliteit (physical evidence) en parkeerbeleid. Er zijn vele definities van marketing. Hieronder geef ik tien omschrijvingen van dit begrip. De laatste definitie is van de marketing-goeroe Dan Kennedy, van wie ik een grote fan ben vanwege zijn praktische benadering. Marketing is: * de uitvoering van bedrijfsactiviteiten die de stroom van goederen en diensten van fabrikant naar consument of gebruiker stuurt (American Marketing Association, jaren zeventig). * het proces van bedenken en uitvoeren van het ontwerp, de prijszetting, de promotie en de distributie van ideeën, goederen en diensten om zo een uitwisseling te creëren die de realisatie van doelen van zowel individuen als organisaties mogelijk maakt (American Marketing Association, 1985) * een functie binnen organisaties en (tevens) een verzameling van processen voor het creëren, communiceren en leveren van waarde voor klanten en voor het beheersen van de klantrelatie op manieren die gunstig zijn voor de organisatie en haar stakeholders (American Marketing Association, * de menselijke activiteit gericht op het vervullen van behoeften en verlangens door middel van ruil (Philip Kotler, 1). * het sociale- en managementproces door middel waarvan individuen en groepen datgene verkrijgen wat ze nodig hebben en willen. Dit alles door het maken en ruilen van producten en waarde met anderen (Philip Kotler, 2) * het voornamelijk vervullen van de rol van netwerk-integrator, waarbij de marketingfunctie vaardigheden verkrijgt in onderzoek, (behoefte)voorspelling, prijszetting, distributie, marktcommunicatie en promotie (Philip Kotler, 3) * het proces waarbij structureel mensen gebracht worden tot het nemen van een aankoopbeslissing, het gebruiken, het volgen, gehoorzamen, afwijzen, schikken en accepteren van de normen van een ander, van de maatschappij of van een specifieke organisatie. Eenvoudig gesteld, als het niet de ‘verkoop’ stimuleert, dan is het geen marketing (Brian Norris). * het geheel van de theorieën en technieken om producten en diensten optimaal af te zetten, door bij het aanbieden ervan zo goed mogelijk rekening te houden met de behoeften en specifieke wensen van de (potentiële) kopers. * oorlog tussen concurrenten (Al Ries en Jack Trout) * bevordering van de verkoop van producten en diensten door ervoor te zorgen dat de juiste boodschap (message) wordt overgedragen aan de juiste mensen (market) via de juiste media (media) en methoden. De laatstgenoemde definitie van auteur, adviseur en spreker Dan Kennedy spreekt mij het meest aan omdat deze gebaseerd is op de wet van drie en aangeeft welke componenten van belang zijn om succes te boeken. De drie aspecten van boodschap, markt en media zijn alle drie tegelijk nodig, zoals een kruk alleen kan staan wanneer deze minimaal drie poten heeft. Als marketing-acties niet succesvol zijn, is dat vaak het gevolg van het feit dat minstens één van de drie aspecten niet juist zijn uitgevoerd. Er zijn meerdere mogelijkheden om marketing-acties te verprutsen: * juiste boodschap - verkeerde markt - juiste media * juiste boodschap - juiste markt - verkeerde media * juiste boodschap - verkeerde markt - verkeerde media * verkeerde boodschap - juiste markt - juiste media * verkeerde boodschap - verkeerde markt - juiste media * verkeerde boodschap- juiste markt- verkeerde media * verkeerde boodschap - verkeerde markt - verkeerde media Er is maar één goede combinatie: * juiste boodschap - juiste markt - juiste media Met opzet staat hierboven steeds het meervoud van medium (media) omdat het aan te bevelen is om de marketing van een onderneming niet te baseren op slechts één medium. In de onderstaande video legt Dan Kennedy uit waarom 1 het slechtste getal is voor ondernemingen.
  • Direct Response Marketing Goede teksten die prospects en klanten aanzetten tot de gewenste acties zijn bijzonder waardevol. Het is alleen niet zo gemakkelijk om ze te schrijven. Op mijn 21ste begon ik op freelance basis te schrijven voor het Chemisch Weekblad en tot mijn 41ste heb ik artikelen geschreven voor industriële vakbladen. Journalistieke teksten schrijven is een vak, maar wervende teksten schrijven is een heel ander vak. Natuurlijk zijn er overeenkomsten, maar er zijn ook verschillen. Deze week ontving ik de maandelijkse CD van Glazer Kennedy Insider Circle, waar ik al enkele jaren lid van ben. Op die CD staat een gesprek tussen een copywriter en de marketinggoeroe en copywriter Bill Glazer (zie foto). Ze bespreken wat zij aanduiden als de tien geboden voor het schrijven van kopij die verkoopt. Die tien geboden voor wervende teksten zijn: 1. Schrijf een titel/kop die de aandacht trekt. Verleid de lezer om de rest van de tekst te ook te lezen. Formuleer de kop zodanig dat deze antwoord geeft op de vraag ‘Wat heb ik er aan?’ Houd daarbij rekening met de vormgeving. De titel dient groter en/of in een andere kleur te worden weergegeven dan de andere tekst. Vaak werkt het goed om de extra voordelen te noemen in een bovenkop. 2. Verplaats je in de positie van de lezer en ga in gedachten het gesprek met hem of haar aan. Op die manier kan de tekst afgestemd worden op de ontvanger. Daarbij kan het behulpzaam zijn om de lezer te visualiseren. 3. Definieer je prospect of klant helder. Wanneer je in de tekst een oplossing kunt bieden voor een probleem van de lezer, is de kans op een positieve respons groter. 4. Formuleer een USP (Unique Selling Proposition) die antwoord geeft op de vraag waarom iemand zaken met jou zou doen en niet met iemand anders, en verwerk deze in de tekst. 5. Maak gebruik van een goede vormgeving. De tekst moet interessant en zijn om naar te kijken. dat kan worden gedaan door onder andere regels wit, vette letters, gedeeltes in kleur, gemarkeerd, verschillende lettertypes, verschillende lettergroottes, foto’s, copy doodles (handgeschreven tektsen en symbolen in de marges). Een verkoopbrief die er lelijk uitziet kan effectiever zijn dan een nette, maar saaie verkoopbtief. 6. Integreer reacties van tevreden klanten in de tekt. Dat is veel krachtiger en geloofwaardiger dan zelf overtuigen. Zorg ervoor dat de reacties verschillende aspecten benadrukken. 7. Gebruik foto’s om de aandacht te trekken. Een foto van een product is goed, maar een foto van blije mensen die het product op dat moment gebruiken is sterker. 8. Geef duidelijk aan wat de lezers moeten doen (call to action). Dat geldt voor alle media die worden ingezet en het kan van alles zijn: een briefkaart invullen en terugsturen, naar een website gaan om een online formulier in te vullen of een telefoonnummer bellen. Helderheid in instructies is belangrijk omdat alle moeite uiteindelijk wordt gedaan om een positieve respons te krijgen. 9. Maak gebruik van garanties. Die wekken vertrouwen en reduceren de risico’s, en leiden tot meer transacties. 10. Gebruik een deadline omdat die aanzet tot directe actie. De ervaring is dat de respons kleiner wordt naarmate de deadline verder weg ligt. Onlangs kwam ik een goed voorbeeld van goede kopij voor de Nederlandse markt tegen: de brochure voor het ééndaagse seminar ‘De psychologie van het overtuigen, 6 superkrachtige manieren om ALLES gedaan te krijgen!’ Dit seminar, waar beïnvloedingsexperts komen als Robert Cialdini, Ben Tiggelaar en Pacelle Goethem, wordt in de markt gezet door Denkproducties. De brochurepagina hieronder geeft een indruk.
  • Email marketing E- mail is een prachtig instrument om producten en/of diensten in de markt te zetten. Het is goedkoop, eenvoudig en snel. Ook voor non-profit organisaties kan e-mail marketing een heel effectief middel zijn om doelen te bereiken. Wie succes wil boeken met email marketing, moet het natuurlijk wel op de juiste manier toepassen Zelf maak ik veelvuldig gebruik van email marketing. E-mail marketing wordt nog krachtiger als het gecombineerd wordt met andere media het zoals telefoon, direct mail en sociale media. Naar mijn idee wordt e-mail marketing nog veel op de verkeerde manier ingezet. De kopij is teveel gericht op het verkopen van producten en diensten en te weinig op het bieden van interessante en waardevolle informatie die erop gericht is een band op te bouwen met lezers. De meeste mensen houden er niet van om bestookt te worden met allerlei aanbiedingen waar ze niet op zitten te wachten (spam). Het is de kunst content te ontwikkelen die waardevol is voor prospects en klanten. Ik heb in het verleden tamelijk veel drukwerk gekocht bij Vistaprint. Daarbij kun je online mooi ontworpen templates voor onder andere visitekaartjes, folders, briefpapier en postkaarten invullen. Als je eenmaal een bestelling heb gedaan, wordt je daarna doodgegooid met aanbiedingen. Dat werkt natuurlijk, want anders zouden ze dat niet doen. Het aanbod is echter bijna altijd prijsgerelateerd. Het bedrijf heeft ervaren dat een gratis of goedkoop product aanbieden leidt tot nieuwe klanten en meer verkopen. Ik denk dat Vistaprint zijn omzet verder zou kunnen verhogen door niet alleen te stunten met prijzen, maar ook interessante content zou aanbieden waarin aan de hand van praktijkvoorbeelden wordt uitgelegd hoe je het drukwerk op een effectieve wijze kunt inzetten voor marketing, met tips voor onder andere copywriting en het uitvoeren van mailings. Per 1 juli 2009 is de Telecommunicatiewet gewijzigd ten aanzien van Spamregelgeving, of liever gezegd anti-spamregelgeving. Sinds 1 oktober 2009 wordt deze nieuwe regelgeving ook gehandhaafd. de belangrijkste wijzigingen zijn: * Vanaf 1 juli 2009 geldt voor Business-to-Business e-mail verkeer het opt-in principe in Nederland van kracht is. Dit was al van kracht voor e-mail aan particulieren. Er moet dus vooraf toestemming zijn gegeven om te mogen communiceren via e-mail (persoonlijke en rechtstreekse unieke e-mail daargelaten). * Ook voor het bestaande adressenbestand is toestemming vereist. Het gaat dus niet alleen om nieuwe adressen * De toestemming moet bewust gegeven zijn. Geen vooraf aangevinkte checkboxes op de website en geen toestemming verstoppen achter een link of in uw algemene voorwaarden. * De persoon in kwestie moet weten waarvoor hij permissie geeft of heeft gegeven. * In elke e-mail moet de mogelijkheid tot opt-out worden geboden. Dit recht van verzet geldt voor altijd tenzij iemand opnieuw toestemming geeft. De permissie is niet nodig wanneer de elektronische contactgegevens zijn verkregen in het kader van een verkoop van producten of diensten. Maar dat geldt alleen: * Wanneer in de communicatie is aangegeven dat de elektronische contactgegevens hiervoor gebruikt zullen worden. * Als tijdens het verkrijgen is aangegeven dat hier bezwaar tegen te maken is. * Als de communicatie die verzonden wordt betrekking heeft op eigen en gelijksoortige producten. Wie net begint met e-mail marketing is vaak geneigd om daarvoor het persoonlijke e-mail programma in te zetten. Dat kan heel zinvol zijn als het om een beperkt aantal zeer gerichte e-mails gaat, maar voor het het regelmatig versturen van e-mails naar grotere bestanden, zijn de gebruikelijke e-mail programma’s niet geschikt. Dan verdient het aanbeveling om een abonnement te nemen op een online systeem voor e-mail marketing. Zelf gebruik is daarvoor al jarenlang iContact. Het gaat wat ver om hier alle mogelijkheden te bespreken. Ik noem er hier vijf: 1. het maken van aanmeldingsformulieren die op een website kunnen worden gezet door het kopieren van een HTML code 2. het ontwerpen van fraaie HTML e-mails op basis van templates 3. het automatisch uitbreiden en beheren van contacten (uitschrijven en wijzigingen in contactgegevens gaat geheel automatisch) 4. het automatisch versturen van een serie e-mails nadat iemand zich heeft ingeschreven (autoresponder) 5. het vaststellen welke contacten een bepaalde e-mail hebben geopend en welke niet.
  • Sociale media marketing edrijven zouden veel meer gebruik moeten maken van sociale media op internet. Dat is de mening van Vincent Everts. Deze energieke en enthousiaste spreker heeft een passie voor innovatie en gadgets. Hij vindt dat bedrijven veel meer gebruik moeten maken van de grote mogelijkheden die het internet biedt, waaronder sociale media. Ongeveer vier jaar geleden heb ik een dynamische presentatie van hem meegemaakt op een bijeenkomst van de Provincie Zeeland over innovatie in theater De Mythe in Goes. Na zijn bijzondere bijdrage mocht ik mijn lecture show “Intuïtie in actie” verzorgen. De bovenstaande video geeft een indruk van een presentatie van Vincent Everts. Deze is ongeveer vier jaar geleden opgenomen. In die tijd maakten bedrijven mondjesmaat gebruik van sociale media zoals forums, blogs, Hyves, LinkedIn, Twitter en Facebook. Dat is nog steeds zo, maar langzamerhand begint bij de ondernemingen wel het besef te dagen dat het riskant is om niets te doen met de mogelijkheden die er voor iedereen liggen. Allerlei bureaus en adviseurs die de bedrijven daarbij willen adviseren schieten als paddestoelen uit de grond. Mensen besteden tegenwoordig veel meer tijd aan surfen op internet dan aan kranten, tijdschriften en televisie. Voor veel ondernemingen is het daarom belangrijk dat zijn via internet contact houden met klanten en prospects. Wereldwijd gaat 66 procent van de marketing professionals investeren in social media monitioring. Daarvan zegt veertig procent dat de investeringen daarvoor ongeveer twintig procent van het marketingbudget bedragen. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerd onderzoek van het multichannel marketingbedrijf Alterian. Mensen doen veel liever zaken met mensen die ze kennen en vertrouwen dan met onpersoonlijke organisaties. Het persoonlijke karakter van sociale media is dan ook een groot voordeel. Een ander voordeel is de aloude van mond tot mond reclame, die dankzij multipicatie via internet kan leiden tot een sneeuwbaleffect. Natuurlijk zijn er ook nadelen. Een groot nadeel van vele sociale media veel nonsens staat en het er verbaal soms ruw aan toe gaat. Wat dat betreft kan ik de opmerkingen over virtuele ontmoetingen in de kersttoespraak van koningin Beatrix van harte onderschrijven. Ik heb een apart blogbericht geschreven over de nadelen van sociale media. De grootste valkuil bij sociale media marketing is dat de marketeers te sterk gericht zijn op verkopen. Daarmee wordt een averechts effect bereikt. Het gaat veel meer om service dan om verkopen. Bij sociale media marketing gaat het vooral om het opbouwen van een relatie en reputatie door waardevolle kennis en informatie te delen en vriendelijk contact te onderhouden. Dan zijn mensen veel eerder genegen om zaken te doen. Tot voor kort heb ik persoonlijk nauwelijks gebruik gemaakt van sociale media marketing. Ik zie echter wel het grote potentieel en wil er dit jaar systematisch mee gaan werken. In de onderstaande video worden negen voordelen van sociale media marketing genoemd aan de hand van het motto TOP OF MIND. Andere, meer traditionele vormen van marketing zal ik zeker niet achterwege laten. Van de bekende marketinggoeroe Dan Kennedy uit de Verenigde Staten, ook wel de millionaire maker genoemd omdat hij honderden mensen heeft gecoached op hun weg naar rijkdom, heb ik geleerd dat je het beste zoveel mogelijk media kunt inschakelen om nieuwe klanten te werven. Het is beter dat de prospects voor je producten en diensten in de rij staan en je ze lang niet allemaal kunt bedienen, dan dat je te weinig klanten hebt. 
  • Wervende teksten schrijven Goede teksten die prospects en klanten aanzetten tot de gewenste acties zijn bijzonder waardevol. Het is alleen niet zo gemakkelijk om ze te schrijven. Op mijn 21ste begon ik op freelance basis te schrijven voor het Chemisch Weekblad en tot mijn 41ste heb ik artikelen geschreven voor industriële vakbladen. Journalistieke teksten schrijven is een vak, maar wervende teksten schrijven is een heel ander vak. Natuurlijk zijn er overeenkomsten, maar er zijn ook verschillen. Deze week ontving ik de maandelijkse CD van Glazer Kennedy Insider Circle, waar ik al enkele jaren lid van ben. Op die CD staat een gesprek tussen een copywriter en de marketinggoeroe en copywriter Bill Glazer (zie foto). Ze bespreken wat zij aanduiden als de tien geboden voor het schrijven van kopij die verkoopt. Die tien geboden voor wervende teksten zijn: 1. Schrijf een titel/kop die de aandacht trekt. Verleid de lezer om de rest van de tekst te ook te lezen. Formuleer de kop zodanig dat deze antwoord geeft op de vraag ‘Wat heb ik er aan?’ Houd daarbij rekening met de vormgeving. De titel dient groter en/of in een andere kleur te worden weergegeven dan de andere tekst. Vaak werkt het goed om de extra voordelen te noemen in een bovenkop. 2. Verplaats je in de positie van de lezer en ga in gedachten het gesprek met hem of haar aan. Op die manier kan de tekst afgestemd worden op de ontvanger. Daarbij kan het behulpzaam zijn om de lezer te visualiseren. 3. Definieer je prospect of klant helder. Wanneer je in de tekst een oplossing kunt bieden voor een probleem van de lezer, is de kans op een positieve respons groter. 4. Formuleer een USP (Unique Selling Proposition) die antwoord geeft op de vraag waarom iemand zaken met jou zou doen en niet met iemand anders, en verwerk deze in de tekst. 5. Maak gebruik van een goede vormgeving. De tekst moet interessant en zijn om naar te kijken. dat kan worden gedaan door onder andere regels wit, vette letters, gedeeltes in kleur, gemarkeerd, verschillende lettertypes, verschillende lettergroottes, foto’s, copy doodles (handgeschreven tektsen en symbolen in de marges). Een verkoopbrief die er lelijk uitziet kan effectiever zijn dan een nette, maar saaie verkoopbtief. 6. Integreer reacties van tevreden klanten in de tekt. Dat is veel krachtiger en geloofwaardiger dan zelf overtuigen. Zorg ervoor dat de reacties verschillende aspecten benadrukken. 7. Gebruik foto’s om de aandacht te trekken. Een foto van een product is goed, maar een foto van blije mensen die het product op dat moment gebruiken is sterker. 8. Geef duidelijk aan wat de lezers moeten doen (call to action). Dat geldt voor alle media die worden ingezet en het kan van alles zijn: een briefkaart invullen en terugsturen, naar een website gaan om een online formulier in te vullen of een telefoonnummer bellen. Helderheid in instructies is belangrijk omdat alle moeite uiteindelijk wordt gedaan om een positieve respons te krijgen. 9. Maak gebruik van garanties. Die wekken vertrouwen en reduceren de risico’s, en leiden tot meer transacties. 10. Gebruik een deadline omdat die aanzet tot directe actie. De ervaring is dat de respons kleiner wordt naarmate de deadline verder weg ligt. Onlangs kwam ik een goed voorbeeld van goede kopij voor de Nederlandse markt tegen: de brochure voor het ééndaagse seminar ‘De psychologie van het overtuigen, 6 superkrachtige manieren om ALLES gedaan te krijgen!’ Dit seminar, waar beïnvloedingsexperts komen als Robert Cialdini, Ben Tiggelaar en Pacelle Goethem, wordt in de markt gezet door Denkproducties. De brochurepagina hieronder geeft een indruk.

Modellen

  • Axenroos n 1996 maakte ik via internet kennis met de axenroos. Ik was meteen enthousiast over dit eenvoudige, maar duidelijke model van de Vlaming Ferdinand Cuvelier om gedrag van mensen ten opzichte van elkaar bespreekbaar te maken. In België werken veel basisscholen met de axenroos. In Nederland veel minder. Enkele jaren geleden heb ik een jeugdshow ontwikkeld die gebaseerd is op de tien dieren van de axenroos. Inmiddels heb ik deze leuke, leerzame en ludieke buikspreekshow onder de naam Aarnoud Agricola op vele tientallen basisscholen met veel plezier en succes verzorgd. Het filmpje onderaan dit bericht geeft een snelle indruk van die voorstelling. Naar mijn mening kan de axenroos ook prima worden gebruikt om het gedrag van volwassenen bespreekbaar te maken. Het is mogelijk om het gedrag van mensen ten opzichte van elkaar in te delen in tien categorieën (ook wel axen genoemd), die allemaal gesymboliseerd worden door een dier. Ieder dier kan zowel slechtgemutst als goedgemutst gedrag vertonen. Een mens is sociaal vaardig als hij of zij goedgemutst gedrag van alle dieren kan vertonen, afhankelijk van de omstandigheden. De kracht van de axenroos ligt in de eenvoud en de veelzijdigheid. Zelfs kleuters kunnen de axenroos begrijpen. Het mooie van de axenroos is dat dit model mogelijkheden biedt voor tal van werkvormen op scholen: van poëzie tot zingen, van dierkunde tot schminken, en van gesprekken voeren tot knutselen. Hieronder volgt een toelichting op het gedrag van de tien totemdieren van de axenroos. De leeuw is de koning van de dieren. Hij weet altijd raad en wijst de weg. Hij neemt de leiding stevig in handen. Een goedgemutste leeuw is gericht op leiden, organiseren, uitleggen en groepsbevorderend werken. Een slechtgemutste leeuw is gericht op domineren, manipuleren, bevelen en autoritair optreden. De kameel is een volgzaam woestijndier. Hij loopt mee in de karavaan en draagt alle lasten. Een goedgemutste kameel wordt gekenmerkt door volgen, om raad vragen, gehoorzamen en gezond nieuwsgierig zijn. Een slechtgemutste kameel wordt gekenmerkt door meelopen, nooit initiatief nemen, te afhankelijk zijn, te onderdanig zijn Bevers leven jarenlang in een hecht familieverband. Het zijn bovendien noeste werkers: als dammenbouwers zorgen zij voor een aangepaste biotoop voor heel wat andere dieren. Bevers delen bezittingen met anderen. De goedgemutste bever is gericht op zich verantwoordelijk voelen, zorgen, attent zijn en hulp bieden. Een slechtgemutste bever is gericht op alles weggeven, iemand overbeschermen, teveel verwennen en andermans taken uitvoeren. Een poes vraagt om geaaid te worden. Ze begint te spinnen en te ronken als je haar vertroetelt. Poezen zijn dankbaar voor wat hen wordt aangeboden. Een goedgemutste poes wordt gekenmerkt door dankbaar zijn, zorg aanvaarden, genieten en iets durven vragen. Een slechtgemutste poes wordt gekenmerkt door te afhankelijk zijn, profiteren, eigen voordeel voorop stellen en dingen opeisen. De pauw laat zijn mooiste veren zien. Hij durft ook de minder fraaie achterkant van zijn veren te laten zien. Iemand die zich gedraagt als een pauw toont zichzelf, stapt naar anderen toe, neemt contact op en biedt zich aan. Een goedgemutste pauw is gericht op beperkingen en talenten (h)erkennen, trots zijn, zich goed voelen en contact leggen. Een slechtgemutste pauw is gericht op opscheppen, zich steeds vooraan willen plaatsen, willen opvallen en pronken. Een wasbeer heeft zwart omrande oogjes, waardoor het lijkt of hij een brilletje draagt om beter te kunnen zien. De mens die zich gedraagt als een wasbeer geeft aandacht aan anderen. Een goedgemutste wasbeer wordt gekenmerkt door luisteren naar iemand, waarderen, empathisch handelen en opkijken. Een slechtgemutste wasbeer wordt gekenmerkt door dwepen, iemand ophemelen, onoprecht waarderen en slijmen. Met zijn scherpe blik spiedt de havik van hoog in de lucht de omgeving af, speurend naar wat lelijk, vals of slecht is. Een mens die zich gedraagt als een havik, kan aanwijzen wat fout loopt en onjuist is. Hij of zij heeft een kritische blik. Een goedgemutste havik is gericht op kritisch zijn iets onderzoeken, iets in twijfel trekken en opkomen voor de zwakkere. Een slechtgemutste havik is gericht op agressief zijn, altijd kritiek geven, uitdagen en roddelen. Een steenbok zet zich schrap op zijn rots: hij laat niemand anders toe. Wie te dichtbij komt, riskeert een stevige kopstoot. Een mens die zich gedraagt als een steenbok, kan zijn terrein afbakenen. Hij of zij kan de eisen van anderen weerstaan. Een goedgemutste steenbok wordt gekenmerkt door assertief zijn, keuzes maken, opkomen voor eigen belang en zich ergens in kunnen vastbijten. Een slechtgemutste steenbok wordt gekenmerkt door altijd koppig zijn, egoïstisch zijn, zich steeds verzetten en tegenspreken. Vanonder zijn halfgesloten oogleden ziet de uil wel wat er onder hem gebeurt, maar hij laat het gebeuren. Hij houdt zijn snavel toe; zijn geheim blijft bewaard. Een mens die zich gedraagt als een uil, wil soms alleen zijn. Hij of zij blijft op afstand. Hij of zij wil niet overal aanwezig zijn en vertelt weinig over zichzelf. Een goedgemutste uil is gericht op observeren, een geheim bewaren, er niet op ingaan en filosoferen. Een slechtgemutste uil is gericht op uit de hoogte doen, zich afsluiten voor anderen, zich nooit laten kennen en zich steeds afzijdig houden. Wanneer hij bang is, verdrietig of moe, trekt de schildpad zich terug in zijn schild. Hij zegt geen ja en geen nee als je hem benadert. Kiezen valt hem moeilijk. Een mens die zich gedraagt als een schildpad, is onzeker, twijfelt en weet niet wat te doen. Een goedgemutste schildpad wordt gekenmerkt door tot rust komen, emoties toelaten, fouten toegeven en reflecteren. Een slechtgemutste schildpad wordt gekenmerkt door negatief denken, zich altijd het slachtoffer voelen, niet zichzelf kunnen zijn en zich laten overdonderen. Meer informatie over de axenroos en een gratis kaartspel over de axenroos is te vinden op de website: http://www.axenroos.com 
  • Creatiespiraal Zo’n tien jaar geleden maakte ik kennis met de creatiespiraal via het boekje ‘De Creatiespiraal, natuurlijke weg van wens naar werkelijkheid’ van Marinus Knoope. Ik was meteen gecharmeerd van dit eenvoudige en praktische bruikbare model voor de weg waarlangs de mens zijn eigen wensen realiseert. Wat mij betreft zou het verplichte leerstof mogen worden in het voortgezet onderwijs. Daarom wijd ik er graag een bericht aan op dit BLOG. Als ik projecten uitvoer, ben ik me steeds heel bewust in welke stap van de creatiespiraal ik werkzaam ben, waardoor ik kan overzien wat er nog moet gebeuren, inclusief het ontvangen, waarderen en ontspannen. Van nature ben ik behoorlijk gedreven en heb ik de neiging om maar door te gaan met activiteiten. Mede dankzij de creatiespiraal besef ik dat het uitermate belangrijk is om ook de laatste drie stappen te doorlopen en daar tijd voor vrij te maken. Het is een bekend fenomeen. Knoope schrijft dat in veel bedrijven geen of te weinig aandacht is voor de drie laatste stappen van de creatiespiraal: ontvangen, waarderen en ontspannen. Marinus Knoope onderscheid twaalf stappen in het creatieproces, die hij projecteert op een wijzerplaat van de klok omdat het gaat om een cyclisch proces. De voltooiing van een creatieproces is tegelijkertijd het begin van een nieuwe creatieproces op een hogere winding van de spiraal. Hieronder volgt een korte beschrijving van de stappen, geformuleerd in de ik-vorm. 12./0. WENSEN Ik ontdek wat ik voor anderen wil betekenen en wat ik daarvoor wil ontvangen. Ik formuleer mijn wensen positief. 1. VERBEELDEN Ik geef mijn wens een vastomlijnder karakter door mijn fantasie de vrije loop te geven. Ik voed mijn denkvermogen met heldere beelden en positieve verwachtingen. 2. GELOVEN Ik geloof dat mijn wensen gerealiseerd zullen worden. Daardoor vergroot ik de kans op succes. Ik besef dat geloven vooraf gaat aan het zien. 3. UITEN Ik doe niet alles zelf. Daarom zoek ik mensen die mij willen en kunnen helpen. Ik treed vol zelfvertrouwen met mijn verlangens naar buiten. Daardoor gaan anderen onwillekeurig bijdragen aan de realisatie daarvan. 4. ONDERZOEKEN Ik ga na hoe ik mijn wensen kan realiseren. Ik stel mogelijke routes vast en schat de haalbaarheid daarvan in. Daarbij schenk ik aandacht aan het wat, waar, wie, wanneer, waarom en hoe. 5. PLANNEN Ik vertaal mijn wensbeelden in concrete haalbare doelstellingen en meetbare subdoelstellingen. Ik zet een realistisch tijdpad uit en maak afspraken met mezelf en met anderen. 6. BESLISSEN Ik neem alleen belangrijke beslissingen als ik daarvoor in de juiste stemming ben. Ik luister naar innerlijke impulsen die mij de weg wijzen. 7. HANDELEN Ik voer mijn zorgvuldig voorbereide plannen uit door enthousiast en geconcentreerd aan de slag te gaan. Ik verwerf daadkracht door van het aanpakken een gewoonte te maken. 8. VOLHARDEN Ik weet dat niets wat de moeite waard is vanzelf komt. Daarom volhard ik door wanneer ik op de proef wordt gesteld. 9. ONTVANGEN Ik puk de vruchten van mijn werk en ontvang van harte liefde, complimenten, waardering, geschenken en geld. 10. WAARDEREN Ik geniet openlijk en vol overgave van mijn succes. Mijn talenten groeien omdat ik ze erken en waardeer. 11. ONTSPANNEN Ik ga creatief om met mijn vrije tijd en doe dingen die ik leuk vindt. De onderstaande video laat zien hoe er in een groep kan worden gewerkt met de creatiespiraal.
  • Ennegram Cees de Voogd werkte als communicatieconsultant in de reclamewereld. Hij raakte burnout en ging op zoek naar wie hij werkelijk was en wat hij werkelijk wilde. Cees maakte kennis met de negen persoonlijkheidstypen van het enneagram. Dat gaf hem veel inzicht. Hij ontdekte dat hij een idealist is (type 1) die er moeite mee heeft om te werken in een cultuur die alle kenmerken heeft van een presteerder (type 3). Tegenwoordig is Cees de Voogd eigenaar van Results Company en werkt als zelfstandig spreker, trainer en coach. Zijn aanpak is mede gebaseerd op Neuro Linguistische Programmering (NLP) en het Enneagram. In deze vakgebieden werd hij opgeleid door Anthony Robbins (NAC/Mastery University) en Don Riso & Russ Hudson (Enneagram Professional Training Program). Cees is, net als ik, lid van de Professional Speakers Association Holland. Afgelopen donderdag heeft hij voor de leden van PSA Holland in zalencentrum Seats2meet in Utrecht een boeiende avond verzorgd over het enneagram als psychologisch model. In 1985, ik was toen 22 jaar, zag ik de mysterieuze eeuwenoude figuur voor het eerst toen ik het boek ‘Op zoek naar het wonderbaarlijke’ van P.D. Ouspensky las. Wat me vooral intrigeerde was het onderstaande citaat van de van oorsprong Armeense esotericus George Ivanovitch Gurdjieff (1877-1949): Het enneagram is een universeel symbool. Ieder afgerond geheel, iedere kosmos, ieder organisme, iedere plant is een enneagram. Alle kennis kan in het enneagram worden samengevat en kan met behulp ervan vertolkt worden. Iemand die alleen is in de woestijn en het enneagram in het zand tekent, kan er de eeuwige wetten van het heelal uit aflezen. De cirkel en de driehoek kon ik begrijpen, maar de vreemde zespuntige figuur kon ik niet plaatsen. Omstreeks 1998 werd me dat duidelijker. Ik ging het enneagram als procesmodel waarderen en gebruikte het in artikelen die ik schreef voor industriele vakbladen. In een ander bericht zal ik schrijven over het enneagram als model voor de beschrijving van processen. In dit bericht ga ik dieper in op het enneagram als psychologisch model. In het verleden heb ik diverse boeken gelezen over het enneagram als psychologisch model. De workshop van Cees de Voogd gaf me een stuk verdieping. Bij zijn levendige beschrijvingen van de negen typen zag ik steeds mensen voor me die ik aardig goed ken. Ook herkende ik mezelf in diverse typen. Ik dacht altijd dat ik een vijf was. Nog steeds vertoon ik onmiskenbare kenmerken van type vijf, maar ik heb ook wel iets van andere typen. Zojuist heb ik een korte enneagramtest op de website van Results Company gedaan. Daaruit kwam de onderstaande score. Type vijf (onderzoeker) scoort bij mij hoog, maar de typen 9 (vredestichter) en 1 (perfectionist) scoren nog hoger. In ieder mens zijn alle typen aanwezig, maar vaak is een bepaald type dominant. Cees vertelde op de workshop dat een mens gemakkelijker kenmerken kan vertonen van alle typen wanneer hij zich sterker heeft ontwikkeld. Dat zei hij naar aanleiding van de vraag wat voor type de Dalai Lama is. Hij weet dat niet. Archetypen kunnen vaak worden gekoppeld aan een enneagramtype. In het onderstaande plaatje staan voorbeelden daarvan. Daarna volgt een korte beschrijving van de negen persoonlijkheidstypen van het enneagram. Enneagramtype 1: De hervormer of perfectionist. Het principiële, idealistische type. Enen zijn ethisch en consciëntieus, met een sterk besef van goed en kwaad. Ze zijn leraren, kruisvaarders en pleiters voor verandering, die er altijd naar streven dingen te verbeteren, maar bang zijn om fouten te maken. Ze hebben hun zaken goed op orde en zijn ordentelijk en netjes. Enen hanteren hoge normen, maar het gevaar bestaat dat ze doorslaan en vervallen dan in een te kritische opstelling en perfectionisme. Onderdrukte woede en ongeduld zijn kenmerkende problemen van type Een. Op hun best zijn gezonde Enen wijs, opmerkzaam, realistisch, nobel en moreel heldhaftig. Jacqueline Cramer en Jan Peter Balkenende zijn enneagramtype 1. Enneagramtype 2: De helper of de gever. Het zorgzame, op mensen gerichte type. Tweeën zijn meelevend, oprecht en hartelijk. Ze zijn vriendelijk, gul en offeren zichzelf op, maar ze kunnen ook sentimenteel en vleierig zijn en er te veel op uit zijn om anderen te behagen. Ze willen het beste voor hun omgeving en voelen de drang om op intieme voet met anderen te verkeren en doen vaak dingen voor anderen om maar nodig te zijn. Kenmerkend voor type Twee is dat ze moeite hebben om voor zichzelf te zorgen en hun eigen behoeften te onderkennen. Op hun best zijn gezonde Tweeën onzelfzuchtig en altruïstisch; zij houden onvoorwaardelijk van zichzelf en van anderen. Frans Bauer is enneagramtype 2. Enneagramtype 3: De presteerder of de succesvolle werker. Het plooibare, op succes gerichte type. Drieën zijn zelfverzekerd, aantrekkelijk en innemend. Ambitieus, competent en energiek als ze zijn, kunnen ze ook statusbewust zijn en erg gebrand zijn op persoonlijke verbetering. Ze zijn diplomatiek en beheerst, maar ze kunnen zich ook te bezorgd zijn over hun imago en wat anderen van hen denken. Werkverslaving en competitiedrift zijn kenmerkende problemen van type Drie. Op hun best accepteren gezonde Drieën zichzelf, zijn ze authentiek en alles wat ze lijken te zijn – rolmodellen, die anderen inspireren. Dirk Scheringa is enneagramtype 3. Enneagramtype 4: De individualist of de romanticus. Het naar binnen gerichte, romantische type. Vieren zijn zelfbewust, sensitief, gereserveerd en rustig. Ze zijn emotioneel eerlijk, creatief en persoonlijk, maar kunnen ook humeurig en verlegen zijn. Ze mijden anderen als ze zich kwetsbaar en onvolwaardig voelen, maar kunnen ook neer kijken op ‘gewone’ manieren van leven en zich daarvan uitgezonderd voelen. Melancholie, genotzucht en zelfmedelijden zijn kenmerkende problemen van de Vier. Op hun best zijn gezonde Vieren geïnspireerd en erg creatief, in staat zichzelf te vernieuwen en hun ervaringen te transformeren. Patty Brard is enneagramtype 4. Enneagramtype 5: De onderzoeker of de waarnemer. Het opmerkzame, cerebrale type. Vijven zijn alert, nieuwsgierig en bezitten inzicht. Ze kunnen zich volledig concentreren en toeleggen op het ontwikkelen van complexe ideeën en vaardigheden. Ze zijn onafhankelijk en vindingrijk, maar kunnen ook volkomen in beslag worden genomen door hun gedachten en hun hersenspinsels. Ze stellen zich afstandelijk op, maar blijven daarbij fijnzinnig en intens. Isolement, excentriciteit en nihilisme zijn kenmerkende problemen van de Vijf. Op hun best zijn gezonde Vijven visionaire pioniers, die hun tijd vaak vooruit zijn en die op een totaal nieuwe manier naar de wereld kunnen kijken. Marco van basten is enneagramtype 5. Enneagramtype 6: De loyalist. Het toegewijde, op zekerheid gerichte type. Zessen werken hard, zijn betrouwbaar en verantwoordelijk. Ze zijn fantastische trouble-shooters met een scherp oog voor potentiële problemen die graag met anderen samenwerken, maar die ook defensief, zorgelijk en ontwijkend kunnen zijn. Hoewel ze erover klagen, vormt stress wel de brandstof van hun motor. Ze zijn vaak behoedzaam en besluiteloos, maar kunnen ook reactief, uitdagend en opstandig zijn. Zelftwijfel en achterdocht zijn kenmerkende problemen van type Zes. Op hun best zijn gezonde Zessen innerlijk stabiel en vol zelf-vertrouwen; ze komen moedig voor zichzelf en anderen op. Hennie Huisman is enneagramtype 6. Enneagramtype 7: De enthousiasteling of de levensgenieter. Het bezige, productieve type. Zevens zijn op de buitenwereld gericht, optimistisch, veelzijdig en spontaan. Ze zijn speels, ondernemend en praktisch, maar ze kunnen ook te veel doordraven, hun krachten versnipperen en ongedisciplineerd zijn. Ze zijn constant op zoek naar nieuwe en opwindende ervaringen maar kunnen afgeleid raken en zichzelf uitputten door hun onafgebroken dadendrang. Impulsiviteit en ongeduld zijn kenmerkende problemen van de Zeven. Op hun best richten gezonde Zevens hun talenten op zaken die echt de moeite waard zijn en staan ze blijmoedig, tevreden en dankbaar in het leven. Marco Borsarto is enneagramtype 7. Enneagramtype 8: De uitdager of de baas. Het sterke, strijdlustige type. Achten zijn sterk, assertief en vol zelfvertrouwen. Ze zijn beschermend, vindingrijk, direct en resoluut, maar ze kunnen ook egocentrisch en dominant zijn. Achten menen dat ze hun omgeving moeten beheersen met als gevolg dat ze nogal confronterend en intimiderend zijn. Kenmerkende problemen van type Acht zijn hun woede aanvallen en hun angst om zich kwetsbaar op te stellen. Op hun best zijn gezonde Achten een toonbeeld van zelfbeheersing; ze wenden hun krachten aan om andermans leven te verbeteren en zijn ze heldhaftig, grootmoedig, inspirerend en soms van een historische grootheid. Koningin Beatrix is type 8. Zoals we dat van een koningin verwachten, vertoont ze duidelijk koningengedrag. Enneagramtype 9: De vredestichter of de bemiddelaar. Het relaxte, zichzelf wegcijferende type. Negens zijn aanvaardend, vertrouwend en stabiel. Ze zijn doorgaans creatief, optimistisch en hulpvaardig, maar kunnen ook al te bereid zijn om zich naar anderen te schikken om de lieve vrede te bewaren. Ze willen dat alles gesmeerd en zonder problemen of conflicten verloopt, maar ze kunnen ook nogal zelfvoldaan zijn en hebben de neiging om alles wat de rust zou kunnen verstoren te bagatelliseren. Kenmerkende problemen van type Negen zijn hun passiviteit en koppigheid. Op hun best zijn gezonde Negens onverzettelijk en allesomvattend; ze kunnen mensen tot elkaar brengen en conflicten de wereld uit helpen. Prins Claus was enneagramtype 9.
  • Ivoren Torens oen ik in 2004 begon met het beroepsmatig verzorgen van presentaties over intuïtie op zakelijke bijeenkomsten, deed ik vooral bijzondere demonstraties die verwijzen naar de grote mogelijkheden van het menselijke denkvermogen. Velen vertelden mij na mijn optredens dat zijn behoefte hadden aan een handreiking om beter gebruik te maken van hun eigen intuïtie. Daarom besloot ik een model te ontwikkelen aan de hand waarvan mensen zodanig met hun intuïtie kunnen werken, dat het hun persoonlijke, professionele en maatschappelijke leven verrijkt. Tijdens een lange vlucht naar de Verenigde Staten om deel te nemen aan een mindreading conferentie wilde ik een model ontwikkelen aan de hand waarvan mensen kun intuïtie in de praktijk kunnen trainen en gebruiken. Dat lukte me niet direct. Wel kreeg ik op 10 kilometer hoogte duidelijk een innerlijk beeld van een wit kasteel. Het bestond uit een brede lage centrale toren met daartegenaan drie hoge smalle torens. Ik wist niet goed wat ik daarmee moest. In New York moest ik in verband met een overstap drie uur verblijven op de luchthaven. In een boekhandel vond ik het boek ‘Entering the Castle’ van Caroline Myss. Ik had verschillende boeken gelezen van deze Amerikaan auteur die een expert is op het gebied van intuïtie en spiritualiteit. ik heb het boek direct gekocht. Deze verrassende vorm van synchroniciteit beschouwde ik als een teken dat ik het intuïtiemodel dat ik wilde ontwikkelen kon baseren op het ivoorwitte kasteel dat ik innerlijk had gezien. De betekenis van het ivoorwitte kasteel werd me vrij snel duidelijk. Ik heb mijn intuïtiemodel ‘Ivoren Torens’ genoemd. De vier torens van het kasteel staan voor de vier intelligenties, die samenhangen met de voertuigen van de mens: 1e hoge smalle toren: fysieke intelligentie (FQ), corresponderend met het stoffelijk lichaam en het etherlichaam 2e hoge smalle toren: emotionele intelligentie (EQ), corresponderend met het astrale lichaam 3e hoge smalle toren: mentale intelligentie (IQ), corresponderend met het mentale lichaam centrale lage brede toren: spirituele intelligentie (SQ), corresponderend met de ziel Als we ons regelmatig terugtrekken in onze ivoren torens, kunnen we inspiratie en kracht opdoen en onze innerlijke stem vernemen. De letters van het woord IVOREN zijn de beginletters van werkwoorden die het cyclische proces van de ontwikkeling van de intuïtie weergeven: I nleven V ragen O ntsluieren R eageren E valueren N oteren De letters van het woord TORENS zijn de beginletters van werkwoorden die randvoorwaarden voor ontwikkeling van de intuïtie weergeven: T egenwoordig zijn O ntspannen R ichten E rkennen N adenken S til zijn
  • Kernkwadranten Vorige week heb ik voor een bepaald project afbeeldingen met kernkwadranten gemaakt die betrekking hebben op de dieren van de axenroos. Ik maakte voor het eerst kennis met kernkwadrantenmodel omstreeks 1997 via het uitstekende boek ‘Bezieling en kwaliteit in organisaties’ van Daniel Ofman, dat later de ondertitel ‘Het beroemde boek voor creërende mensen en creërende organisaties kreeg. Ik was meteen gecharmeerd van het model vanwege de elegantie en de wijze waarop het inzicht geeft in gedrag. Hierboven staat een voorbeeld van een kernkwadrant: het kwadrant dat hoort bij de relatiewijze die in de axenroos is gekoppeld aan de leeuw. In de loop van dit artikel zal de betekenis van het geheel worden uitgelegd. Daniel Ofman studeerde in 1973 af als bedrijfskundige aan de TU in Eindhoven. Hij beweegt zich vooral op het raakvlak van organisatieontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling en met name op managementniveau. Tegenwoordig is Daniel Ofman directeur van zijn bedrijf Core Quality, een organisatie ontwikkelingsbureau dat zich bezig wil houden met zaken die de kern raken. Met zijn boek ‘Bezieling en kwaliteit in organisaties’ introduceerde Ofman in het begin van de jaren negentig een bredere visie met aandacht voor kwaliteiten en energieën. Mede door zijn werk is het begrip ‘bezieling’ in veel organisaties opnieuw gaan leven en begon men zich te realiseren dat het een doodlopend spoor is om zich louter te richten op winstmaximalisatie en aandeelhouderswaarde. Het concept van kernkwadranten dat door Ofmann is bedacht, gaat uit van zogeheten kernkwaliteiten. Het begrip kernkwaliteit is in 1990 geïntroduceerd door Hamel en Pralahad in een artikel in Harvard Business Review. Zij koppelden het begrip primair aan ondernemingen. De auteurs definiëren de kernkwaliteiten van een onderneming als die aspecten waar een onderneming goed in is. Natuurlijk beschikken niet alleen ondernemingen over kernkwaliteiten, maar ook non-profit organisaties en mensen over kernkwaliteiten. In zijn boek: Bezieling en kwaliteit in organisaties schrijft Daniel Ofman: Kernkwaliteiten zijn eigenschappen die tot het wezen (de kern) van een persoon behoren; ze doordringen de hele mens en stellen al diens meer of minder in het oog springende eigenschappen in een bepaald licht. De kernkwaliteit ‘kleurt’ een mens; het is de specifieke sterkte waar we bij hem of haar direct aan denken. Voorbeelden van kernkwaliteiten zijn bijvoorbeeld daadkracht, zorgzaamheid, zorgvuldigheid, moed, ontvankelijkheid, ordelijkheid, invoelingsvermogen, flexibiliteit, enzovoorts. Kernkwaliteiten zijn uitingen van het Zelf waar bezieling uit voortkomt. Kernkwaliteiten zijn niet in de eerste plaats eigenschappen, maar eerder mogelijkheden waarop men zich kan afstemmen. Een kernkwaliteit is te herkennen aan iemands bijzondere kwaliteit, waarover hijzelf zegt: ‘Dat kan toch iedereen.’ Dat kan niet iedereen en als je de achterliggende kernkwaliteit weg zou halen, zou je de ander zelfs niet eens meer herkennen. Dat komt doordat die ene kernkwaliteit alle andere, minder uitgesproken kwaliteiten doordringt. Een kernkwaliteit is dan ook altijd potentieel aanwezig. Je kunt een kernkwaliteit niet naar believen aan- of uitzetten, je kunt hem wel verborgen houden. Het onderscheid tussen kwaliteiten en vaardigheden zit vooral in het feit dat kwaliteiten van binnenuit komen en vaardigheden van buitenaf aangeleerd zijn. Vaardigheden zijn dus aan te leren, kwaliteiten kun je ontwikkelen. Hoe duidelijker het beeld dat we van onze kernkwaliteiten hebben, des te bewuster kunnen we die laten doorstralen in het werk. De essentie van een kernkwadrant kan duidelijk worden genaakt aan de hand van het bovenstaande kernkwadrant dat ik gemaakt heb voor de relatiewijze die in het model van de axenroos is gekoppeld aan de wasbeer. Iedereen heeft volgens Ofman een aantal kernkwaliteiten, maar sommige daarvan zijn zo sterk aanwezig dat ze juist een valkuil worden. Iemand die anderen veel complimenten geeft (kenmerkend voor de wasbeer in de axenroos), kan gaan dwepen of slijmen. Een valkuil is dus een eigenschap die een doorgeschoten vorm is van een kernkwaliteit en wordt ook wel vervorming genoemd. Binnen het model van de axenroos wordt gesproken over slechtgemutst gedrag. Het positief tegenovergestelde een valkuil van iemands valkuil is iemands uitdaging. Het positief tegenovergestelde van complimenteus is opbouwend kritisch. Iemand die complimenteus is, kan anderen ook helpen door eerlijke feedback te geven wanneer iemand daarvoor open staat. De uitdaging is dus een karaktereigenschap die het positief tegenovergestelde is van iemands valkuil. Deze kwaliteit is een goede aanvulling op iemands kernkwaliteit. Een andere vervorming van een kernkwaliteit (slechtgemutst gedrag in axenroos-terminologie), naast de valkuil, wordt door Ofman een allergie genoemd. Die kan worden waargenomen wanneer een ander doorschiet in een van zijn kernkwaliteiten, wat leidt tot wrevel bij anderen. De mate waarin iemand zich ergert aan bepaalde doorgeschoten kernkwaliteiten verschilt van mens tot mens. Iemand die veel complimenten geeft kan bijvoorbeeld ‘allergisch’ zijn voor mensen die anderen of gedrag of hun werk afkraken. De allergie is dus datgene dat iemand met een bepaalde kernkwaliteit als lastig ervaart. Daarnaast is deze allergie een doorgeschoten vorm van de uitdaging. We kunnen veel leren over onszelf door te ontdekken wanneer we ons aan bepaalde mensen of bepaald gedrag ergeren. Veel coaches en trainers werken graag met kernkwadranten. Mijn vriendin werkt als coach en trainer op een ROC en had kernkwadranten opgenomen in een succestraining. Ze is daar echter van teruggekomen omdat ze merkte dat de meeste leerlingen het model niet goed begrepen. Voor het middelbaar beroepsonderwijs waar zij werkt is het voor de meeste deelnemers (zo worden leerlingen daar genoemd) te hoog gegrepen. Het vereist inderdaad een bepaald abstractieniveau om te kunnen werken met kernkwadranten. Een valkuil is dat het model te ‘absoluut’ genomen wordt. Het model kan inzicht verschaffen in personen en situaties, maar het is riskant om op basis daarvan harde conclusies te trekken. Modellen zijn niet de werkelijkheid, maar slechts een benadering ervan om de werkelijkheid te kunnen begrijpen. Dat betekent dat het belangrijk is om intelligent om te gaan met modellen, en dat geldt ook voor het kernkwadrantenmodel. Kernkwadranten kunnen worden gekoppeld aan diverse systemen waarin het denken, voelen en handelen van mensen wordt gekarakteriseerd, waaronder het enneagram, de twaalf tekens van de dierenriem en de axenroos. Zelf heb ik kernkwadranten geformuleerd voor de tien dieren van de axenroos. Deze staan weergegeven in de onderstaande tabel. Voor leerkrachten die in de klas werken met de axenroos kan dat verhelderend zijn, maar het zal in de meeste gevallen te hoog gegrepen om met leerlingen van de basisschool het model van de kernkwadranten te leren.
  • Zes denkende hoofddeksels Als ik een wat langer optreden mag verzorgen op een (meerdaagse) werkconferentie van een organisatie, doe ik wel eens een demonstratie die gebaseerd is op de zes gekleurde petten van de bekende creativiteitsgoeroe Edward de Bono. Ik haal dan vijf mensen uit het publiek. Ze krijgen allemaal een verschillend gekleurde pet op en mogen een tekening maken van een voorwerp dat volgens hen verband houd met de rol die zij spelen. Dat is altijd een leuk foto-moment. Zelf draag ik dan een blauwe pet omdat blauw geassocieerd wordt met leiding geven en ik het proces begeleid. Het model van de zes denkhoeden bestaat al meer dan 25 jaar, maar is nog steeds heel goed bruikbaar om toe te passen in vergaderingen. Zelf maakte ik in 1997 kennis met het model in de training “24 uur per dag de manager van jezelf” van Pim Barendse, eigenaar van het bureau Chi Trainingen. Later heb ik het boek “Zes denkende hoofddeksels” aangeschaft om meer feeling te krijgen met het model. De zes denkhoeden of petten stellen ons in de gelegenheid ons denken te dirigeren, zoals een dirigent zijn orkest dirigeert. We kunnen de invalshoek waar we behoefte aan hebben oproepen. Verder biedt het concept de mogelijkheid om in vergaderingen – van welke aard ook – mensen ertoe te brengen het platgetreden pad van hun normale denkwijze te verlaten en het betreffende onderwerp op een ander manier te overdenken. * De witte denkhoed staat voor neutraal denken in de vorm van feiten, cijfers en informatie. * De rode denkhoed staat voor denken dat beïnvloed wordt door gevoelsoordelen, emoties en intuïties. * De zwarte denkhoed speelt de rol van ‘advocaat van de duivel’ en geeft argumenten waarom iets niet zal functioneren. * De gele denkhoed staat voor het denken in kansen en mogelijkheden en geeft argumenten waarom iets wel zal functioneren. * De groene denkhoed heeft specifiek betrekking op nieuwe ideeën en nieuwe manieren om dingen te bezien. * De blauwe denkhoed staat voor afstandelijkheid en controle: de dirigent van het denken, denken over het denken.

Onderwijs

  • Digibord in onderwijs Ongeveer zeventig procent van alle klaslokalen in het reguliere onderwijs in Nederland is is het klassieke krijtbord vervangen door een digitale schoolbord, ook wel HR-bord genoemd. Ik heb de indruk dat het onderwijs wat dit betreft verder is dan de zakelijke sector voor trainingen en workshops, waar nog steeds heel veel wordt gewerkt met flipovers, whiteboards en losstaande beamers (in combinatie met een presentatiewprogramma als Powerpoint, Keynote of Prezi) . Digiborden bieden de mogelijkheid om het onderwijs breder, interactiever, boeiender en effectiever te maken. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is wel mogelijk met de ingebouwde software. Veel leerkrachten, docenten en trainers maken nog onvoldoende gebruik van de mogelijkheden die het digibord biedt. Met het digibord kun je veel meer doen dan alleen het laten zien van plaatjes of filmpjes. Vorige maand heb ik voor het eerst ervaren wat je allemaal kunt doen met een digibord. Dat was op een interessante workshop op de studiedag voor leerkrachten van scholen van de stichting OPOZ (Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer) in Dekker Conferentie Centrum in Zoetermeer. Tussen de opening en afsluiting die ik op die dag mocht verzorgen had ik ruim de tijd om aan verschillende programmaonderdelen deel te nemen. Wouter Würdemann, senior onderwijsconsulent bij Heutink ICT in Hengelo, demonstreerde hoe je het digibord kunt gebruiken in het rekenonderwijs. Hij benadrukte dat de les altijd het uitgangspunt dient te zijn; niet de knoppen van het bord. Dat betekent dat leerkracht voor zichzelf vragen moeten beantwoorden als: * Welke instructie ga ik voorbereiden? * Wat is het doel van deze instructie? * Wat moeten de leerlingen kunnen na mijn instructie? * Welke stappen zitten er in de instructie? * Welke hulpmiddelen en plaatjes heb ik nodig? Würdeman: “Het digitale schoolbord wordt ook wel eens een interactief schoolbord genoemd, maar dat is niet juist. Het digitale schoolbord kan geen interactiviteit tot stand brengen in je les. De enige die dat kan is de leerkracht. Wel is het mogelijk dat leerlingen tijdens je instructie een antwoord op het bord schrijven, een vakje open krassen of een antwoord op de juiste plek schuiven. Dat is de grote kracht van het digitale schoolbord. Leerstof op verschillende manieren aanbieden, bijvoorbeeld bij de tafels. De eerste keer schrijf je de goede antwoorden achter de tafelsom. De volgende keer heb je de antwoorden al staan, maar dan door elkaar; leerlingen trekken dan lijntjes of ze slepen de antwoorden naar de juiste plek. Op andere momenten maak je misschien gebruik van het afdekscherm of van verandering van de achtergrondkleur.” Wouter Würdeman constateert dat meer scholen gebruik maken van allerlei instructiemodellen waarbij niet alle leerlingen dezelfde instructie krijgen, maar een verkorte of verlengde instructie. Ook hierbij kun je het digitale schoolbord goed gebruiken. Zo kun je aan het einde van je instructie de antwoorden weghalen en bepaalde leerlingen de voorbeeld-oefening met de speciale pen nog een keer laten maken. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat leerkrachten die met het digibord hebben gewerkt daar heel positief over zijn. Als hen gevraagd werd naar de meerwaarde van het digibord ten opzichte van de oude situatie, werden de volgende acht punten genoemd: 1. actualiteit van het materiaal 2. alles in 1 bron (het digibord) 3. visueel aantrekkelijk 4. meer interactie 5. opslaan en terughalen 6. nieuwe uitdaging 7. enthousiasme 8. de wereld in de klas
  • Intuitie in onderwijs Vanmiddag mag ik mijn lecture show “Werken met intuïtie” doen voor zo’n 250 leerkrachten en leraren uit het speciaal basisonderwijs en het speciaal voortgezet onderwijs. Dat is op een studiedag van stichting Metander die wordt gehouden in theater D’n Bogerd in Druten. De laatste tijd word ik in toenemende mate gevraagd voor optredens in het onderwijs. Dat vind ik een goede ontwikkeling, want intuïtie is van groot belang in de praktijk van het onderwijs. Binnen het onderwijs wordt steeds meer erkend dat intuïtie voor scholen onontbeerlijk is om goed te kunnen blijven functioneren op een manier die aansluit bij wat de leerlingen en maatschappij nu en in de toekomst nodig hebben. Op PABO’s en andere lerarenopleidingen leren studenten nog vrijwel niets over intuïtie. Dat is jammer, want met onze intuïtie kunnen we feilloos kunnen achterhalen, beslissen, communiceren, anticiperen, bezielen en creëren. Hieronder volgt een gedeelte van mijn speech die ik vanmiddag zal houden. De wereld is in een hoog tempo aan het veranderen. Als ik om me heen kijk zie ik dat structuren die tientallen jaren goed hebben gefunctioneerd nu in duigen vallen. We leven niet alleen in een tijdperk van verandering, maar vooral ook in een verandering van tijdperk. We gaan over van het Vissen-tijdperk naar het Waterman tijdperk, van Pisces naar Aquarius. Dat houdt onder andere in dat de vibratie van de aarde wordt verhoogt. Dat maakt het voor de mens mogelijk, ja zelfs noodzakelijk, om een bewustzijnssprong te kunnen maken. Daarbij is intuïtie onontbeerlijk. Niet alleen de wereld verandert. Ook de kinderen veranderen. Tegenwoordig lezen en horen we veel over nieuwetijdskinderen die ook wel indigokinderen, kristalkinderen of sterrenkinderen worden genoemd. Het is belangrijk dat er met deze nieuwetijdskinderen op de juiste manier wordt omgegaan. In deze zaal zitten ongetwijfeld volwassenen die in hun jeugd indigo-kinderen en daar nu nog de signatuur van dragen. Indigokinderen zijn er altijd geweest. Het lijkt erop dat het percentage indigokinderen de laatste decennia enorm is gegroeid. Het huidige onderwijssysteem is nog niet goed ingesteld op nieuwetijdskinderen. Bij de volwassenen is er nog een grote onwetendheid ten aanzien van de mogelijkheden van het menselijke bewustzijn. De indigokinderen kunnen eraan bijdragen dat er een omslag komt in het bewustzijn, een omslag die nodig is om een volgende stap in de menselijke evolutie te maken. De kinderen veranderen dus. Dat betekent dat het onderwijs moet mee-veranderen. Hoe precies? Dat zal geleidelijk duidelijk moeten worden. Ik ben ervan overtuigd dat het steeds belangrijker wordt om goed te luisteren naar de innerlijk stem, de intuïtie. Dat geldt niet alleen voor leraren, maar ook voor concièrges, schooldirecteuren, kinderen …. ja eigenlijk voor iedereen! Even twee vraagjes. Wie van u maakt er wel eens gebruik van uw intuïtie? Wie van u heeft op uw opleiding of in een cursus geleerd hoe u uw intuïtie kunt gebruiken? Daar is dus een groot verschil. We zijn allemaal intuïtief, maar we weten er weinig van. De meeste intuïtieve ingevingen die we soms ontvangen overkomen ons. Toch is het mogelijk om de intuïtie te ontwikkelen en daar heel bewust gebruik van te maken. Dat benadruk ik altijd in presentaties zoals deze. Wat is intuïtie? Ik definieer intuïtie altijd als een weten van binnenuit zonder dat daarbij verstandelijke overwegingen een rol spelen. Ik onderscheid zes functies van intuïtie die gemakkelijk te onthouden zijn aan de hand van de formule ABC-ABC. De letters staan voor de eerste letter van een werkwoord: A achterhalen, B beslissen, C communiceren, A anticiperen B bezielen en C creëren. Hoe is dat in de praktijk van het onderwijs. Even enkele voorbeelden. A. Achterhalen. Een leerling functioneert niet goed op school. Wat is er aan de hand? Heeft de leerling een persoonlijkheidsstoornis. Is er sprake van te weinig zelfvertrouwen? Is de situatie thuis onveilig? Spelen er geldproblemen? Zijn er relatieproblemen? spelen er trauma’s die hun oorsprong vinden in een vorig leven? Het komt voor dat er allerlei testen worden gedaan om daar inzicht in te krijgen. Dat kost veel tijd en geld en levert lang niet altijd de juiste antwoorden. Iemand met een getrainde intuïtie kan in een gesprek van bijvoorbeeld een half uur een duidelijk idee hebben wat er speelt en dan doorverwijzen naar specialisten die kunnen helpen de problemen te ontstijgen. B. Beslissen. In het leven staan we voortdurend voor keuzes. Wat doen we op een bepaald moment? Welk onderwerp behandelen we vandaag in de klas? Wat adviseer ik een leerling die om raad vraagt? Hoe ga ik om met een leerling die zich niet goed gedraagt? C. Communiceren. We kunnen onze intuïtie inzetten om zodanig te communiceren met leerlingen en collega’s dat er een sfeer van vertrouwen ontstaat, waardoor mensen kunnen opbloeien. Daarbij gaat uiteraard niet alleen om de woorden, maar vooral ook om de wijze waarop en vanuit welke intentie deze worden uitgesproken. Communiceren heeft niet alleen te maken met woorden, maar op het creëren van een energieveld waarbinnen uitwisseling kan plaatsvinden. A. Anticiperen. Soms kunnen we in een fractie van een seconde een beeld krijgen van de toekomst. Als we met een leerling praten over haar toekomst kunnen we bijvoorbeeld plotseling een impressie ontvangen van een werksituatie waarin zij zich over enkele jaren bevind. Dan is het mogelijk om suggesties te doen voor de richting waarin zij het kan zoeken. B. Bezielen. Het is mogelijk om intuïtief vast te stellen waar leerlingen enthousiast over worden. Door daar op in te spelen kunnen we er aan bijdragen dat ze bezield worden door iets waardoor er iets moois tot stand kan komen. C. Creëren. Door open te staan voor intuïtieve invallen kunnen we prachtige lessen creëren waar iedereen blij van wordt. Ik onderscheid deze zes functies om een indruk te geven van wat we met onze intuïtie kunnen. In de praktijk lopen deze zes functies natuurlijk dwars door elkaar. Hoe werkt intuïtie nu eigenlijk? Sommigen zijn van mening dat dat er niet toe doet. Zij vinden het genoeg te weten dat het werkt. Daar ben ik het slechts deels mee eens. Het is helemaal niet nodig om de kwantummechanische principes die achter intuïtie schuil gaan te begrijpen, zoals het ook niet nodig is om te weten hoed het detail-ontwerp van een auto volledig te kennen om succesvol in de auto te kunnen rijden. Als je wilt autorijden is het wel noodzakelijk dat je enig begrip hebt van gas geven, remmen en schakelen. Zo is het naar mijn idee ook belangrijk om een zeker begrip te hebben van de verschillende mechanismen waardoor intuïtie zich manifesteert.
  • Nieuwetijdskinderen onderwijs Dit jaar heb ik enkele boekingen staan voor schoolbesturen. Ik mag mijn interactieve en spraakmakende presentatie over “Werken met intuïtie” dan houden als afsluiting van een grote studiedagen voor leerkrachten uit het basisonderwijs. Bijna iedereen erkent dat intuïtie belangrijk is om als leerkracht goed te functioneren, maar bijna niemand in de sector heeft daar een opleiding of training in gehad. Intuïtie komt nog niet voor in de curricula van PABO’s en andere lerarenopleidingen. Intuïtie is ook van groot belang bij de vernieuwing van het onderwijs, waarbij de mensen, middelen en methoden beter worden afgestemd op wat kinderen in deze tijd nodig hebben. Om daar meer inzicht in te krijgen heb ik afgelopen zondagmiddag deelgenomen aan de startbijeenkomst van de thema-groep ‘Kinderen en Onderwijs’ van het nieuwsforum Niburu op het Niburu-kantoor in Barneveld. De bijeenkomst was met zo’n honderd deelnemers goed bezocht. Ik had de indruk dat meer dan de helft van het aantal deelnemers bestond uit therapeuten. Ook waren er veel ouders van nieuwetijdskinderen, die ook bekend staan als kristalkinderen, indigokinderen of sterrenkinderen. In Nederland zijn er duizenden nieuwetijdskinderen die slecht functioneren binnen het huidige onderwijssysteem. Niburu heeft in de afgelopen jaren honderden brieven gehad van ouders die om raad vroegen omdat hun kinderen grote problemen hadden waarvoor geen oplossing kon worden gevonden op scholen in het reguliere onderwijs. De volgende problemen worden veel gemeld: * de leerstof is te weinig uitdagend * de lesmethoden en het lesmateriaal sluiten niet aan bij de wijze waarop het kind leert * kinderen kunnen niet de hele dag binnen zitten * de (paranormale) ervaringen van kinderen worden niet serieus genomen * kinderen zijn snel overprikkeld * kunnen niet functioneren in een grote groep Dit soort problemen spelen al lang. Soms zijn deze op te lossen door in de bestaande situatie op de juiste manier om te gaan met nieuwetijdskinderen. Er is echter meer nodig. Anton Teuben, oprichter van Niburu, volgt die problematiek al zo’n tien jaar en constateert er bijna geen acties zijn ondernomen om daar iets aan te doen. Hij vindt vernieuwing van het onderwijs hard nodig. Teuben organiseerde de startbijeenkomst van de Niburu-werkgroep ‘Kinderen en Onderwijs’ om het mogelijk te maken dat er verbindeingen worden gelegd tussen mensen die zich willen inspannen om impulsen te geven aan de daadwerkelijke aanpaasing van het onderwijs aan de behoeften van deze tijd. De niet meer zo jonge dagvoorzitter Tjeerd Sloots zei dat hij zichzelf beschouwt als nieuwetijdskind. Als jong kind had ervaringen en ideeën waarmee hij niet terecht kon in het gereformeerde milieu waarin hij was opgegroeid. De deelnemers aan de middag waren weliswaar allemaal volwassen, maar het feit ze daar op hun vrije zondagmiddag aanwezig waren en meer dan gewone belangstelling hebben voor nieuwetijdskinderen was volgens Sloots een indicatie dat de meeste deelnemers nieuwetijdsvolwassenen zijn. Op basis van zijn eigen ervaringen riep hij de aanwezigen op om bij hun innerijke drang tot vernieuwing voorzichtig te zijn. Wie te enhousiast praat over zijn of haar ervaringen en opvattingen in omgevingen waar daar nog weinig begrip voor is, wordt snel beschouwd als een zwever en als zodanig niet serieus genomen. De noodzakelijke veranderingen komen dan niet op gang. Claudia Betancourt Montero is een professional op het gebied van nieuwetijdskinderen, maar sprak op de Niburu-middag vooral over haar ervaringen als moeder van een nieuwertijdskind. Claudia zet haar mediamieke gaven en paranormale kwaliteiten in voor het welzijn van kinderen. Zo geeft ze energetische therapeutische behandelingen ter ondersteuning van het algemeen welbevinden en coaching op maat voor nieuwetijdskinderen en paranormaal begaafde kinderen. Vanuit intuïtieve ontwikkeling reikt zij hoogsensitieve kinderen oefeningen aan om problemen door overprikkeling te voorkomen. Ook leert zij paranormaal begaafde kinderen om te gaan met hun buitenzintuiglijke kwaliteiten. Ze is ook docent op Het Johan Borgman College dat zich richt op de beroepsontwikkeling van paranormale therapeuten. Tenslotte maakt ze deel uit van de crew van het televisieprogramma van SBS6 over paranormale kinderen dat gepresenteerd wordt door Liesbeth van Dijk. Op de Niburu-middag sprak Claudia op een aangrijpende wijze wat ze beleefd had met haar zoon. De jongen functioneerde niet in het reguliere onderwijs, voelde zich ellendig en wilde dood. Op de school kon er geen oplossing worden gevonden. Na overplaatsing naar een vrije school trad er geen verbetering op in de toestand van haar zoon. Vanuit haar beroepspraktijk weet Claudia dat veel nieuwetijdskinderen die ongelukkig zijn op een reguliere school prima functioneren wanneer zij zich bevinden in schone omgevingen, niet alleen stoffelijk schoon maar ook energetisch schoon, en er met hen wordt gewerkt op een manier die bij hen past. Toen ze na veel zoeken zo’n omgeving niet kon vinden, besloot ze uiteindelijk haar zoon zelf thuis onderwijs te geven. Dat ging op zich prima ging, want de jongen bloeide helemaal op. Ze kreeg echter wel allerlei nare ervaringen met ambtelijke instanties als Jeugdzorg en Leerplicht. Ze spande zich tot het uiterste in om een goede ouder en persoonlijke leerkracht te zijn, maar werd door instanties behandeld alsof ze een misdadiger was. Peggy Lesquillier herkent de juridische moeilijkheden die Claudia Betancourt Montero ondervond in haar functie als advocaat in onder andere kinder- en familiezaken en strafrecht. Ze is een groot voorstander van vernieuwing van het onderwijs en van het recht en roept daarom alle ouders, kinderen, leerkrachten, juristen, leerplichtambtenaren en hulpverleners van harte op om een constructieve bijdrage te leveren, op het gebied van onderwijs, recht of hulpverlening. Lesquillier constateert een tegenstelling in de wetgeving met betrekking tot onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet gaat over de vrijheid van onderwijs. Dit recht op onderwijs dient breder opgevat te worden dan het recht om naar een school te gaan. Onderwijs, volgens internationale beginselen, kan tot uitdrukking komen in vele vormen en op verschillende plekken. Zolang het maar tegemoetkomt aan de volle ontplooiing van kinderen, wat betreft hun lichamelijke ontwikkeling, sociale vaardigheden, emotionele behoeften, hun denken en andere talenten. Verder is er natuurlijk de in Nederland de Leerplichtwet, die stelt dat het voor kinderen verplicht is om naar school te gaan. Dit strookt niet met het internationale recht dat niet spreekt niet over een leerplicht, noch over een schoolplicht, maar over een recht op onderwijs. Mogelijk heeft de opvatting school- of leerplicht daarmee te maken dat de Leerplichtwet nog stamt uit de vorige eeuw toen kinderen niet naar school gingen omdat ze moesten werken, thuis, in de fabriek of op het land. In Nederland komt kinderarbeid niet meer voor. Een ander probleem is dat de overheid en de rechterlijke macht de begrippen richting en levensbeschouwing in de Leerplichtwet nog steeds beperken tot een godsdienstige overtuiging, terwijl zowel het Europese en Internationale recht het recht op onderwijs uitbreiden met filosofische levensbeschouwing. Dit houdt in dat ouders die hun kinderen niet naar scholen in de buurt willen sturen omdat deze niet stroken met hun filosofische levensbeschouwing, ook vrijstelling moeten krijgen van de Leerplichtwet. Zo’n levensbeschouwing kan bijvoorbeeld zijn dat we ook een kind zien als een eenheid, waarin geest, ziel en lichaam samenkomen. Lesquillier: “Gelet op deze ontwikkeling van nieuwe onderwijsvormen en de groeiende behoefte van kinderen aan vernieuwing van het onderwijs, is het buitengewoon belangrijk dat ook de overheid haar verantwoordelijkheid neemt. In de eerste plaats door de wet- en regelgeving te veranderen en deze aan te passen aan het internationale recht door schoolplicht te wijzigen in het recht op onderwijs. En door verschillende levensbeschouwingen en filosofieën te erkennen, ook in juridische zin. Daarnaast is het noodzakelijk dat de overheid de erkenning van het recht op onderwijs ook vertaalt in financiële termen. Bijvoorbeeld door structureel geld vrij te maken voor ouders, initiatieven en scholen die het onderwijs op een andere, vernieuwende manier vorm willen geven.”
  • Omgaan met indigo-kinderen Hoe moeten we in het onderwijs omgaan met indigokinderen? Die vraag werd aan mij gesteld tijdens de vraag en antwoordsessie van een afsluitende sessie die ik afgelopen vrijdag heb verzorgd op Het Congres 2010. Dat is het tweedaagse landelijk speciaal onderwijs congres voor de clusters 3 en 4 dat jaarlijks wordt gehouden in het Nationaal Sportcentrum Papendal bij Arnhem. Op de dag dat ik mocht optreden waren er ongeveer zevenhonderd deelnemers. Ik ben op de hoogte van het feit dat er steeds meer kinderen komen die worden aangeduid als indigokinderen, kristalkinderen of nieuwetijdskinderen. Zij worden gekenmerkt door een scala van eigenschappen, waar een aantoonbare paranormale gevoeligheid ook deel van kan uitmaken. In een eerder blogbericht heb ik de eigenschappen van indigokinderen genoemd. De term is geïntroduceerd door de psycholoog Lee Carol, die ontdekte dat de hooggevoelige kinderen die hij bestudeerde een diepblauwe aura hadden. Aangezien ik nauwelijks ervaring heb met het werken met indigokinderen en er ook nog niet zoveel over heb gelezen, kwam ik op dat moment niet verder dan te zeggen dat het bijzonder belangrijk is om deze kinderen te respecteren, het contact met ze aan te gaan en hun ervaringen serieus te nemen. De vraag inspireerde me om op internet te gaan zoeken naar praktische tips voor leerkrachten, leraren en ambulant begeleiders. Ik vond een waardevol blogbericht van Wendy Chapman waarvan ik hieronder de Nederlandse vertaling weergeef. 1. Behandel ze met respect. Als je niet respectvol met ze omgaat, doen ze jou ook niet respectvol behandelen, ongeacht je positie of autoriteit. 2. Luister naar hun meningen. Ze hebben er behoefte aan om te merken dat je betrokken bent en hen ziet als waardevolle jonge mensen. 3. Maak ze enthousiast. Dat kan bijvoorbeeld door ze te laten bepalen in welke volgorde ze dingen willen doen of ze te laten kiezen uit twee activiteiten. Als ze inspraak hebben waarmee rekening wordt gehouden bevordert dat hun zelfvertrouwen. Bovendien zullen ze meer geneigd zijn serieus deel te nemen aan de dingen waarvoor ze hebben gekozen, wat ten goed komt aan hun houding ten aanzien van het onderwijs en ten aanzien van jou. 4. Bevorder samenwerking en vermijd het geven van bevelen. Indigo’s luisteren niet naar mensen die macht over hen uitoefenen, maar wel naar mensen die hen eerlijk en vriendelijk behandelen. 5. Help ze bij het doen van dingen waardoor ze verschil kunnen maken. Als ze frustratie ervaren, erken die dan en moedig ze aan positieve acties te ondernemen die tot verbetering leiden. Daarbij kan het gaan om bijvoorbeeld het schrijven van een brief naar de schooldirectie, het maken van een poster, het schrijven van een gedicht of het instellen van een werkgroepje dat gaat werken aan een oplossing van het probleem. 6. Help ze bij het ontdekken en ontwikkelen van hun talenten en sterke punten. Moedig ze aan creatief te zijn en zich op een unieke wijze persoonlijk uit te drukken. 7. Wees tolerant ten aanzien van hun soms extreme emoties. Help ze in balans te komen door bijvoorbeeld aromatherapie toe te passen, hen toe te staan water te drinken in de klas, stille momenten in te bouwen, en visualisaties te doen. 8. Moedig de leerlingen aan vredestichters te zijn. Indigo’s hebben een natuurlijke behoefte aan vrede. Laat ze oefenen in het bewaren van de vrede. Zo kunnen ze werken aan de ontwikkeling van communicatie en compassie. Wees een gids in dit proces. 9. Leg het WAAROM van alles uit. Waarom zijn er bepaalde regels? Waarom moeten ze huiswerk doen? Waarom is de wereld zoals deze is. Als je zelf geen antwoord hebt: erken hun frustratie en toon empathie. 10. Ontmoedig het gebruik van medicijnen voor ADHD. Soms lijkt het of kinderen een aandachtsstoornis hebben. Indigo’s vertonen vaak selectieve aandacht. Als ze in staat zijn zich geruime tijd te richten op een onderwerp dat hun belangstelling heeft, is er geen sprake van ADHD. Medicijnen onderdrukken dan de natuurlijke creativiteit en leiderschapskwaliteiten van indigo’s. Als er sprak is van een aandachtsprobleem, kan dat ook worden verminderd of opgelost met andere therapieën. Gelden deze tips niet voor alle kinderen? Natuurlijk! Het punt is dat vooral indigokinderen enorm lijden wanneer ze niet respectvol en eerlijk worden behandeld, en niet worden gezien als unieke individuen die mooie dingen kunnen schenken aan de wereld. Dan krijgen ze een hekel aan school, gaan mogelijk rebelleren en haken emotioneel, mentaal en soms ook fysiek af. De kans is groot dat ze overgaan tot drugsgebruik, depressief, suïcidaal en gewelddadig worden. Zijn de genoemde tien tips vanzelfsprekend voor jou en pas je ze al toe? Feliciteer jezelf, je bent een hele goede leraar! Je zit niet meer gevangen in de oude energie van de traditionele leraar - leerling dynamiek die niet meer werkt. Als je de tips nog niet in praktijk brengt, maar ze wel beschouwt als mogelijkheden voor positieve verandering: ook gefeliciteerd! Je staat er open voor om met de tijd en de kinderen mee te gaan. De onderstaande video toont hoe indigokinderen ons kunnen inspireren.
  • Rekenvaardigheid in onderwijs Donderdag 21 april mag ik de opening en afsluiting verzorgen op de onderwijsdag 2011 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zoetermeer (OPOZ). De dag zal worden bijgewoond door zo’n 250 leerkrachten van openbare basisscholen in Zoetermeer en heeft als thema ‘De kwaliteit van het rekenonderwijs’. Dat is voor de meeste deelnemers waarschijnlijk geen spannend onderwerp, maar wel bijzonder bijzonder zinvol. Het is mijn taak om de dag wat spannender te maken. In het ochtendprogramma zal ik enkele demonstraties doen waarbij rekenen een belangrijke rol speelt en in het middagprogramma ga ik in op het belang van het ontwikkelen en gebruiken van intuïtie in het onderwijs. Er zijn vele signalen die erop wijzen dat het niet goed gaat met het rekenonderwijs. Als kinderen op de basisschool goed leren rekenen, hebben ze daar hun hele leven profijt van. Het bedrijfsleven klaagt dat jonge mensen niet kunnen rekenen. Verpleegsters en artsen worden op rekencursus gestuurd, de onderwijsinspectie stelt vast dat een kwart van de basisscholen rekenzwak is, de nieuwste wiskundeboeken in de brugklas beginnen met een stoomcursus rekenen. Het mbo klaagt dat ze daar het oude niveau van de beroepsopleiding niet meer kunnen halen. Dat leerlingen grove fouten maken in eenvoudige optellingen en delingen. En vanuit het praktijklokaal voor een simpel sommetje als 11 min 3 teruglopen naar het theorielokaal om hun rekenmachine op te halen. Leerlingen in de techniek kunnen zelfs op 17-jarige leeftijd nog niet met breuken rekenen. Het bovenstaande citaat komt uit het artikel ‘Wat is er mis met het rekenonderwijs’ van Jan van de Craats en Gerard Verhoef dat in mei 2009 is gepubliceerd in het blad ‘Mensenkinderen’ van de vereniging van Jenaplanscholen. De auteurs schrijven de verslechtering van het rekenonderwijs vooral toe aan een rekendidactiek met de naam ‘realistisch rekenen’ die aan het einde van de jaren tachtig is ontwikkeld op het Freudenthal Instiituut van de Universiteit Utrecht en die al zo’n 20 jaar dominant is in het basisonderwijs. De gedachte achter het realistisch rekenen is dat het onderwijs niet via routine is opgebouwd, maar via het ontwikkelen van inzichten, via een creatief proces. Er wordt dan ook veelvuldig gebruik gemaakt van verhaaltjes waarin rekenopdrachten verwerkt zijn. Het traditionele rekenen bouwt op het automatiseren en oefenen en gaat uit van een gelaagdheid in het leren: automatismen (de eenvoudigere mentale processen) dienen het denkproces (de hogere mentale processen). Zwakke rekenaars profiteren minder van het rekenonderwijs wanneer ze allerlei zaken zelf moeten ontdekken. Wanneer er in de klas veel aandacht is voor verschillende oplossingswijzen, zijn ze al snel de weg kwijt. Het klassikaal opdreunen van de tafels van vermenigvuldiging, zoals ik dat als kind nog heb gedaan, was dus zo gek nog niet. Uit de cognitieve psychologie blijkt dat het beter is om eerst routines en automatismen op te bouwen. De geheugencapaciteit wordt dan beter benut en de routinematig opgebouwde kennis kan worden gebruikt om moeilijkere opdrachten op te lossen. Daarom moet je sommige sommen gewoon uit je hoofd leren. Het is ondertussen wel van belang om te begrijpen wat vermenigvuldigen is, maar na de uitleg van een begripsbasis moet de kennis worden ingeprent. Marisca Milikowski van De Rekencentrale en Stichting Goed Rekenonderwijs zei tijdens een interview in 2009: ‘Er wordt voortdurend geageerd tegen ‘dom’ oefenen. Het oefenen dat volgens de doctrine van het Realistisch Rekenen moet altijd met denken en redeneren gepaard gaan, anders deugt het niet. Op de PABO’s, waar alleen de doctrines van het realistisch rekenen worden onderwezen, wordt de studenten verteld dat je kinderen dom maakt door simpelweg tafels te oefenen. Maar dat is dus niet zo. Je brengt ze automatismen bij waar zij intelligent mee kunnen omgaan. Het begripsproces en het oefenproces moeten dus ontkoppeld worden, anders gaat het oefenen te langzaam. Het gebruik van de rekenmachine in het basisonderwijs is flauwekul. De rekenmachine heeft geen vormende waarde voor de rekenkennis. Hij levert in het onderwijs hoogstens tijd op, maar dit zijn niet de hoofddoelen. Door op school juist het handwerk te leren worden kennis, snelheid en accuratesse ontwikkeld.’ Er heeft jarenlang een discussie gewoed tussen voorstanders van realistisch rekenen en traditioneel rekenen. Welke van deze twee didactieken verdient de voorkeur. De twee partijen kwamen er niet uit. Het ministerie van Onderwijs evenmin. Wetenschappelijk onderzoek moest uitsluitsel geven in de discussie, door een commissie bestaande uit vertegenwoordigers uit beide velden. Het resultaat is te lezen in het in november 2009 verschenen rapport: Rekenonderwijs op de basisschool, analyse en sleutels tot verbetering. De drie hoofdconclusies uit het rapport luiden: 1. De bezorgdheid over de rekenvaardigheid van basisschoolleerlingen is op zijn plaats. Nederland dreigt zijn sterke internationale positie te verliezen. Achteruitgang bij bewerkingen met grotere getallen en komma-getallen wordt niet gerechtvaardigd door vooruitgang bij onderdelen als getalbegrip en schattend rekenen. Het rekenpeil kan en moet over de gehele linie omhoog. 2. Het publieke debat overdrijft de tegenstelling tussen de traditionele en de realistische rekendidactiek en gaat bovendien over het verkeerde onderwerp, namelijk een vermeend verschil in het effect van beide didactieken. Er is geen overtuigend verschil aangetoond. De sleutel tot verbetering van de rekenvaardigheid ligt in het niveau van de leraar. 3. De opleiding en nascholing van de leraar zijn in ernstige mate geërodeerd. Het Ministerie van OCW dient de pabo-opleiding aan een grondig onderzoek te onderwepen en nascholing in rekenvaardigheid en rekendidactiek krachtig te stimuleren. Iedereen moet de automatismen en traditionele bewerkingen leren (plus, min, keer en deel). Ook moet het kunnen uitrekenen van sommen vooraf gaan aan de toepassingen in verhaaltjessommen. Nu gaat dat vaak omgekeerd, en dat is voor zwakkere en middelmatige rekenaars niet te doen. Jan van de Craats en Gerard Verhoef geven in hun artikel de volgende tips aan docenten om direct al grote stappen voorwaarts te zetten in het rekenonderwijs. * Beperk de overvloed aan contextopgaven. De nadruk op verhaaltjes kost vaak veel tijd terwijl de kinderen er weinig van leren. * Geef meer sturing aan verkennende klassengesprekken over rekensommen. * Leg de nadruk op goede, altijd werkende rekenmethodes met pen en papier. * Gooi ‘handig rekenen’ de deur uit: dat is leuk voor extreem goede leerlingen die er plezier in hebben. Voor de grote meerderheid is het een ramp die alleen maar verwarring en frustratie oplevert. * Zorg ervoor dat leerlingen sommen netjes met pen en papier maken. Vraag ze ook eenvoudige opgaven volledig uit te schrijven en laat ze zien dat ze op die manier hun eigen uitwerkingen en antwoorden zelf kunnen controleren.
  • Spreuken en citaten onderwijs Vanavond mag ik een avond inleiden over ‘levenswetten in het onderwijs’. Dit onderwerp spreekt me aan, want ik heb grote affiniteit met levensbeschouwing en met onderwijs. Mede daarom vind ik het zo leuk om mijn lecture show ‘Werken met intuïtie’ te doen op studiedagen voor leerkrachten of docenten. De inleiding van vanavond is voor de kring Levensbeschouwing op het Sociocratisch Centrum in Rotterdam. Als voorbereiding daarvoor heb ik de onderstaande citaten over onderwijs verzameld. Wat beeldhouwwerk is voor een stuk marmer, dat is onderwijs voor de menselijke ziel. Joseph Addison Is de leerling klaar, dan is de meester daar. Anoniem Men voedt een kind niet op met de kennis die men bezit, maar met zijn karakter. Lucien Arréat Als we vandaag onderwijzen zoals gisteren, beroven we onze kinderen van morgen. John Dewey Als u iets door en door wilt leren kennen, onderwijs het dan aan anderen. T. Edwards Een van de voordelen van een academische studie is dat zij een jong mens toont hoe weinig hij eraan heeft. Ralph Waldo Emerson Het doel van het onderwijs is een leeg denkvermogen vervangen door een open denkvermogen.” Malcolm Forbes Zelfs het beste onderricht is slechts in staat sluimerende krachten te wekken of tot ontwikkeling te brengen, maar nimmer om iets nieuws te scheppen waartoe de aanleg niet reeds aanwezig is. De schitterendste cursus noch de voortreffelijkste leerboeken zijn tot zo iets in staat. Wijnaendts Francken Veel onderwijs dat vandaag de dag wordt gegeven is ineffectief. Veel te vaak geven we jonge mensen geplukte bloemen, terwijl we hen zouden moeten leren hun eigen planten te kweken. John W. Gardner Er is een lang leven voor nodig om de gevolgen van de opvoeding geheel te boven te komen. J. Greshoff Het cijfersysteem op onze schoolrapporten gaat ervan uit dat voor ieder kind dezelfde norm kan worden aangelegd. Daarom is het volslagen onrechtvaardig. Fons Janssen Scholen dienen opvoedingscentra te zijn die zowel de leerling als de opvoeder helpen tot natuurlijke bloei te komen. Die bloei is waar het eigenlijk op aankomt, anders wordt scholing een louter werktuiglijk gebeuren, dat zich alleen richt op een loopbaan, op de uitoefening van een beroep. Jiddu Krishnamurti Het principiële doel van onderwijs is om mannen en vrouwen te vormen die in staat zijn nieuwe dingen te doen, niet alleen maar herhalen wat andere generaties hebben gedaan. Jean Piaget Het nieuwe onderwijs dient de rijpere jeugd te leiden langs de lijnen door de Oudere Broeders van de mensheid gewezen, teneinde alle hogere krachten van de mens tot ontwikkeling te kunnen brengen en de mens te voeren tot zijn ware bestemming in de Aquarius-Era, namelijk de eenwording van geest, ziel en lichaam. J. van Rijckenborgh Lang is de weg door lessen, kort en doeltreffend door voorbeelden. Seneca Hij die kan, doet. Hij die niet kan, onderwijst. George Bernard Shaw Het grote doel van onderwijs is niet kennis, maar actie. Herbert Spencer De meester, in zijn wijsheid, gist. De leerling in zijn waan, beslist. A.C.W. Staring Modern onderwijs waarin niets meer uit het hoofd wordt geleerd is georganiseerd geheugenverlies, niets meer of minder. George Steiner De ongeletterden van de 21ste eeuw zijn niet degenen die niet kunnen lezen en schrijven, naar degenen die niet kunnen leren, afleren en opnieuw leren. Alvin Toffler Onderwijs heeft een enorme bevolking geproduceerd die in staat is te lezen, maar niet in staat is te onderscheiden wat waard is gelezen te worden. George Macaulay Trevelyan Het onderwijs is een groots opgezette poging om het ontstaan van kennis te voorkomen. Cornelis Verhoeven Het onderwijs is te belangrijk om alleen aan leraren over te laten. Henk Vredeling Onderwijs is niet het vullen van een vat, maar het ontsteken van een vuur. Wiliam Buttler Yeats

Parapsychologie

  • Bijna dood ervaringen De afgelopen dagen heb ik het boek ‘Eindeloos bewustzijn, een wetenschappelijke visie op de bijna-dood ervaring’ van cardioloog Pim van Lommel gelezen. Ik vindt het een fantastisch boek. Vooral omdat de auteur het materialistische wereldbeeld dat nog sterk heerst in de wetenschap, op wetenschappelijke gronden op losse schroeven zet. Dit boek kan bijdragen aan een paradigmaverandering in de samenleving ten aanzien van essentiële vraagstukken over leven, dood en bewustzijn. Het gedachtegoed uit dit boek is naar mijn idee van belang voor ieder mens. Het is van grote praktische betekenis voor werkers in de gezondheidszorg en voor stervende patiënten en hun familie. Dag Hammarskjold (1905 – 1961) schreef in zijn boek Merkstenen: De manier waarop wij tegen de dood aankijken, bepaalt hoe wij in het leven staan. Het boek wordt ook in andere talen uitgegeven. Dat verbaast mij niets, want wat mij betreft is dit het standaardwerk over bijna- dood ervaringen (BDE), een term die voor het eerst gebruikt is door Raymond Moody (NDE, near death experience), auteur van het het in 1975 gepubliceerde boek Leven na dit leven, dat een wereldwijde bestseller werd. Van Lommel is met zijn boek beslist niet over een nacht ijs gegaan. Hij verwijst naar allerlei onderzoeken die gedaan zijn en wijst op belangwekkende bevindingen en sterke en zwakke punten. Eindeloos bewustzijn is duidelijk een levenswerk van Pim van Lommel. Wat is een goede definitie van een bijna-dood ervaring? Professor Janice Holden, voorzitter van IANDS, de International Association of Near Death Studies, schrijft: Bijna-dood ervaringen zijn de gemelde herinneringen aan indringende psychologische ervaringen met algemeen voorkomende “paranormale”, transcendente en mystieke kenmerken, die optreden tijdens een speciale bewustzijnstoestand die ontstaat tijdens een periode van een werkelijk of dreigend lichamelijk, psychologisch, of spiritueel overlijden, en deze ervaringen worden gevolgd door algemeen voorkomende nawerkingen. In 1969 werd Van Lommel geconfronteerd met een bijzondere bijna dood ervaring van een patiënt van hem. In 1986 las hij een boekje over bijna dood ervaringen van George Richie met de titel Terugkeer uit de dood. Hij raakte gefascineerd door dit fenomeen en ging zelf onderzoek doen naar BDE’s bij patiënten van hem. In samenwerking met vele anderen startte hij een langdurig, nauwkeurig en uitgebreid onderzoek naar 344 mensen die een een hartstilstand hebben overleefd, van wie een 62 een BDE bleken te hebben meegemaakt. Dat leidde tot een publicatie met een grote impact in het gerenommeerde medische tijdschrift The Lancet. De onderzoeker Kenneth Ring onderscheidt de volgende vijf fasen in een BDE: 1. De affectieve fase met gevoelens van absoute vrede, kalmte, overgave en geluk. De pijn is verdwenen. Deze fase wordt bijna altijd als positief ervaren en komt in 60 procent van de gevallen voor. 2. De fase van het verlaten van het lichaam, hetgeen in 37 procent van de gevallen wordt gemeld. Sommige mensen ervaren alleen het gevoel geen lichaam meer te hebben, zij ervaren geen pijn of beperking meer, anderen kunnen hun levenloze lichaam en de omgeving zien vanuit en positie boven hun lichaam. Zij kunnen helder waarnemen en ‘horen‘ wat er wordt gezegd. Zij voelen geen band meer met hun lichaam en zij ervaren zichzelf als compleet en helder. 3. In deze fase (23 procent) komen de mensen in een donkere, meestal vredige omgeving. Sommigen blijven in deze fase hangen. 4. In 16 procent van de gevallen beweegt men zich met hoge snelheid door een tunnel naar een niet verblindend, zeer helder licht, dat onvoorwaardelijke liefde en acceptatie uitstraalt. 5. De vijfde en laatste fase bestaat uit het betreden van een andere, niet-wereldse dimensie van ongelofelijke schoonheid, met mooie muziek, en soms het ontmoeten van overleden vrienden en familieleden. Hier kan ook de terugblik en vooruitblik worden ervaren. Het kost mensen de grootste moeite om vanuit deze omgeving terug te moeten keren naar het lichaam. Een BDE (wordt ook wel geïnterpreteerd als: Bewustwording Door Ervaring) is een ingrijpende ervaring die erom vraagt om goed te worden verwerkt. Begripvolle therapeuten kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. Vaak zijn betrokkenen terughoudend om erover te praten omdat er bij anderen geen begrip voor is en de ervaring moeilijk in woorden is uit te drukken. Mensen die een hartstilstand en een BDE hebben ervaren staan na acht jaar anders in het leven dan mensen die alleen maar een hartstilstand (zonder BDE hebben ervaren). Ze zijn duidelijk intuïtiever geworden. Na acht jaar werd met een BDE een duidelijk hogere score gevonden bij: 1. gevoelens tonen 2. afname van het belang van wat anderen van je vinden 3. accepteren van anderen 4. medeleven met anderen 5. betrokkenheid bij het eigen gezin 6. afname van de waardering van geld en bezit 7. toename van het belang van natuur en milieu 8. afname van het belang van en hogere levensstandaard 9. waardering van gewone dingen 10. gevoel voor sociale rechtvaardigheid 11. zingeving aan eigen leven 12. afname van kerkbezoek 13. toename van interesse in spiritualiteit 14. afname van de angst voor de dood 15. afname van de angst voor het stervensproces 16. toename van het geloof in leven na de dood In de esoterie is al heel lang bekend dat we door zelfdoding nooit een oplossing is uit de moeilijkheden waarmee we te maken hebben. Het onderzoek naar BSE’s bevestigt dit. Bij een mislukte zelfdoding meldt minstens 20 procent een BDE. Die bijzondere ervaring verandert het leven van ernstig depressieve mensen meestal ingrijpend en in positieve zin. Zij hebben door hun BDE geleerd dat de zelfverkozen vlucht uit het leven niet helpt om de problemen op te lossen waarvoor ze wilden vluchten; men neemt de problemen dan gewoon mee, en eenmaal zonder lichaam lijkt een oplossing vinden veel lastiger. In de wetenschap wordt er nog steeds van uitgegaan dat ons bewustzijn het gevolg is van hersenactiviteit. Het onderzoek naar BDE’s laat zien dat er wel degelijk helder bewustzijn mogelijk is terwijl het hart stil staat en er geen meetbare hersengolven zijn te constateren. Het is dan ook een misverstand om te menen dat bewustzijn is gelokaliseerd in de hersenen. Hersenen faciliteren ons bewustzijn. Het is nog steeds een onbewezen hypothese dat bewustzijn en herinneringen in onze hersenen worden geproduceerd en opgeslagen. Volgens Van Lommel zijn de grondslagen van de – zoals non-lokaliteit, complementariteit van golf en deeltje, verstrengeling en non-lokale ruimte met waarschijnlijkheidsgolven – essentieel om de relatie tussen bewustzijn en de hersenen te kunnen begrijpen. Wat mij betreft wordt Eindeloos bewustzijn verplichte literatuur voor studenten in de biologie, geneeskunde en menswetenschappen. De conclusies mogen van mij al worden onderwezen in het voortgezet onderwijs.
  • Geschiedenis parapsychologie Tijdens optredens merk ik dat de meeste mensen in mijn publiek tegenwoordig wel erkennen dat er verschijnselen bestaan die als paranormaal kunnen worden aangeduid. Ik ervaar een breed spectrum van reacties. Aan de ene kant staan mensen die er hartstochtelijk in geloven, vaak ook op basis van eigen ervaringen, en aan de andere kant van het spectrum staan mensen die alles houden voor bedrog of fantasie. Sommigen zien in paranormale verschijnselen een hogere of bovennatuurlijke werkelijkheid, terwijl anderen beweren dat de verschijnselen ‘normaal’ zijn. Zelf neig ik tot die laatste opvatting, al moet ik wel erkennen dat wanneer ik op afstand met mensen wil communiceren ik toch liever gebruik maak van telefoon, e-mail of sociale media dan van telepathie. Sinds de negentiende eeuw proberen wetenschappers langs de weg van betrouwbaar onderzoek meet te weten te komen over deze verschijnselen. De Duitser M. Dressoir (1867 - 1947) introduceerde het woord ‘parapsychologie’. De beroemde Amerikaanse parapsycholoog J.B Rhine (1895-1980, zie foto links) nam deze term over en beschouwde het als een betere benaming dan de van oorsprong Britse term psychical research. De parapsychologie is de academische discipline waarbinnen paranormale verschijnselen worden onderzocht. ‘Para’ is Grieks voor ‘naast’. Letterlijk betekent ‘paranormaal’ dus: naast het normale. In die naam zit de veronderstelling dat de verschijnselen misschien nog niet verklaarbaar zijn met de kennis van de normale werkelijkheid. In de vakliteratuur is veel geschreven over een goede definitie van parapsychologie. Parapsychologen onderzoeken verschijnselen die samenhangen met bewustzijn en die niet kunnen worden verklaard uit, of zelfs strijdig zijn met het hedendaagse wetenschappelijke wereldbeeld. Voor het begin van de parapsychologie wordt meestal verwezen naar het spiritisme, zoals dat ontstond in de tweede helft van de negentiende eeuw. Het woord “spiritisme” is afgeleid van het Latijnse woord “spiritus”, dat “ziel” of “ademtocht” betekent. De filosofie achter het spiritisme is, dat wij na ons lichamelijke leven verdergaan als geest in andere dimensies en dat het mogelijk is met de ‘geesten’ van de doden te communiceren. Die opvatting is natuurlijk al zo oud als de mensheid. Resultaten van hedendaags onderzoek op het gebied van bijna dood ervaringen lijken erop te wijzen dat de basis-opvatting van het spiritisme wel eens juist zou kunnen zijn. De start van de opleving van het spiritisme in de negentiende eeuw wordt wel gedateerd op 31 maart 1848. Toen werd de familie Fox in Hydesville in de staat New York in de Verenigde Staten bezocht door klopgeesten. Onder andere door middel van seances werd via een medium contact gezocht met de ‘geesten’ overledenen. Het is veel voorgekomen dat er tijdens seances bedrog in het spel was. Dit komt bijvoorbeeld mooi tot uitdrukking in een recente geromantiseerde film over het leven van de wereldberoemde goochelaar en ontsnappingskunstenaar Harry Houdini. Veel spiritisten geloven in reïncarnatie. Een tweede ontwikkeling die heeft bijgedragen aan het ontstaan van de parapsychologie is het mesmerisme of dierlijk magnetisme. Het mesmerisme, genoemd naar de Oostenrijkse arts F.A. Mesmer (1734 - 1815), was een geneeswijze waarbij door middel van ‘strijken’ (het bewegen van de handen net boven het lichaam), het natuurlijk evenwicht van de kosmische fluïde kon worden hersteld, waardoor ziektes werden genezen. Deze werkwijze staat nu bekend als magnetiseren en wordt uitgevoerd door magnetiseurs. Mesmer zelf verbond de term ‘dierlijk magnetisme‘ aan zijn geneeswijze. Eén van zijn leerlingen, de Fransman A.M.J. de Chastenet, Marquis de Puyséegur (1751 - 1825) bracht in 1784 één van zijn patiënten in een bepaalde staat van trance die we vandaag de dag kennen onder de naam hypnose, een benaming die afkomstig is van de arts. J. Braid. Patienten die onder hypnose waren gebracht gaven in trance soms blijk van verschillende paranormale gaven die een bijdrage konden leveren aan het genezen van de ziekte. De populariteit van zowel de mesmeristische als de spiritistische praktijken heeft direct bijgedragen tot de opkomst van parapsychologisch onderzoek. Zowel spiritistische seances als mesmeristische genezingen en de paranormale gaven van mensen in trance riepen genoeg vragen op om deze gebeurtenissen nader te willen onderzoeken. Daarbij boden zowel het spiritisme als het dierlijk magnetisme ook een interpretatiekader om de bijzondere voorvallen te kunnen duiden. Er is nog een derde invloed op het ontstaan van de parapsychologie aan te wijzen: de theosofie. In 1875 richtte H.P. Blavatsky de Theosophical Society op. Eén van de doelstellingen van de theosofie was (en is) om de nog onontdekte vermogens in de mens te bestuderen. Hierbij zijn paranormale verschijnselen en paranormale vermogens van de mens vanzelfsprekend heel interessant. De populariteit van ‘occulte’ stromingen als het spiritisme, het mesmerisme en de theosofie resulteerde in 1882 in Engeland in de oprichting van de society for Psychical Research (SPR) die zich tot doel stelde (paranormale) verschijnselen zoals deze zich voordeden tijdens seances en magnetische behandelingen te onderzoeken. Dit blogbericht is grotendeels ontleend aan het rapport in 2008 verschenen rapport ‘Inventarisatie van Bronnen op het gebied van de Nederlandse Parapsychologie’ van Ingrid Kloosterman. In een ander blogbericht ga ik in op de geschiedenis van de parapsychologie in Nederland.
  • Paragnosten en politie Op basis van ervaringen die in Nederland meer dan zestig jaar zijn opgedaan met met samenwerking tussen politie en paragnosten, blijkt dat er nauwelijks bruikbare informatie beschikbaar komt bij het opsporen van vermiste personen. Dat betekent echter niet dat het inschakelen van een paragnost bij het onderzoek naar vermiste personen geen waarde heeft. Dat zei de psycholoog drs. Wim Kramer in zijn lezing op de dag van de parapsychologie die op zaterdag 22 mei in Utrecht werd gehouden. Het was voor het eerst dat ik deelnam aan de dag van de parapsychologie, het symposium dat jaarlijks wordt georganiseerd door de Studievereniging voor Psychical Research (SPR, zelf ben ik er er ook lid van) en het Parapsychologisch Instituut (PI). Ik vond het een leerzame dag en heb enkele interessante contacten gelegd. Aangezien de meeste tijd van de Dag van de parapychologie werd besteed aan de samenwerking tussen politie en paragnosten, en die lezing mij het meeste aansprak vanwege de mogelijke praktische toepassing, zal ik dit blogbericht helemaal wijden aan dat onderwerp. Wim Kramer is een Nederlandse (para)psycholoog met een sterke neiging tot een zuiver psychologische, klinisch-psychologische of psychotherapeutische benadering van paranormale ervaringen. Hij deed onderzoek naar persoonlijkheidskenmerken van paranormaal begaafden. Van 1986 tot en met 1992 runde hij een parapsychologisch adviesbureau. In die tijd is hij betrokken geweest bij vele onderzoeken naar vermiste personen waarbij paragnosten zijn geraadpleegd. Daarna is hij gaan werken in de telecommunicatie. Kramer constateert dat het grote publiek onderschat hoe lastig het is om via paragnosten bruikbare informatie te verkrijgen over mensen die vermist zijn. Het komt nogal eens voor dat men de politie verwijt kortzichtig te zijn omdat zij geen paragnosten inschakelt. Die verwijten zijn vaak gestoeld op onjuiste interpretaties van populaire televisieprogramma’s als Het zesde zintuig, Leven na een ramp (met het medium Char Margolis) en De nieuwe Uri Geller. Zulke programma’s zijn niet bedoeld om een juist beeld te geven van de werkelijkheid, maar om entertainment te bieden en kijkers te trekken. Ze dragen ertoe bij dat het grote publiek de mogelijkheden van paragnosten schromelijk overschat. De opsporingspraktijk is helmaal niet simpel. Een persoon is vermist als iemand hem of haar mist. Vaak gaan er enkele uren overheen voordat er actie worden ondernomen. Als een vermissing wordt gemeld, onderneemt de politie zelden direct actie. De ervaring leert namelijk dat de meese vermiste personen na enige tijd vanzelf weer terug komen. Het komt veel voor dat volwassenen onaangekondigd hun huis verlaten, genieten van bijvoorbeeld een weekje Parijs en dan weer thuis komen. De politie komt gewoonlijk pas in actie als er duidelijke aanwijzingen zijn dat er sprake is van een misdrijf of een ongeval. Mensen hebben namelijk het recht om van huis weg te lopen. Als het gaat om kinderen, detenineerden of psychiatrich patienten is het natuurlijk een ander verhaal. Wanneer is iemand paragnost? Er bestaan geen opleidingen en diploma’s voor paragnosten. Iemand is dus paragnost als hij of zij zich zo noemt. Er zijn paragnosten die op hun website schrijven dat ze voor het onderzoek naar vermiste personen tips hebben gegeven aan de politie, dat de politie die serieus heeft genomen, en dat de aanwijzingen achteraf juist bleken te zijn waren. Als een onbekende de politie belt met de mededeling dat hij of zij paragnost is en een tip heeft voor de oplossing van een bepaalde zaak, is de politie vaak geïnteresseerd omdat de beller dan verdachte nummer één is. Degene die het meeste weet over een misdrijf is namelijk de dader. Als een tip van een paragnost achteraf juist blijkt te zijn, wil dat niet zeggen dat de politie daar iets aan heeft gehad. De politie kan namelijk niets met de mededeling dat een lijk te vinden in een water of in een bos. Er is gewoon heel veel water en bos. Dat soort opmerkingen zijn niet rechercheerbaar. Over het algemeen staat de politie open voor tips van paragnosten. De wijze waarmee daarmee wordt omgegaan wordt bepaald door met name de ervaringen die de politie heeft opgedaan, de rechercheerbaarheid van de tips en de successen die de paragnost in het verleden heeft behaald. Bij de onvoering van Freddy Heineken in 1983, die ruim in de publiciteit is geweest, zijn er in totlaal 1500 tips binnengekomen. Daarvan waren er 112 van paranormale aard. De politite heeft actie ondernomen op acht tips met een paranormaal karakter. Dat leverde niets op. Achteraf bleek dat er drie tips bij waren die in de juiste richting wezen. In 1999 nodigde de politie mensen expliciet uit om met tips te komen van een pranarmaal karakter bij de vermissing en moord van Sybine Jansons. Die oproep leidde tot 280 paranormale tips, waarvan 70 procent werd gegeven door vrouwen. Ongeveer 160 tips hadden betrekking op de locatie waar het lijk zich zou kunnen bevinden. Daarvan had veertien procent het correct dat het in water te vinden is. Tien procent noemde een exacte locatie, maar die bleken alle fout te zijn. Bij dit soort zaken blijkt steeds weer dat naarmate de tips specifieker en exacter zijn de kans groter is dat deze niet kloppen. De bekende parapsycholoog W.H.C. Tenhaeff (1894-1981) heeft diverse publicaties geschreven over gevallen waarbij er een succesvolle samenwerking was tussen de politie en paragnosten. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat hij zich beperkte tot het beschrijven van naar schatting 1 procent van de situaties waarin er duidelijk sprake was van een succes. Tenhaeff werkte veel met de bekende paragnost Gerard Croiset (1909-1980), die ook veel werkte met de politie. Daar is veel schriftelijk materiaal over beschikbaar, maar tot nu toe heeft niemand de moeite genomen dat uit te zoeken en er een overzichtsartikel over te schrijven. Paragnosten zijn over het algemeen solisten. Ze zijn er niet aan gewend om in een team te werken en willen dat meestal liever ook niet. Vaak willen ze werken op hun eigen voorwaarden. Dat maakt het voor de politie wat lastig om met hen te werken. Gerard Croiset stond erom bekend dat hij gemakkelijk was in de omgang. De politie kon hem vragen stellen en voor zover het in zijn vermogen lag, gaf hij daarop antwoord. Een van de grootste duidelijkste succes die Gerard Croiset heeft bereikt is vastgelegd op een film. Het betrof het vinden van een vermist meisje in Japan toen Croiset in Japan was voor een optreden in een live-show op de televisie. Croiset maakte een tekening waarin hij aangaf waar het lijk van het meisje te vinden zou zijn, en dat bleek precies te kloppen. Wim Kramer concludeert uit alles wat er tot nu toe bekend is dat er geen wonderen moeten worden verwacht van samenwerking tussen paragnosten en de politie. Dat neemt niet weg dat die samenwerking wel waardevol kan zijn. Voor de nabestaanden kan het een troost zijn bij de verliesverwerking dat er bij een vermissing een pragnost is geraadpleegd. Voor de politie kan samenwerking met een pragnost van belang zijn omdat een pragnost anders in het leven staat en soms met waardevolle invalshoeken komt waar politiemensen zelf niet op komen.
  • Pionier in parapsychologie Parapsychologische of ‘paranormale’ verschijnselen zoals telepathie, helderziendheid en precognitie zijn waarschijnlijk al zo oud als de mensheid. Ze werden al beschreven in mythen, sagen en in heilige boeken van de wereldgodsdiensten. Aan het einde van de 19e eeuw begonnen meerdere onderzoekers deze fenomenen op een wetenschappelijke manier bestuderen naar aanleiding van de opkomst van het spiritisme, het mesmerisme en de theosofie. Vaak maakten ze daarbij gebruik van speelkaarten, die door proefpersonen moesten worden geraden. De bekendste experimenten met kaarten zijn vanaf 1920 uitgevoerd aan de Duke University in North Carolina onder leiding van professor Joseph Banks Rhine. Rhine introduceerde als eerste het begrip parapsychologie. De bovenstaande video geeft een indruk van de wijze waarop hij te werk ging. In een apart blog-artikel ga ik in op de geschiedenis van de parapsychologie in Nederland. De parapsychologie bestudeert verschijnselen die niet aan bod komen in de gangbare wetenschap (para betekent ‘naast’ in het Grieks) en tegelijkertijd verband houden met de ziel of geest (psychologie, van psyche). In de Encyclopedie van de parapsychologie van A tot Z van Titus Rivas worden vijf deelgebieden van de parapsychologie onderscheiden: * onderzoek naar paranormale vormen van waarneming en communicatie die niet gebaseerd zijn op zintuiglijke verwerking van informatie. Dit gebied wordt wel aangeduid als onderzoek naar ESP (Extra-Sensory Perception), oftewel Buitenzintuiglijke waarneming. Het omvat telepathie, helderziendheid, helderhorendheid, heldervoelendheid, helderruikendheid en helderproevendheid. * onderzoek naar paranormale vormen van psychische inwerking op de waarneembare, fysieke wereld, die niet gebaseerd is op neurologische verwerking van zenuw-impulsen uit de hersenen. Dit gebied staat ook bekend als psychokinese of PK. Een oudere term is telekinese. * onderzoek naar een meervoudige lichamelijkheid die in wisselwerking staat met de ziel of de geest, en gebruikt kan worden om het fysieke lichaam te verlaten en op een ander gebied ervaring op te doen. Dit terrein omvat onderwerpen als aura en uittredingen. * onderzoek naar het voortleven van de ziel of geest na het overlijden van het stoffelijke lichaam. Dit omvat thema’s als bijna-dood ervaringen en reïncarnatie, maar ook communicatie met overledenen. * onderzoek naar zinvolle toevalligheden oftewel ‘synchroniciteit’ die verband houdt met iemands innerlijk of persoonlijkheid maar niet berusten op ESP of psychokinese. Professor Rhine en zijn collega’s richtten zich primair op onderzoek naar ESP in het laboratorium. Daarbij maakten ze steeds gebruik van vijf sets van vijf verschillende kaarten. Deze kaarten staan bekend als Zener kaarten ( genoemd naar Zener, een collega van Rhine die de vijf symbolen had voorgesteld) of ESP kaarten. De symbolen die werden gebruik waren: een cirkel, een plus-teken, drie golvende lijntjes, een vierkant en een vijfpuntige ster. De procedure die veel is toegepast begon met het schudden van de 25 kaarten. Daarna mocht een persoon die als zender fungeerde steeds een kaart omdraaien van de stapel. De ‘ontvanger’, een persoon die die de ‘zender’ niet kon zien, moest aangeven naar welk symbool de ‘zender’ keek. Dit werd herhaald totdat alle 25 kaarten aan bod waren geweest. Op de resultaten kunnen statistische berekeningen worden toegepast. Als er uitsluitend toeval in het spel zou zijn, zou het aandeel juist geraden kaarten bij een groot aantal experimenten steeds precies 20 procent moeten zijn. Het aantal treffers was echter steeds om en nabij 21 procent, dus maar net boven het toevalsniveau. Omdat het aantal tests in de honderduizenden liep, was dit niettemin statistisch zeer significant! Ook andere onderzoekers die de experimenten herhaalden, boekten steeds ongeveer dat resultaat. Rhine en zijn collega’s werkten soms met uitzonderlijk sensitieve proefpersonen en boekten dan spectaculaire resultaten. De scores van de zelfs de beste proefpersonen werden lager naarmate het aantal testherhalingen groter werd. Dit werd het afname-effect genoemd. Een andere belangwekkende conclusie van de onderzoekers is dat sommige proefpersonen scores hadden die significant onder de kansverwachting van 20 procent lagen. Het bleek dat zij niet geloofden in ESP en sceptisch stonden tegenover het onderzoek.
  • Zevende zintuig De kat van mijn vriendin kan mijn gedachten lezen. Ik heb diverse aanwijzingen om die bewering hard te maken. De leukste houdt verband met zijn passie voor kaas. Hij is dol op kaas en weet wanneer ik bezig ben met kaas. Vaak krijgt hij een stukje. Niet teveel, want kaas is niet zo gezond voor katten. De kat is vaak in de huiskamer, maar slapen en eten doet hij in zijn eigen domein: de bijkeuken. De bijkeuken is gescheiden van de keuken door een dichte deur waar je niet doorheen kunt kijken. Als ik kaas uit de koelkast in de keuken haal en de kat bevindt zich in de bijkeuken, begint dit lieve huisdier altijd hard te miauwen en tegen de deur te rammen omdat hij kaas wil hebben. Het heeft niets met geluiden te maken, want als ik andere etenswaren uit de koelkast haal, houdt hij zich rustig. Als ik aan kaas denk, begint hij te miauwen. De bekende Britse bioloog dr. Rupert Sheldrake heeft met talloze experimenten aangetoond dat huisdieren vaak weten wanneer hun baas thuis komt. Het komt veel voor dat honden en katten als naar de deur of het raam gaan wanneer hun baas thuis komt, voordat ze dat kunnen zien, horen, voelen, ruiken of proeven. Dat is met videocamera’s vastgesteld. Het bijzondere is dat het tijdstip waarop de baas thuis komt er niet toe doet, dus de verklaring dat zij handelen op basis van een interne biologische klok geen hout snijdt. Het blijkt dat het bovengenoemde verschijnsel alleen werkt bij huisdieren die duidelijk een emotionele band hebben met hun verzorger zoals honden, katten, konijnen, cavia’s, papegaaien, parkieten en duiven. Bij reptielen (met uitsluitend een reptielenbrein) en vissen kon dit fenomeen niet worden vastgesteld. In de onderstaande video gaat Sheldrake onder andere in op dat onderwerp aan de hand van onderzoeken die onder zijn leiding zijn uitgevoerd. Ook bespreekt hij zaken als telepathie, helderziendheid, precognitie en het gevoel bekeken te worden. Uit zijn research blijkt dat die verschijnselen, die niet kunnen worden verklaard vanuit het klassieke wetenschappelijke paradigma, heel veel optreden. Tijdens presentaties verwijs ik vaak naar zijn boek ‘Het zevende zintuig’. Vaak hoor ik dat men een titel als ‘Het zesde zintuig’ meer voor de hand vindt liggen. Sheldrake legt uit dat die term in de wetenschap al geclaimd is voor manieren van waarnemen die gebaseerd zijn op bekende natuurkundige verschijnselen. Trekvogels kunnen bijvoorbeeld hun richting bepalen omdat ze het magnetische veld van de aarde kunnen voelen en vissen in de donkere diepzeeën vinden hun prooi dankzij veranderingen in het elektrische veld dat zij uitzenden. Rupert Sheldrake gaat graag in gesprek met wetenschappers die sceptisch staan tegenover zijn bevindingen en zijn vernieuwende theorie over morfogenetische velden verwerpen. Zij hebben echter geen antwoord op zijn kritische vragen en opmerkelijke en reproduceerbare onderzoeksresultaten. Sheldrake beschikt over een enorme database van bijzondere ervaringen, getuigenverklaringen en onderzoeksresultaten (ook van andere onderzoekers, onder wie prof.dr. D.J. Bierman). Al zijn boeken en andere publicaties zijn daarop gebaseerd. Het zevende zintuig is een prachtig geschreven baanbrekend werk dat bestaat uit vier delen: 1. Telepathie, waaronder gedachtenoverdracht in het laboratorium en telefoontelepathie 2. De kracht van aandachtconcentratie, waaronder andermans ogen in je rug voelen 3. Zien op afstand en voorafschaduwingen van de toekomst 4. Hoe het zevende zintuig werkt Sheldrake gaat in dit boek niet expliciet in op het begrip intuïtie. Ik kan Het zevende zintuig van harte aanbevelen aan iedereen die geïnteresseerd is in deze materie.

Spreken en presenteren

  • Humor in speeches Een spreker die zijn of haar publiek wil boeien doet er vaak goed aan humor te verwerken in de toespraak. Dat geldt niet alleen voor nieuwjaars-speeches, die van oudsher een licht en feestelijk karakter hebben, maar voor vrijwel alle toespraken. Mensen houden van lachen. Lachen leidt tot een vorm van ontspanning en openheid die eraan kan bijdragen dat de boodschap beter wordt ontvangen. Als we lachen komen er in ons lichaam endorfinen vrij. Dat zijn natuurlijke pijnstillers die ons geluksgevoel verhogen. Op de conventie van de Professional Speakers Association Holland in Noordwijk heb ik enorm gelachen bij de presentatie Humor and tips to spice up your presentation van Wolfgang Riebe. Riebe is auteur, spreker en komisch goochelaar. Hij heeft vele televisieoptredens verzorgd, met name in Zuid Afrika. In Zuid Afrika is hij wat Hans Kazan in Nederland is. Zakelijk gezien doet Riebe het beter. Hij heeft opgetreden in meer dan 120 landen: van Singapore tot Hollywood. Riebe benadrukte dat de inhoud van een toespraak het belangrijkste is, niet de grappen. Hij raadt dan ook aan om bij de voorbereiding van een speech te beginnen met de inhoud en daarna te onderzoeken hoe het een en ander smeuïger kan worden gemaakt. Het is het beste als de humor zo dicht mogelijk bij het echte leven staat en schijnbaar vanzelf ontstaat. Teveel humor in een speech kan ten koste gaan van de boodschap en de geloofwaardigheid. Hier geldt: “overdaad schaadt” en “minder is meer”. Riebe noemde als vuistregel dat een spreker om de 5 tot 8 minuten een grappige situatie kan creëren. Soms is het gebruik van humor gewoon af te raden. Toen Jan Peter Balkenende net premier was, maakt hij wel eens grapjes tijdens interviews. Dat is hem snel afgeleerd. Van een minister president wordt verwacht dat hij krachtig, duidelijk en vastberaden is en niet grappig. Hij dient zich te gedragen als koning en niet als nar. In zijn lezing van drie kwartier presenteerde Riebe tientallen grappen. Ik heb me enorm vermaakt, maar er zat maar weinig tussen wat ik zelf kan gebruiken omdat het niet past bij mijn persoonlijkheid. Als een spreker humor gebruikt is het van belang dat het materiaal dat hij gebruikt past bij zijn functie, zijn persoonlijkheid, zijn publiek, de omstandigheden en uiteraard zijn doel. De humor dient ondersteunend te zijn en mag geen doel zijn, tenzij de spreker de rol speelt van cabaretier of komiek. Wolfgang Riebe raadt sprekers aan een bestand aan te leggen met grappen of komische situaties die ze in hun presentaties kunnen verwerken. Het is mogelijk om daar actief naar te zoeken in moppenboeken en op humoristische websites, maar uit het grappige ervaringen in het eigen leven mogen niet over het hoofd worden gezien. Als je zo’n verzameling opbouwt, onthoud je veel dingen. Die kun je dan ook in onverwachte situaties inbrengen. Grappen in een presentatie kunnen natuurlijk verbaal zijn. Als er gebruik wordt gemaakt van een beamer, kunnen er ook cartoons, grappige foto’s of komische filmpjes worden vertoond. Verder is het mogelijk om de mensen uit het publiek te vragen om te gaan staan een bepaald fysieke opdracht uit te voeren. Riebe gebruikte al deze aspecten in zijn presentatie en vertoonde daarnaast enkele goocheltrucs om bepaalde boodschappen over te brengen. De video boven het bericht geeft een indruk van Riebe als corporate speaker en de onderstaande video als corporate illusionist.
  • Nieuwjaars-speech tips n deze periode rondom en oud en nieuw broeden duizenden mensen op de nieuwjaarsrede die zij aan het begin van het nieuwe jaar zullen houden. Ik heb mogen optreden op vele nieuwjaarsbijeenkomsten van met name gemeenten, bedrijvenkringen en bedrijven. Meestal mocht ik de aanwezigen amuseren, informeren en verbazen na de nieuwjaarsspeech van een burgemeester, directeur of voorzitter. De kwaliteit van de de nieuwjaarsspeeches die ik heb gehoord varieerde van uitstekend tot bedroevend slecht. Daarom wijd ik dit blogartikel aan tips voor het schrijven en houden van een inspirerende nieuwjaarstoespraak. Het voorbereiden van een nieuwjaarsspeech is niet wezenlijk anders dan het voorbereiden van een ‘gewone‘ toespraak, waarvoor ik tips heb beschreven in onder andere mijn blogartikelen: * spreken met resultaat , met dank aan Frowa Schuitemaker * storytelling , met dank aan Katja Schleicher * humor in toespraken , met dank aan Wolfgang Riebe Vaak gelden er voor nieuwjaarsredes wel andere randvoorwaarden. Bij een nieuwjaarsspeech gaat het er vooral om een goed gevoel op te wekken bij de toehoorders en hen te laten merken dat zij waardevol zijn voor de organisatie. Van een nieuwjaarstoespraak wordt verwacht dat deze een licht en feestelijk karakter heeft, duidelijk is en onderhoudend. Wel moet er voor worden gewaakt dat deze realistisch is en niet geforceerd positief. Soms kan er aansluiting worden gezocht bij algemene thema’s die van toepassing zijn op het jaar. Zo is bijvoorbeeld 2011 het jaar van het konijn, de chemie, het bos, het vrijwilligerswerk en de vleermuis. Een nieuwjaarsrede duurt doorgaans niet langer dan 20 minuten. Meestal is het beter om deze korter te houden, want het is dodelijk als de toehoorders zich gaan vervelen. De meeste nieuwjaarstoespraken zijn opgebouwd volgens het volgende stramien. 1. Welkom en de beste wensen voor het nieuwe jaar 2. Dank voor de inzet in het afgelopen jaar 3. Terugblik waarin de hoogtepunten van het afgelopen jaar worden genoemd. 4. Anekdote 5. Kansen en bedreigingen voor de organisatie 6. Vooruitblik en bekendmaking van globale plannen 7. Afsluiting Natuurlijk is mooi als de spreker de toespraak houdt los van het papier, waarbij hij of zij wel gebruik kan maken van een briefje met steekwoorden. Het is echter niet aan iedereen gegeven om dat te doen. Daarom is het niet verkeerd als de tekst wordt voorgelezen achter een katheder. In dat geval is extra belangrijk dat de spreker of spreekster wel oogcontact houdt met het publiek. Soms verdient het aanbeveling om de tekst toch helemaal uit te schrijven omdat deze dan gemakkelijk geheel of gedeeltelijk kan worden hergebruikt voor bijvoorbeeld het personeelsblad, de nieuwsbrief voor klanten, de website of het weblog van de organisatie of een persbericht. Wie moeite heeft met het schrijven van de tekst voor de nieuwjaarstoespraak kan misschien hulp vragen aan een medewerker van de afdeling communicatie of een freelancer inhuren. Een goede leider is niet altijd een goede spreker. Daarom is er niets mis mee als niet alleen het schrijven, maar ook het houden van de nieuwjaarstoespraak wordt gedelegeerd aan een collega die daar goed in is. Hieronder volgt een lijst van de tien fouten die naar mijn idee het meest worden gemaakt in nieuwjaarsspeeches. Deze kunnen worden voorkomen met een goede voorbereiding, waar oefenen ook deel van uitmaakt. De tien meest gemaakte fouten in nieuwjaarstoespraken. 1. Te lang 2. Teveel onderwerpen 3. Inhoud slecht afgestemd op de belangstelling van de doelgroep 4. Teveel nadruk op verleden; het publiek weet die dingen vaak wel 5. Verzuim om dank en waardering uit te spreken 6. Kernboodschap komt niet uit de verf 7. Ontbreken van een duidelijke structuur 8. Saai, zwaar en gebrek aan levendigheid en humor 9. Weinig tot geen oogcontact met het publiek 10. Zwakke afsluiting
  • Ronald Naar in Meestersprekers
  • Speaking business Hoe kun je als beginnend spreker je jaaromzet verhogen van 0 tot 100.000 euro in 365 dagen? Dat was het onderwerp van de laatste presentatie van de conventie 2010 van de Professional Speakers Association Holland (PSA Holland) in Noordwijk. De Australiër Lindsay Adams, professioneel spreker en president van de Global Speakers Federation, verzorgde deze bijdrage. Een professioneel spreker kan veel geld verdienen. Adams zei dat een fee van 5.000 tot 10.000 dollar voor een keynote speech van 45 minuten voor internationale sprekers heel gebruikelijk is. Hij benadrukte dat het alleen zinvol is om een professionele spreker te worden als je een passie hebt voor spreken. Leren van andere sprekers is essentieel om je als spreker te kunnen ontwikkelen. Om succes te boeken in de speaking business is het opbouwen en onderhouden van relaties essentieel. Adams heeft zijn succesvolle speaking business mede kunnen opbouwen dankzij actieve deelname aan conventies en andere meetings van de sprekersorganisatie waarbij hij is aangesloten. Hij heeft veel geleerd van ervaren sprekers. Nu helpt hij belangeloos sprekers over de hele wereld. Samen met zijn vrouw bezoekt hij conventies voor sprekers op eigen kosten, en geeft daar gratis presentaties en advies. In Noordwijk vertelde Lindsay Adams dat een professionele spreker zichzelf vragen moet stellen die samenhangen met 5 M’s: me, message, model, market, mindset. In de video’s bij dit bericht neemt Adams (links) samen met drie andere sprekers deel aan een forumdiscussie over de speaking business. De vraag die centraal staat is hoe je als professioneel spreker meer en beter kunt spreken.
  • Speeches structureren Mensen verschillen in de wijze waarop zij informatie tot zich nemen. Hoe structureer je een presentatie of een artikel zodanig dat zoveel mogelijk luisteraars of lezers zich aangesproken voelen? Die vraag besprak Robbert van Els deze maand op een uitstekende wijze tijdens een ledenavond van de Professional Speakers Association Holland in Utrecht. Robbert van Els werkt als zelfstandig ondernemer en is aangesloten bij Toastmasters Nederland, een non profit organisatie die mensen helpt om zich competent en capabel te voelen bij het spreken in het openbaar. Hij was mijn coach tijdens de Toastmasters Speakers Skill Training van vier avonden die in oktober vorig jaar werd georganiseerd voor leden van PSA Holland. Door in een toespraak of speech gebruik te maken van de structuur die Van Els besprak, kun je ervoor zorgen dat de essentie van je boodschap goed overkomt. Je voorkomt dat mensen je verhaal oninteressant vinden of het niet goed begrijpen. Robbert van Els heeft zijn aanpak ontleend aan de vier verschillende leerstijlen die David Kolb, leerpsycholoog aan Harvard, heeft ontdekt, onderzocht en beschreven. Het is gebleken dat ieder mens voornamelijk denkt en communiceert binnen één van de vier stijlen. Door de vragen te beantwoorden die bij deze stijlen horen kun je als spreker dus iedereen aanspreken in zijn of haar eigen “taal”. Volgens David Kolb (1939) is effectief of duurzaam leren het resultaat van het cyclisch doorlopen van een proces waarbij een viertal gedragingen op elkaar inhaken. Deze vier gedragingen zijn: 1. Onderdompelen (waarneming), concreet ervaren of ondervindend leren. Het opdoen van werkelijke ervaring met de realiteit staat hier centraal. Belangrijk hierbij is dat men zonder vooroordelen met een zeker inlevingsvermogen openstaat voor nieuwe ervaringen. 2. Verhelderen (reflectie), reflectief observeren of reflecterend leren. Nadenken over de waargenomen werkelijkheid. Terwijl een handeling gesteld wordt, wordt onze aandacht getrokken door allerlei bedoelde of niet-bedoelde effecten van de handeling. Hierop kunnen we reflecteren. Hiervoor moeten de ervaringen vanuit verschillende standpunten bekeken worden. 3. Verklaren (inzicht), abstract conceptualiseren of conceptualiserend leren. Er wordt nagegaan in hoeverre de ervaringen en reflecties die samenhangen met deze éne handeling ook overeenkomen met de bevindingen die eerder zijn opgedaan. Zit er een rode draad in het verhaal? Kan er een algemene stelling besloten worden? Er wordt een hypothese geformuleerd die in de toekomst getoetst wordt. 4. Toepassen (oefening in een andere context), actief experimenteren of experimenterend leren. Er wordt getoetst of de basisstelling – model of schema in de realiteit stand houdt. Dit gebeurt experimenteel door middel van nieuwe handelingen. Om dit te kunnen doen moet men in staat zijn beslissingen te nemen en die daadwerkelijk uit te voeren. De laatste stap leidt tot het opdoen van nieuwe ervaringen, reflecties en concepten zodat de leercyclus steeds opnieuw wordt doorlopen. Bij de overgang van stap 1 naar stap 2 wordt inductief (van concreet naar algemeen) te werk gegaan, en bij de overgang van stap 3 naar stap 4 deductief (van algemeen naar concreet). Robbert van Els heeft de leerstijlen van David Kolb teruggebracht tot vier kernvragen. Door de onderstaande vier kernvragen te beantwoorden in een toespraak of artikel, kun je ervoor zorgen dat je zoveel mogelijk mensen aanspreekt. De voorbeelden heb ik toegepast op mijn onderwerp: intuïtie. * Stijl 1 (35 procent) stelt de vraag: Waarom moet ik dit weten of leren? Geef hier redenen en voordelen. Bijvoorbeeld: Als je luistert naar je innerlijke stem, neem je beslissingen die goed voor je zijn. * Stijl 2 (18 procent) stelt de vraag: Wat is de informatie? Wat is de theorie? Wat is het concept? Zijn er gegevens en grafieken? Geef hier intellectuele achtergrondinformatie en geschiedenis. Bijvoorbeeld: De parapsycholoog J.B. Rhine toonde in de jaren dertig van de vorige eeuw het bestaan van buitenzintuiglijke waarneming aan op basis van honderden experimenten met proefpersonen die de symbolen op kaarten moesten raden. * Stijl 3 (22 procent) stelt de vraag: Hoe werkt het precies? Wat zijn de stappen? Geef hier: een duidelijk actie, stap voor stap wat men moet doen. Bijvoorbeeld: De letters van het woord IVOREN zijn de beginletters van werkwoorden die het cyclische proces van de ontwikkeling van de intuïtie weergeven: Inleven, Vragen, Ontsluieren, Reageren, Evalueren, Noteren. * Stijl 4 (25 procent) stelt de vraag: Wat kan ik er precies mee? Wat moet ik doen om deze informatie toe te passen? Geef hier: De toepasbaarheid voor de toehoorder, hoe ze het kunnen toepassen. Bijvoorbeeld: De letters van het woord TORENS zijn de beginletters van werkwoorden die randvoorwaarden voor ontwikkeling van de intuïtie weergeven: Tegenwoordig zijn, Ontspannen, Richten, Erkennen, Nadenken, Stil zijn.
  • Spreken met resultaat Bijna alles wat een spreker vertelt aan een publiek wordt snel weer vergeten. Frowa Schuitemaker hoorde dat meer dan 20 jaar geleden van een professor tijdens haar studie onderwijskunde. Die uitspraak is haar altijd bijgebleven. Ze vroeg zich af wat een spreker kan doen om ervoor te zorgen dat zijn of haar presentatie werkelijk resultaat oplevert. Toen ze in 2008 lid werd van de Professional Speakers Association Holland en deelnam aan internationale conventies voor sprekers, inspireerde dat haar een presentatie te ontwikkelen met de titel ‘Speaking with the brain in mind, spreken met resultaat’. Deze maand heb ik deelgenomen aan de aanbevelenswaardige presentatie die Frowa verzorgde voor workshopleiders en sprekers van het onderwijscongres dat op 25 en 26 november 2010 wordt gehouden in hotel en congrescentrum Papendal bij Arnhem. Ik ben geboekt om dat congres af te sluiten met mijn lecture show “Werken met intuïtie”. Frowa Schuitemaker baseerde haar presentatie op de resultaten van een onderzoek dat zij gedaan had onder internationale professionele sprekers. Zij legde hen de volgende vragen voor: * Wat zijn jouw tips voor andere sprekers? * Hoe zorg jij voor goede resultaten voor jouw toehoorders? * Op welke wijze maak jij een verbinding tussen hoe het brein werkt en hoe jij spreekt? Frowa is een voorstander van brainbased learning. De uitkomsten van haar onderzoek heeft ze samengevat in zeven stappen waar sprekers hun voordeel mee kunnen doen. Ze kunnen als volgt worden omschreven. 1. Zorg ervoor dat de deelnemers zoveel mogelijk verbindingen kunnen leggen in de hersenen. Dat kan onder andere door verschillende modaliteiten te gebruiken als je spreekt (visueel, auditief, kinestetisch) en verschillende aspecten van de mens (fysiek, emotioneel, mentaal, spiritueel) aan te spreken. 2. Maak contact met het publiek. Dat kan op vele manieren: vooraf persoonlijk begroeten, tijd nemen voor oogcontact, een persoonlijk verhaal vertellen en vragen stellen. 3. Maak aan het begin duidelijk waarom het belangrijk is om de presentatie te volgen. Het publiek kan de informatie gemakkelijker opnemen als er een doel is waar ze achter staan. 4. Houd rekening met de voorkennis van het publiek. Voordat nieuwe kennis kan worden opgenomen zal oude conditionering moeten worden geaccepteerd en worden losgelaten. 5. Zorg ervoor dat zowel de linker hersenhelft (voornamelijk analytisch) als de rechter hersenhelft (voornamelijk synthetisch) worden aangesproken. 6. Werk met het reptielenbrein (instinctieve reacties), het limbisch systeem (emoties) en cortex (vooral gedachten). Gebruik interactie voor instinctieve reacties. Verbind emoties aan inhoud. Wees concreet en authentiek. 7. Bouw tijd in voor reflectie zodat de nieuwe kennis kan worden geïntegreerd. Eindig je presentatie op een hoog emotioneel niveau door een krachtige gedachte, een foto of een fysiek experiment waardoor het brein wordt gestimuleerd. Voor alle aanwezigen was het overduidelijk dat Frowa zelf in praktijk brengt wat ze haar publiek leert. In de presentatie maakte ze gebruik van interessante (zoek)plaatjes, filmpjes en experimenten. In het begin deed ze zelfs een chemisch proefje waarbij de kleur van een vloeistof in een bekerglas verdween. Dat was een metafoor voor het vergeten van kennis en informatie. Mensen met een LinkedIn account kunnen de powerpointpresentatie van Frowa Schuitemaker bekijken via Slideshare. Daarbij is het wel belangrijk het onderstaande citaat van de Oostenrijkse spreker Martin Lashkölnig in het achterhoofd te houden: Als jouw Powerpoint een goede hand-out is, dan is het GEEN goede Powerpoint. De Powerpoint-presentatie moet de emotionele waarde van jouw inhoud onderstrepen.
  • Sprekersbureaus Toen ik in 2004 begon met het beroepsmatig verzorgen van optredens als gastspreker, waren er in Nederland vier sprekersbureaus actief: Speakers Academy in Rotterdam, Assemblee in Maastricht, Ambar Prominenten (Amsterdam) en John Bukman (Amsterdam). De eerste drie zijn algemeen en breed georiënteerd, terwijl John Bukman gespecialiseerd is in TV-persoonlijkheden. Van deze bureaus doe ik alleen zaken met Speakers Academy. Inmiddels zijn er veel meer bureaus die gastsprekers in de aanbieding hebben. Met opzet schrijf ik ‘in de aanbieding hebben’, want het feit dat de bureaus een website met sprekers hebben hebben wil nog niet zeggen dat ze allemaal een omzet draaien van enige betekenis. De Teeuwen Groep (Dongen) en het Sprekers Platform (Apeldoorn) draaien al een tijdje mee. Ik heb sprekersbureaus zien verschijnen en verdwijnen. Zo is het Nationaal Sprekers Instituut van Euroforum opgeheven en het bureau Boek een Belg is ook niet meer te vinden. In Nederland schieten de sprekersbureaus als paddestoelen uit de grond, terwijl de markt voor gastsprekers nauwelijks groeit. In België is dat nog niet het geval. Speakers Society in Antwerpen is daar pas in 2005 als eerste Belgische sprekersbureau van start gegaan. Speakers Society is onderdeel van Harpo, communicatie- & adviesbureau met een passie voor het gesproken woord. Als je als sprekersbureau geen groot netwerk hebt en geen gevestigde naam, is het bijzonder lastig om een bedrijf volledig te baseren op het bemiddelen van sprekers. Daarom hebben de meeste bureaus die bemiddelen voor spreek-opdrachten ook andere zakelijke activiteiten. Novella Media (Amersfoort) is bijvoorbeeld een full service congresbureau dat ook sprekers in de markt zet. Een situatie die nogal eens voor komt is dat een spreker een eigen sprekersbureau begint. Voorbeelden daarvan zijn Math Teeuwen van de Teeuwen groep uit Dongen, Dat Spreekt van Simone van Trier (Maastricht) en Zij Spreekt van Marga Miltenburg. Ook zijn er artiesten die een eigen artiestenbureau starten. Ze ontdekken dat de honoraria voor gastsprekers aanzienlijk hoger liggen dan de gages voor artiesten en promoten zich dan als spreker op de website van hun bureau, waar ze ook andere sprekers aanbieden. Voorbeelden daarvan zijn Quality Bookings (Almere) van cabaretier/goochelaar Robert de Vries en Multitainment (De Meern) van goochelaar Bart van den Belt. Ook zijn er steeds meer artiestenbureaus die sprekers op hun website zetten: gewoon tussen de steltlopers en vuurspuwers. Mogelijk doen ze dat vanuit de gedachten: ‘je weet nooit hoe een koe een haas vangt’ en ‘baat het niet, het schaadt ook niet’. Hoe onderscheid je je als bureau in deze overvolle markt? Sommige bureaus specialiseren zich. Zo is een bureau in Ouderkerk aan de Amstel eigenaar van Sports Speakers en van Ladies Speakers. The Next Speaker (Amsterdam) van Tessa Sterkenburg is gespecialiseerd in experts op het gebied van Nieuwe Media en Technologie. Boeddhisness bemiddelt boeddhistische sprekers. Verder constateer ik dat grote bedrijven of adviesbureaus een eigen sprekersbureau starten. Voorbeelden daarvan zijn het energiebedrijf Essent en het adviesbureau Limbus. Ook zijn er buitenlandse bureaus die een Nederlandse vestiging/website starten, zoals Speakers Associates (Verenigd Koninkrijk) en CSA Celebrity Speakers Netherlands (Italië). Velen willen graag lucratieve spreekopdrachten uitvoeren en schrijven zich in bij sprekersbureau met de verwachting dat ze geboekt gaan worden. Dat blijkt tegen te vallen. Bureaus schrijven de sprekers graag in, want dan hebben ze weer nieuws dat ze kunnen melden op hun website en in hun nieuwsbrieven aan klanten en prospects. Dat wil echter niet zeggen dat automatisch boekingen komen. In de onderstaande video legt Tom Antion uit waarom.
  • Storytelling Bedrijven die positieve aandacht willen voor hun producten en diensten doen er goed verhaal uit te dragen. Geen verhandeling met abstracte begrippen, maar een uitdrukking van doorleefde ervaringen die mensen gevoelsmatig raken omdat er herkenning is. Aansprekende verhalen dragen bij aan de betrokkenheid en de helderheid, en zorgen ervoor dat de boodschap beter beklijfd. Dat alles weet ik natuurlijk al lang. Tegelijkertijd weet ik ook dat de verhalen die ik vertel in mijn presentaties als spreker en mentalist duidelijker en sterker kunnen. Daarom was ik blij met de workshop “Your speaking story” die Katja Schleicher vorige week bij Seats2Meet in Utrecht verzorgde voor leden van de Professional Speakers Association Holland. Impact! Communication training is de naam van het bureau van Katja Schleicher. Ze verzorgt niet alleen toespraken en voordrachten over public speaking en storytelling in het Engels, Duits en Nederlands. Katja geeft ook trainingen op het gebied van interviewen, verhalen vertellen en presenteren. Ik had al een uitstekende Engelstalige keynote van Katja meegemaakt op de PSA Holland conventie 2010 in Noordwijk, en ik had de eer om haar aan te kondigen tijdens een sprekers-sessie op de beurs Event10 in de Jaarbeurs in Utrecht. Aan de workshop van vorige week namen, ondanks de sneeuw, zes personen deel: drie dames en drie heren. Dat kleine gezelschap vond ik prima, want daardoor was er ruim de tijd voor persoonlijke coaching. Katja heeft me goede aanwijzingen gegeven om mijn verhaal over Ivoren Torens beter in te leiden en helderder en krachtiger neer te zetten. Katja Schleicher: “Business Storytelling is na 25 jaar feiten- en bulletpoint-gedreven communicatie een heel succesvolle manier om een emotionele verbinding met je publiek aan te gaan. Overtuigen met verhalen lukt beter dan overtuigen met feiten, want met verhalen kun je een emotionele betrekking creeren. Door op de juiste wijze gebruik te maken van storytelling ben je in staat mensen, merken en ideeën een emotionele plek bij het publiek te geven. Een merk waar mensen een emotionele binding mee hebben, wordt vaker gekocht. Een emotioneel aantrekkelijk idee vindt meer en sneller supporters. En een mens met een interessant persoonlijk verhaal blijft langer in de gedachten van het publiek…” Spreken met resultaat is mogelijk door bij de voorbereiding van een speech of presentatie steeds het doel duidelijk voor ogen te houden. Om dat doel te bepalen doet een spreker er goed aan de volgende vragen voor zichzelf te beantwoorden met betrekking tot de mensen in het publiek: 1. Wat wil ik dat ze zullen denken? 2. Wat wil ik dat ze zullen voelen? 3. Wat wil ik dat ze zullen doen? 4. Wat wil ik dat ze aan anderen zullen vertellen? De vierde vraag is van een wat andere orde dan de overige drie vragen, maar is wel belangrijk omdat mensen vooral dat onthouden wat ze aan anderen vertellen. Soms zijn presentaties er niet op gericht om mensen te informeren of tot een bepaalde actie aan te zetten. Als het accent bijvoorbeeld ligt op entertainment gaat het er vooral om dat de deelnemers zich prettig voelen en na afloop met een goed gevoel naar huis gaan. Voor een spreker die een verkoop-presentatie houdt ligt de situatie natuurlijk heel anders. Katja benadrukt dat de impact van een presentatie kan worden vergroot door bewust gebruik te maken van archetypen. Archetypen versnellen en verbeteren de communicatie omdat het publiek op een dieper niveau wordt aangesproken. In bijvoorbeeld romans, films en reclamespots wordt vaak uitgebreid gewerkt met archetypen. De boeken van J.K. Rowling over Harry Potter staan vol archetypische symboliek en zijn waarschijnlijk daarom zo populair. Reclames voor crèmes spelen in op de behoefte aan onvergankelijkheid, eeuwige jeugd en onsterfelijkheid. Harley Davidson richt zich niet primair op het verkopen van motoren, maar op het leveren van vrijheid. Hieronder volgt een (niet uitputtende) lijst van archetypen waar een spreker gebruik van kan maken. * alle “eerste dingen” (eerste liefde, landing op de maan, (berg)top bereiken * arrogantie van macht en geld * behoefte aan aandacht * comeback * faalangst * familie en vaderland * geheimen ontdekken * heldenreis * hoofdzonden * klein versus groot * liefde (ongelukkige, eerst, etcetera) * onsterfelijkheid en eeuwige jeugd * redder * reis naar het onbekende * verwaarloosde, niet geliefde kinderen * vriendschap en verraad * vrijheid * zekerheid en geborgenheid * zoektocht naar een schat Katja besluit: “Natuurlijk kan een spreker ook een goede presentatie geven zonder gebruik te maken maakt van archetypen. Hij of zijn maakt het voor het publiek wel gemakkelijker door dat wel te doen. De mate waarin iemand door een bepaald archetype wordt geraakt verschilt per persoon. Daarom verdient het aanbeveling om in een speech meerdere archetypes te gebruiken zodat een groot deel van het publiek wordt geraakt.”
  • Toastmasters Nederland Ik ben min of meer toevallig in het sprekersvak terecht gekomen. Toen ik in 2004 begon met het beroepsmatig verzorgen van mentalisme-optredens, ontdekte ik dat veel mensen in mijn publiek niet zozeer behoefte hadden aan meer verbazingwekkende demonstraties, maar meer wilden leren over de achtergronden van intuïtie of mijn visie wilden weten op het thema van een bepaald zakelijk evenement. Daarom ben ik in mijn optredens geleidelijk minder effecten gaan vertonen en meer gaan vertellen. Ik heb wel diverse boeken gelezen over spreken in het openbaar, maar een formele sprekerstraining heb ik nooit gehad. Mijn programma is tot stand gekomen op basis van trial and error. In september kreeg ik van PSA Holland, de Professional Speakers Association waar ik lid van ben, per e-mail een aanbod om deel te nemen aan een training voor het ontwikkelen van sprekersvaardigheden. Deze werd gehouden op vier dinsdagavonden in oktober 2010. Die mogelijkheid heb ik met beide handen aangegrepen. De bijeenkomsten duurden steeds ongeveer twee uur en werden georganiseerd door Toastmasters Nederland in opdracht van PSA Holland. Ze vonden plaats in Seats to Meet in Hoog Catharijne in Utrecht. Ik vond mijn deelname een goede investering. Van het gezamenlijk houden en evalueren van voorbereide en geïmproviseerde speeches leer je toch heel wat meer dan van het lezen van boeken over dat onderwerp. Toastmasters Nederland maakt deel uit van Toastmasters International. Deze non-profit organisatie is bescheiden van start gegaan in 1924 bij de YMCA in Californië. De doelstelling is om mensen te helpen zich competent en comfortabel te voelen bij het spreken in het openbaar. Momenteel heeft de organisatie ongeveer 250.000 leden in 106 landen. In Nederland zijn er bijna twintig Toastmasters clubs actief. Zo zijn er clubs in Almere, Amsterdam (3 clubs), Den Haag, Eindhoven, Enschede, Epe, Groningen, Leeuwarden, Leiden, Rijswijk, Rotterdam en Utrecht. Nieuwe Toastmasters clubs zullen spoedig officieel van start gaan in Amersfoort, Delft, Den Haag, Deventer, Doetinchem, Friesland en Maastricht. In sommige Nederlandse clubs wordt uitsluitend Engels gesproken. Op de clubavonden van Toastmasters oefenen de deelnemers sprekersvaardigheden en leren van elkaar. Dat doen ze met name door voorbereide toespraken, evaluaties van toespraken en geïmproviseerde toespraken (bekend onder de naam table topics) te houden. Daarnaast zijn er deelnemers die op een bijeenkomst in het bijzonder letten op de de tijd, de grammatica en het taalgebruik, en op het gebruik van onnodige stopwoorden en ‘vulwoorden’. De verschillende rollen worden per toerbeurt vervuld. Kenmerkend is dat er geen instructeur is, en dat de leden van elkaar leren door de presentaties van elkaar op een opbouwende wijze te beoordelen. Er wordt een ‘veilige’ omgeving gecreëerd om te kunnen oefenen: de nadruk ligt op wat goed ging en wat verbeterd kan worden. Het was de tweede keer dat Toastmasters Nederland een training verzorgde voor PSA-leden. De laatste keer namen er tien leden van PSA aan deel. Celeste Brown leidde de bijeenkomsten op een enthousiaste en professionele manier. Ik kende haar al van de PSA conferentie 2010 in Noordwijk, waar zij een interessante toespraak hield over het verantwoord nemen van beslissingen. Daarnaast waren er vijf Toastmasters-coaches die steeds een bepaalde rol vervulden op de avonden en daarnaast een persoonlijke coach waren voor twee PSA-leden. Ik vind het prijzenswaardig dat deze mensen zich vrijwillig en belangeloos hebben ingezet om de training tot een succes te maken. De werkwijze op de avonden doet wat Amerikaans aan, onder andere door het hanteren van strakke regels, het steeds geven van applaus voor de speeches en het verstrekken van certificaten. Dat maakt de bijeenkomsten echter wel levendig. De documentatie die verstrekt wordt, waaronder het Speechcrafters Handbook, vind ik heel goed. Wie zijn of haar sprekersvaardigheden wil verbeteren kan ik van harte aanbevelen om dat te doen via Toastmasters.

Succes

  • Een werkweek van 4 uur Vandaag heb ik een lange reis gemaakt. Vanmiddag mocht ik optreden in Antwerpen. In de trein heb ik, comfortabel alleen in een besloten stiltecoupé, het boek Een werkweek van 4 uur, leid een rijk leven zonder veel te doen van Timothy Ferriss gelezen. In de Verenigde Staten is het boek een bestseller. Dat is niet zo vreemd, want het belooft de weg te wijzen naar een nieuw leven van weinig werkuren, veel vrije tijd en geld in overvloed. Wie wil dat niet? Timothy Ferriss is geen theoreticus. Hij heeft gedaan wat hij onderwijst, en hij doet het nog steeds. Hij kiest er alleen voor om meer dan vier uur per week te werken. De auteur schrijft het er niet om gaat om ernaar te streven om niets meer te doen, maar om die dingen te doen waar je een passie voor hebt. Veel mensen zitten vast in beperkende gedachten. Ze besteden meer tijd aan het plannen van hun vakantie dan aan het plannen van hun leven. Op de achterkant van het boek staat onder meer het volgende. Vraag Timothy Ferriss wat hij aan het doen is, en de kans is groot dat je als antwoord krijgt: ‘Skiën in de Andes’, duiken in Panama’ of Tangodansen in Buenos Aires. De afgelopen vijf jaar bestudeerde Timothy Ferriss namelijk de geheimen van de nieuwe rijken - een snel groeiende elite die het achterhaalde idee van ‘eerst werken, dan leven’ heeft ingeruild voor een luxueus leven in het hier en nu. Niet geld stelt je daartoe in staat, maar de nieuwe economische factoren tijd en mobiliteit. Eerder heb ik op dit blog een bericht geplaatst dat bestond uit een citaat waarin de mindset van de uitstellers wordt vergeleken met die van de nieuwe rijken. Wie zijn die nieuwe rijken? In de Verenigde Staten zijn er honderden den ondernemers die hun grote vermogen in een korte tijd hebben verkregen via vooral de verkoop van informatieproducten via het internet. Velen van hen hebben hun kennis direct of indirect ontleend aan de marketinggoeroe Dan Kennedy. Ik heb vele boeken en artikelen van Dan Kennedy bestudeerd en vorig jaar heb ik deelgenomen aan een workshop van hem in Orlando in Florida. De principes die Timothy Ferris in zijn boek beschrijft zijn verre van nieuw, maar ik vind dat hij zijn opvattingen wel op een originele en prettig leesbare wijze beschrijft. Ferriss behandelt het proces om een nieuwe rijke te worden aan de hand van het woord DEAL. De letters daarvan staan voor Definitie, Eliminatie, Automatiseren en Liberation (bevrijding). Definitie heeft betrekking op vaststellen wat je wilt bereiken en doelen stellen. Elimineren houdt verband met het schrappen van activiteiten die niet vruchtbaar zijn zoals kranten en tijdschriften lezen, televisie kijken en ongeconcentreerd werken (bijvoorbeeld als gevolg van voortdurende interrupties). Automatiseren heeft te maken met het opbouwen van een business die je op de automatische piloot zet zodat je er niet veel aandacht aan hoeft te besteden en het geld min of meer vanzelf binnenkomt. Liberation houdt in dat je maanden op reis kunt gaan en op alle mogelijke manieren kunt genieten van je leven.
  • Formule voor positieve energie De wereld wordt bedreigd door een verborgen energiecrisis. Daarbij gaat het niet om de eindigheid van fossiele brandstoffen, maar om een gebrek aan subtiele levensenergie bij de mensen. Onze jachtige hightech samenleving stort velen van ons in een chronische lichamelijke, emotionele en geestelijke uitputting. We worden overspoeld met informatie en raken opgebrand als slaven van telefoon, gsm, televisie, e-mail en internet. We zijn vermoeide sombere stemmingen als normaal gaan beschouwen. Dr. Judith Orloff, grondlegster van de ‘energiepsychiatrie’, vindt dat daar verandering in moet komen. Daarom schreef zij het boek ‘Tien formules voor positieve energie’. Daarin leert ze hoe je negatieve energie kunt bestrijden en hoe je de kracht van positieve energie kunt gebruiken. De sleutel daartoe is je intuïtie. Energiespsychiatrie is een nieuw soort psychotherapie die de subtiele energiefundamenten van gezondheid en gedrag aanpakt. Het is een specialisme van de energiegeneeskunde die lichaam en geest beschouwt als een manifestatie van subtiele energie. Dat is een concept dat in de conventionele gezondheidszorg nog volledig ontbreekt. We leven dankzij een subtiel energielichaam dat ons stoffelijk lichaam doordringt. Energiepsychiatrie combineert de traditionele geneeskunde met een uileg over hoe we onze levensenergie in ons dagelijks leven kunnen verhogen. Alles om ons heen heeft een energieveld of vibratie. Onze reactie op die vibraties komt tot uitdrukking in ons energieniveau. Gewaarwordingen die je kunt beschrijven als ‘mijn hart bonst’, ‘ik ben bang’, ‘ik ben geprikkeld’, ‘ik voel me vredig’, ik voel me verbonden‘ zijn feitelijk verschillende uitingen van subtiele energie. Er bestaat positieve subtiele energie en negatieve subtiele energie. Om je gezondheid en je stemmingen te kunnen sturen, moet je beide soorten subtiele energie kunnen onderscheiden Bij subtiele energie kunnen er twee kwaliteiten worden onderscheiden: positief en negatief. In het genoemde boek leert Judith Orloff je hoe je de kracht van positieve energie moet gebruiken – liefdevolle en koesterende gedachten van binnen, zoals medeleven, moed, vergevingsgezindheid en vertrouwen. Of van buiten: ondersteunende vrienden, creatief werk en lachen. Positieve energie komt vanuit respect voor de aarde en alle aardse schepselen, veel verdraagzaamheid en het enthousiasme om een vreedzame samenleving op te bouwen. Al deze eigenschappen zijn net zo belangrijk voor ons overleven als voedsel en zuurstof. Negatieve energie houdt ons klein en ongezond; ze weekt ons los van het beste in onszelf. We wekken negatieve energie op met onze angsten, zelfhaat, woede of schaamte – een emotioneel terrorisme waar we ons mee teisteren maar waarvan we niet beseffen dat dat zijn tol eist. Als we deze negatieve krachten niet identificeren en elimineren, zullen ze ons uitputten. Erger nog: ze komen onvermijdelijk aan de oppervlakte op sociaal en politiek gebied en richten daar vernielingen aan. Judith Orloff beschrijft in haar boek een programma van tien recepten. Zij raadt aan om het in tien weken te doorlopen: een ‘recept‘ per week. Elk hoofstuk bevat een ‘recept‘ en wordt afgesloten met een interview met iemand die de auteur bewondert. De recepten luiden: 1. Word je bewust van je intuïtie en verjong jezelf. 2. Ga een koesterende spirituele weg. 3. Ontwikkel een energiebewuste manier van eten, bewegen en gezond zijn. 4. Wek positieve emotionele energie op om negatieve gevoelens van je af te zetten. 5. Ontwikkel een liefdevolle seksualiteit. 6. Stel je open voor de stroom van creativiteit en inspiratie. 7. Eer de heiligheid van lachen, koesteren en de voedende kracht van afzondering. 8. Trek positieve mensen en situaties aan. 9. Bescherm jezelf tegen vampiers. 10. Creëer overvloed
  • Je roeping ontdekken en volgen et ‘gastcollege’ dat ik deze week mocht verzorgen voor zo’n 150 eerstejaarsstudenten tandheelkunde in de grote collegezaal van het gloednieuwe gebouw van ACTA (Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam) had als titel: Studiekeuze tandheelkunde: ratio of roeping? Studiekeuzeadviseurs van ACTA die mijn presentatie op de Studiekeuzeconferentie 2010 hadden meegemaakt hadden mij geboekt om een verhaal te houden over de aspecten die mogelijk een rol hebben gespeeld bij de studenten om te kiezen voor de studie. Het najagen van een uitgebreid consumptiepatroon van oppervlakkige gemakken en genoegens leid niet tot geluk. Wijze mensen uit alle culturen hebben dat in alle tijden al verkondigd. Talloze psychologische onderzoeken bevestigen dat vandaag de dag. Bewust of onbewust verlangen we ernaar iets waardevols aan de wereld bij te dragen. Wanneer we onze unieke combinatie van gaven ontdekken en die weten te ontplooien op een wijze die bij ons past, kunnen we de diepe bevrediging van een welbesteed leven ervaren. Als mensen vanuit een innerlijke behoefte zich inspannen om iets aan de wereld bij te dragen en het grote geheel belangrijker vinden dan persoonlijk succes, wordt er vaak gezegd dat zij een roeping hebben en die volgen. Roeping is het (subjectieve) idee dat iemand heeft dat hij een taak te volbrengen heeft. Deze taak kan liggen op persoonlijk, professioneel, maatschappelijk of spiritueel gebied. Bij het woord roeping denken we mogelijk aan grote zielen als die een groots ideaal nastreefden en daardoor een grote invloed hebben uitgeoefend: Krishna, Boeddha, Pythagoras, Jezus, Martin Luther King, Florence Nightingale, Albert Schweitzer, Einstein, Gandhi en Moeder Theresa. Roepingen hoeven echter niet altijd zo groots en verheven te zijn. Zo kan het bijvoorbeeld ook een roeping zijn om een goede moeder of vader te zijn. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat we allemaal roepingen hebben en dat we er goed aan doen om die te ontdekken en er gehoor aan te geven. Dat kan door te steeds weer te luisteren naar onze innerlijke stem, naar onze intuïtie. Dat heb ik tot uitdrukking willen brengen in de bovenstaande collage die ik zo’n dertien jaar geleden heb gemaakt. Toen ik vroeg wie van de studenten het beoefenen van de tandheelkunde als een roeping beschouwde, stak geen van de studenten zijn of haar hand op. Nu kan dat natuurlijk zo zijn omdat ze wat schuchter waren en bang waren om daar later op te worden aangesproken. Daarom zou je dit soort onderzoeken in een zaal eigenlijk anoniem moeten doen, bijvoorbeeld door te stemmen met de mobiele telefoon via sms of Twitter. De uitslag van mijn ‘onderzoekje’ is naar mijn idee wel tekenend voor de tijd waarin we leven. Ik heb de indruk dat het idee van ‘roeping’ tegenwoordig minder speelt dan vroeger. Het is niet voor niets dat in het woord beroep het woord ‘roep’ besloten ligt. Toen onze samenleving nog niet zo complex was als tegenwoordig waren er veel minder beroepen. Bovendien werd de keuze van een beroep sterk bepaald door het gezin waarin men opgroeide. dat maakte het kiezen van een beroep een stuk gemakkelijker. Mijn vader wist van jongs af aan dat hij schoolmeester wilde worden. Hij deed de kweekschool (voorloper van de PABO) en werd onderwijzer. Hij wilde hogerop, haalde een onderwijsakte voor wiskunde en ging werken aan een MULO (voorloper van MAVO). daarna deed hij met succes examens voor achtereenvolgens een tweedegraads onderwijsbevoegdheid en een eerstegraads onderwijsbevoegdheid. Na jarenlang gewerkt te hebben als leraar wiskunde op scholengemeenschappen voor HAVO en VWO werd hij conrector. Het laatste deel van zijn werkzame leven werkte hij als rector. Een mooi voorbeeld van een duidelijke roeping die het gehele leven een rol bleef spelen. Een ander voorbeeld van een roeping die al op jonge leeftijd duidelijk was heb ik gezien bij een voormalig klasgenoot. Hij had een oom die huisarts was en wilde zelf ook huisarts worden. Hij kwam bij mij in de klas toen ik in de vierde klas van het Atheneum zat. Hij was enkele jaren ouder dan ik, want hij had eerst een MAVO diploma en daarna een HAVO diploma gehaald. Hij én ik slaagden in 1981 voor ons Atheneum B diploma. Toen ik scheikunde ging studeren, ging hij in militaire dienst. Na de vervulling van zijn dienstplicht wilde hij geneeskunde studeren. Daarvoor bestond een numerus fixus en hij werd uitgeloot. Hij was zo vastbesloten om huisarts te worden en ging een jaar farmacie studeren. Daarna werd hij toegelaten tot de studie geneeskunde en inmiddels werkt hij al zo’n 23 jaar als huisarts. Tot ongeveer mijn veertigste had ik geen idee wat mijn roeping nu eigenlijk was. In algemene zin wist ik natuurlijk wel dat ik het leven dien te leven en mijn talenten dien te ontplooien en in te zetten. De richting was me niet duidelijk. Destijds ging ik scheikunde studeren omdat ik dat een leuk vak vond en ik er goed in was. Tijdens mijn studie ontdekte dat ik het niet leuk vond om in een laboratorium te werken en chemisch onderzoek te doen. Daarom deed ik bijvakken als organisatie en beleid, massacommunicatie, public relations en chemiedidactiek. Mijn grootste belangstelling ging echter uit naar esoterie en spiritualiteit. Ik was ervan overtuigd dat ik daar mijn geld niet mee kon verdienen en ging me toeleggen op het schijven van artikelen, in eerste instantie over chemie en de chemische industrie. Ik heb de indruk dat ik momenteel het werk doe dat bij me past. Als ik nu terugkijk op mijn leven, zie ik dat een aantal ontwikkelingslijnen bij elkaar zijn gekomen. * Als amateurgoochelaar heb ik geleerd om optredens te verzorgen waarmee ik een publiek kan boeien * Dankzij mijn scheikundestudie kan ik onderzoeksresultaten op gebieden die me interesseren begrijpen. * Mijn opvattingen over esoterie en spiritualiteit hebben zich in de loop van de jaren verdiept, en vandaag de dag kan ik die uitdragen via onder andere mijn presentaties en mijn weblog. * Mijn journalistieke ervaring stelt me in staat berichten, artikelen en voordrachten te schrijven. Als we een hoog doel hebben, trekt dat demonische vernietigers (saboteurs). Gelukkig zijn er ook mensen en krachten die ons vertrouwen in onze roeping versterken (evocateurs). Mensen met een roeping stellen vaak bestaande structuren en culturen aan de kaak omdat ze streven naar vernieuwing. Zulke mensen worden wel provocateurs genoemd. We hebben een roeping wanneer we op onze eigen geloofsovertuigingen vertrouwen en ons denken en doen niet laten bepalen door de ons omringende cultuur. Dit ‘veld-onafhankelijk zijn’ wordt vaak gezien als één van de kenmerken van spirituele intelligentie. Moeder Theresa zei: Een roeping hangt niet af van de daden die we verrichten - het enige wat ertoe doet is de liefde die we in die daden steken. Voor God is het allemaal oneindig, onbegrensd. Jij doet het kleine en als je dat met liefde doet, maakt God het tot iets onbegrensd.’ Onderaan dit bericht staat een video waarin John P. Schuster vertelt over zijn aanbevelenswaardige boek ‘Volg je roeping. Gids voor je levensbestemming’ het volgende. Hij schrijft daarin onder andere het volgende: Het geroepen leven is geen gemakkelijker leven dan andere levens, maar wel een beter. Het is beter omdat onze pogingen datgene te doen waarvoor we bestemd zijnde innerlijke vreugde teweegbrengt die gepaard gaat met commitments die de grenzen van ons aan ruimte en tijd gebonden bestaan verre te overschrijden. Het gehoor geven aan je roeping is geen garantie voor succes in de betekenis waarin we die term gewoonlijk bezigen, zoals bijvoorbeeld in carrières. Maar het is wel een garantie voor het succes van het zelf dat besluit geen levensenergie te verspillen aan talrijke afleidingen die we op ons pad tegenkomen.
  • Jezelf profileren als expert oe kunnen consultants en coaches hun zakelijk succes zo snel mogelijk vergroten? Door ervoor te zorgen dat zij algemeen worden beschouwd als de expert op het vakgebied waarop ze werkzaam zijn. Het is niet voldoende om jezelf tot expert uit te roepen. Je zult de nodige acties moeten ondernemen om jezelf als zodanig te profileren en te bewijzen. In het boek How to position yourself as the obvious expert in 90 days or less without spending à Fortune on advertising worden daarvoor 11 strategieën uitgewerkt die ik in dit blogartikel zal noemen. Dit boek kan ik zeer aanbevelen omdat het een duidelijke handreiking is met heel veel praktische marketing tips. Het is geen boek voor iedereen, want je moet wel over de nodige kwaliteiten beschikken (of bereid te zijn die te ontwikkelen), van aanpakken weten en niet bang zijn om in de schijnwerpers te staan. De twee auteurs - Elsom Eldridge jr. en Mark L. Eldridge - schrijven dat hun boek bedoeld is voor consultants en coaches. Het gedachtegoed dat zij overbrengen is echter dermate universeel, dat ook vele andere experts kun voordeel kunnen doen met deze uitgebreide gids. Ik vind het altijd leuk om negen rollen te formuleren die passen bij de negen persoonlijkheidstypen van het enneagram. De inhoud van het boek kan van belang zijn voor de volgende 9 rollen: 1. consultant 2. coach 3. online marketeer 4. kunstenaar 5. auteur 6. advocaat 7. spreker 8. trainer 9. facilitator Opdrachtgevers doen graag zaken doen met mensen die ze vertrouwen, geloofwaardig zijn, een goede reputatie hebben en een voortrekker zijn op een bepaald gebied. Zulke experts kunnen hoge honoraria hanteren en selectief zijn in het aannemen van opdrachten omdat er voor hen toch genoeg werk is. Wie op een bepaald vakgebied wil worden erkend als de expert, doet er goed aan zijn of haar kennis op te schrijven en te publiceren. Hier volgt een overzicht van de elf beschreven strategieën, die ook nog eens worden genoemd in de video onderaan dit artikel. 1. Formuleer een USP. Met een Unique Selling Proposition (USP) positioneer je je business als merk, en geef je kort en duidelijk aan waarin je je onderscheidt. In de formulering worden woorden gebruikt die potentiële klanten aantrekken en die helder maken waarin de onderneming verschilt van de concurrentie. 2. Publiceer boeken en rapporten. Als je over je onderwerp hebt gepubliceerd, word je sneller als expert erkend. Je promoot dan niet meer jezelf, maar je publicaties. 3. Spreek in het lezingencircuit. Door te spreken over je onderwerp vestig je je reputatie en kun je sommige mensen uit het publiek omvormen tot betalende klanten. 4. Organiseer seminars en workshops. Rechtstreeks kennis overdragen aan mensen in seminars en workshops is niet alleen een manier om een nieuwe inkomstenbron aan te boren, maar ook om te worden gezien als autoriteit op je vakgebied. 5. Publiceer je eigen nieuwsbrief. Wanneer je een elektronische of gedrukte nieuwsbrief uitgeeft, etaleer je je kennis en kunde en breng je jezelf steeds weer onder de aandacht van potentiële opdrachtgevers of klanten. 6. Schrijf artikelen voor tijdschriften. Daarmee vergroot je je geloofwaardigheid als expert. De gepubliceerde artikelen kun je gebruiken om jezelf te promoten. 7. Maak actief gebruik van de media. Als je weet naar wat voor soort interessante informatie de media op zoek zijn, kun je deze zelf benaderen en aanbieden mee te werken aan de totstandkoming van een artikel, radio-interview of televisieoptreden. 8. Creëer een website met waardevolle inhoudelijke informatie. Een interactieve, actuele en informatieve website is de sleutel regionale, nationale of missien zelfs wel wereldwijde erkenning. 9. Neem actief deel aan branche- en beroepsverenigingen. Zo blijf je op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen, doe je nieuwe ideeën op en kom je in contact met potentiële opdrachtgevers. 10. Netwerk effectief. Dit komt neer op het op het ontmoeten van de juiste mensen op de juiste plaats op het juiste moment om de juiste boodschap over te dragen. Het gaat primair om de bereidwilligheid anderen te helpen, ook al levert dat niet direct business op. 11. Zet je belangeloos in voor iets dat ten goed komt aan de gemeenschap. Hiermee kun je je persoonlijke, professionele en maatschappelijke leven op een hoger plan brengen.
  • Mastermind groepen ‘Wat vind je van mastermind groepen?’ Die vraag werd mij vorige maand gesteld tijdens de vraag en antwoordsessie van mijn optreden voor de eindejaars-bijeenkomst van de Nederlandse afdeling van het Institute for Independent Business (IIB). Op die middag in hotel-restaurant ‘t Hilletje in Kootwijk mocht ik mijn lecture show ‘Werken met intuïtie’ doen na de presentatie van Albert Ekels over crisismanagement. De vraag over mastermind groepen was mij uit het hart gegrepen, want ik ben ervan overtuigd dat zulke groepen heel waardevol kunnen zijn voor leden van IIB-leden, een vereniging van geaccrediteerde adviseurs die zelfstandig werkzaam zijn als adviseur in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Ik had snel in de gaten dat de meeste aanwezigen kampten met het probleem dat ze te weinig opdrachtgevers hadden. Dat had volgens mij niet te maken met hun competenties als vakman of vakvrouw (er waren slechts enkele dames in het gezelschap), maar wel met het feit dat ze blijkbaar niet optimaal functioneren als koopman of koopvrouw. Natuurlijk is het moeilijk om in crisistijd adviesopdrachten te werven bij bedrijven om de operationele systemen zodanig te verbeteren dat de winstgevendheid wordt vergroot. Vele adviseurs die zijn aangesloten bij IIB zijn experts op het gebied van operationele systemen, maar hebben weinig kaas gegeten van marketingsystemen en hebben zelf geen of gebrekkige marketingsystemen om hun eigen diensten systematisch in te promoten. Dat is begrijpelijk, want de meesten willen het liefst inhoudelijk bezig zijn in maandenlange projecten. In mijn presentatie voor de adviseurs van IIB vertelde ik dat je je als over het algemeen eerst moet bewijzen in korte adviesopdrachten voordat je langlopende klussen mag doen. Je kunt opdrachten binnenhalen door een niche te te kiezen, jezelf te profileren als expert en gebruik te maken van direct response marketing en sociale media marketing. Via een mastermind-groep is het mogelijk om daarover te leren en gemotiveerd te worden voor de implementatie van marketingsystemen. Persoonlijk maakte ik voor het eerst kennis met het begrip mastermind groep via het klassieke succesboek “Denk groot en wordt rijk” van Napoleon Hill, dat ik rond mijn dertigste heb gelezen. heb. Anderhalf jaar geleden heb ik dat boek als applicatie voor mijn i-phone gedownload Napoleon Hill interviewde meer dan vijfhonderd succesvolle 500 succesvolle zakenmensen, uitvinders en staatslieden en kwam tot de conclusie dat zij allemaal ondersteunende goepen om zich heen hadden die hij “mastermind groups” noemde. Zulke groepen zijn gebaseerd op de coördinatie van kennis en inspanning van twee of meer mensen die gezamenlijk op een harmonieuze wijze werken aan een bepaald doel. Van een groep mensen die regelmatig samenkomen en zich op een positieve wijze ergens op richten, gaat een grote kracht uit. Karyn Greenstreet (zie bovenstaande video) brengt een e-book op de markt met de titel ‘How to start a for profit mastermind group’. Daarin beschrijft ze eerst wat een mastermind groep niet is. Het is geen cursus waarin aan de deelnemers kennis en vaardigheden worden geleerd volgens een vastgestelde structuur. Het is ook geen groepscoaching waarin een facilitator de individuen in de groep coacht of begeleidt, want het gaat er primair om dat de leden van de groep hun visies en ervaringen met elkaar delen. Het is ook geen netwerkgroep of groep waarvan de leden met elkaar zaken doen (hoewel dat natuurlijk niet verboden is). Het gaat er primair om van elkaar te leren en elkaar te ondersteunen. Een mastermind groep kan onder andere de volgende functies vervullen: * Het delen van doelen, succesverhalen, mislukkingen en obstakels * Elkaar ondersteunen en aanmoedigen * Elkaar helpen met de realisatie van een gemeenschappelijk specifiek doel * Gezamenlijke persoonlijke en/of zakelijke groei in een sfeer van vertrouwen en harmonie * Het creëren van een omgeving om nieuwe zakelijke strategieën te testen * Het delen van ideeën in een creatieve en vertrouwelijke omgeving * Elkaar verantwoordelijk houden voor het bereiken van de geformuleerde doelen * Het aanbieden van kennis, advies en perspectief * Het delen van hulpbronnen zoals boeken, CD’s, websites, leveranciers, artikelen en dergelijke * Het delen van leads * Brainstormen over de voors en tegens van bepaalde zakelijke oplossingen * Het delen van best practices Zelf maak ik deel uit van enkele groepen op spiritueel gebied die ook aangeduid zouden kunnen worden als mastermind-groepen. Ik ben lid van de beroepsvereniging PSA Holland (Professional Speakers Association) maar ben geen lid van een zakelijke mastermind groep. Ik zou wel willen deelnemen aan mastermind groep met de volgende kenmerken: * bedoeld voor 6 tot 8 ondernemers die al enige tijd werkzaam zijn op het gebied van zakelijke bijeenkomsten als congressen, klantendagen, personeelsbijeenkomsten en netwerkbijeenkomsten * gevarieerde samenstelling (bijvoorbeeld aanbieders van locaties, organisatiebureaus en sprekers), bij voorkeur van ondernemers uit regio Utrecht * focus op het verbeteren van marketing en sales * veel aandacht voor “Glazer-Kennedy marketing” * 10 bijeenkomsten per jaar (bij voorkeur op de tweede maandag van de maand (9.30 - 12.00 uur) * bijeenkomsten in een prettige zakelijke locatie in regio Utrecht * besluitvorming (over agenda etc.) sociocratisch * na een vrijblijvende kennismakingsbijeenkomst commitment voor deelname gedurende een kalenderjaar * de kosten (zaalhuur, koffie/thee etcetera) worden verdeeld over de deelnemers Aangezien zo’n mastermind-groep bij mijn weten niet bestaat, wil ik het initiatief nemen om de mastermind groep ‘zakelijke bijeenkomsten’ (MZB) te starten. Wie belangstelling heeft, kan dat laten weten via het onderstaande formulier. Als er er voldoende mensen zijn die zich hebben aangemeld, zal ik ik het initiatief nemen om een eerste bijeenkomst te beleggen.
  • Tips van Ronald Naar De berichten naar aanleiding van het overlijden van bergbeklimmer Ronald Naar die ik tot nu toe op internet heb gelezen gaan vooral over de prestaties, de persoonlijkheid, de conflicten en de gezondheid van de bergheld. Ik heb nog geen artikelen gezien over de boodschappen die Ronald Naar als professioneel spreker uitdroeg tijdens de honderden presentaties die hij heeft gegeven. Daarom plaats ik in dit blog-artikel 17 waardevolle stellingen die ik op zijn website heb gevonden, en die de basis vormen van zijn uitstekende boek ‘Naar de top; expedities naar teambuilding, coaching en leiderschap’. Ronald Naar heeft ze geformuleerd op basis van zijn uitgebreide ervaringen als bergbeklimmer en expeditieleider. De principes die hij beschrijft zijn echter universeel. De 17 stellingen kunnen daarom worden beschouwd als algemene succes-tips. 1. Wees gedisciplineerd, niet gemakzuchtig. Echte overwinningen worden nooit eenvoudig geboekt. Topsportprestaties zijn over het algemeen het resultaat van veel trainingsarbeid, van zowel een grondige fysieke als mentale voorbereiding en van de discipline in het voortdurend willen werken aan technische en tactische verbeteringen. Op basis van talent alleen kom je een heel eind, maar meestal net niet ver genoeg. Op weg naar de top is gemakzucht je grootste vijand. 2. Laat je doelstelling de basis zijn voor je beslissingen. Een doelstelling krijgt pas betekenis, als je je bij het nemen van beslissingen erdoor laat leiden. Laat politieke spelletjes of persoonlijke antipathieën daar geen stempel op drukken. Sluit de rol van oneigenlijke motieven zoveel mogelijk uit, door zelfs de meest onbeduidend lijkende keuzes of handelingen te toetsen aan de gekozen doelstelling. 3. Vraag je bij behaald succes af of het doel bereikt is dankzij of ondanks gemaakte keuzes. Er bestaat bij behaald succes de neiging om voldaan achterover te leunen - de keuzes waren goed, anders was het doel nooit bereikt. Maar het kan ook zijn dat onjuiste beslissingen door externe omstandigheden net geen fatale consequenties hebben gehad. Analyseer derhalve niet alleen welke handelingen in positieve zin aan het succes hebben bijgedragen, maar ook welke acties onder andere omstandigheden het resultaat hadden kunnen bedreigen. 4. Concentreer de op het ontwikkelen van je sterke punten. Het is van belang je van meet af aan breed te scholen, anders zul je nooit weten waarvoor je wél talent hebt en waarvoor niet. Wil je later op topniveau ook succes hebben, analyseer dan je sterke en zwakke punten, besteed zorg aan je zwakke punten en concentreer je op het verder verbeteren van je sterke punten. Dat geeft niet alleen meer plezier in je werk, maar biedt ook meer winstkansen. 5. Selecteer teamleden die iets kunnen waar jij minder goed in bent. Vaak worden teams aangevuld met leden die min of meer hetzelfde karakter en dezelfde capaciteiten hebben. Dit komt enerzijds voort uit de gedachte dat men dan beter kan samenwerken, anderzijds uit angst voor mensen met grotere competenties. Het eigen niveau wordt aldus de toetssteen. Selecteer je echter teamleden die complementair aan jou zijn, of in bepaalde vaardigheden beter, dan pas schep je een fundament voor betere team-prestaties. 6. Neem risico’s nadat je ze eerst heb gekwantificeerd. Uit zelfbescherming is men vaak geneigd risico’s te ontkennen of te negeren. Juist daarin schuilt echter gevaar. Door je ervoor af te sluiten, sluit je je ook af voor kennis, en dus voor risicobeheersing. Benoem gevaren, probeer risico’s zo goed mogelijk te kwantificeren en te calculeren, bepaal op basis daarvan een tactiek en handel er consequent naar. 7. Koester gezond wantrouwen jegens het bestaande, durf nieuwe wegen in te slaan. Onderzoek heeft uitgewezen dat marketingmanagers vaak niet ander doen dan kopiëren wat de concurrent al heeft bedacht. Koester gezond wantrouwen, probeer onconventioneel te denken, en laat behoudzucht en faalangst geen grip op je krijgen. Maak tot devies dat er altijd een variant mogelijk is die naar groter succes leidt. Klik hier om ‘Naar de top’ van Ronald Naar te bestellen 8. Koester je toppers. Wees niet bang om grillige talenten in je team op te nemen. Vaak kunnen juist zij je helpen bij het verwezenlijken van je doel. Koester geen angst dat hun karakters botsen met die van jou of de rest van het team. Leg hun waarde uit aan de teamleden. Geef hen de ruimte en steun ze. Voel je nooit te groot om over hun eventuele uitglijders heen te stappen. 9. Wees kritisch op jezelf en aanvaard kritiek op jezelf en van anderen. Het verschil tussen een subtopper en een topper is dat de eerste altijd wil winnen en dat de tweede zichzelf voortdurend wil verbeteren. Dat laatste betekent dat je kritisch moet zijn op je eigen functioneren en je fouten moet willen onderkennen. Anderzijds moet je beseffen dat coaches er zijn om je te corrigeren en te verbeteren. Dus: corrigeer jezelf en laat je corrigeren. 10. Erken dat er binnen een team ook spelregels moeten gelden. De basis voor samenwerking is de gemeenschappelijk erkenning van het te bereiken doel. Teamgeest wordt verhoogd door het besef van de wederzijdse afhankelijkheid om dat doel te bereiken. Om dit te structureren is het maken van onderlinge afspraken van belang. Deze spelregels mogen niet vrijblijvend zijn, maar anderzijds mogen ze ook geen belemmering vormen voor individuele creativiteit of ontwikkeling. 11. Besef dat een echte topper zijn team beter laat presteren. Eén van de grootste bedreigingen voor het functioneren van een team is kift, het ten opzichte van elkaar willen bewijzen. Dit bederft niet alleen de onderlinge sfeer, maar is voor alle teamleden contraproductief. Als coach moet je je team laten beseffen dat toppers afhankelijk zijn van waterdragers. En omgekeerd. En dat een topper pas echt zijn klasse kan tonen als hij anderen beter laat presteren. 12. Verander een succesvol team op tijd. Een wijsheid doet de ronde: ‘Never change a winning team’. Niets is minder waar. In succesvolle organisaties bestaat een gerede kans dat teamleden zelfvoldaan worden, en dat ze er ongemerkt vanuit gaan op de automatische piloot het succes te kunnen continueren. Op deze wijziging van attitude moet je anticiperen door tijdig te veranderen en niet te wachten met grijpen tot het te laat is. 13. Communiceer duidelijk en open met je teamleden. In een team dient een sfeer te bestaan waarin alle leden zich durven uit te spreken zonder het gevoel te krijgen dat er sancties staan op het uiten van hun mening. In een open cultuur is meer ruimte voor verbetering. De coach krijgt tevens meer zicht in de motieven van teamleden, waardoor hij beter in staat is om onvrede en conflicten te voorkomen. 14. Realiseer je dat teamgeest geen doel is, maar een middel. Een coach moet in principe één kunnen zijn met zijn teamleden om hen te begrijpen. Maar hij moet er tegelijkertijd boven durven te staan als de situatie erom vraagt. Teamgeest kan een middel zijn om prestaties te verbeteren. Een coach moet echter niet terug deinzen voor een confrontatie, of voor een conflict, en het laatste zelfs durven uit te lokken als dat de teamleden op scherp kan zetten. 15. Kies een bereikbaar doel en zorg dat je er een visie bij hebt. Werknemers van veel multinationals ontlenen trots en werkplezier aan de gemeenschappelijke visie van de onderneming. Maar het opstellen ervan luistert nauw. Trots kan omslaan in teleurstelling als de doelstelling te ambitieus lijkt en als de visie onrealistisch is. Het bereiken van een doel verhoogt het zelfrespect, maar het niet-halen ervan kan nodeloos frustreren. 16. Klim met passie naar de top. Wat je met plezier doet heeft een grotere kans van slagen. Als coach is het daarom van belang te weten wat de intrinsieke motivatie van zijn potentiële teamleden is, alvorens ze te selecteren. Secundaire motieven, anders dan de liefde voor wat je doet, kunnen op beslissende momenten foutieve inschattingen tot gevolg hebben. Die kunnen weer leiden tot gevaarlijke situaties en falen. 17. Denk altijd een paar stappen vooruit. De weg naar de top is net als schaken. Je moet alle handelingen vooruit hebben overdacht zodat je feitelijk al de beste keuze hebt gemaakt voordat je daadwerkelijk de bewuste zet moet doen. Je moet onderweg ook een stap terug durven doen, zodat je daarna weer een paar stappen extra vooruit kunt maken. Dit lukt alleen als je je einddoel continu in beeld houdt.
  • Vijf pilaren voor succes Vorige week werd Robert S. Benninga zestig jaar. Hij is Nederlander, woont in België en is 18 jaar werkzaam als internationaal coach en spreker over persoonlijk en professioneel leiderschap. Op 1 juli 2010 nam ik deel aan zijn programma ‘Vijf pilaren voor wereldklasse succes’ dat werd georganiseerd door Alex van Groningen bij AFAS in Leusden. Ik had Benninga eerder meegemaakt als dagvoorzitter op de conventie van de Professional Speakers Association Holland in Hotels van Oranje in Noordwijk in 2010. Robert Benninga is een enthousiaste en innemende motivatiespreker die weet waar hij het over heeft. Zijn stijl doet hier en daar wat on-nederlands, c.q. Amerikaans, aan, maar hij blijft wel realistisch. Benninga: ‘Shit happens! Zo zit het leven in elkaar. En weet je trouwens waarom het gras bij de buren groener is? Doordat zij meer shit hebben! En als je er goed mee omgaat, is het de beste mest!’ In de onderstaande video benoemt Robert Benninga wat volgens hem de vijf pilaren voor wereldklasse succes zijn. Ze maken deel uit van zijn trainingscyclus ‘De HIT Experience’, waarin HIT staat voor High Impact Transformation. Hij formuleert de vijf pilaren als volgt: 1. Niet vertellen, vragen stellen. Doe niet zo interessant, wees echt geïnteresseerd. 2. Tienduizend uren regel. Je dient iets 10.000 uren heel gefocust te hebben gedaan om daarin wereldklasse te bereiken. Als je iets vier uur per dag heel gericht doet, heb je tien jaar nodig om die tienduizend uren te maken. Als je ze niet hebt, ga dan samenwerken met mensen die die 10.000 uur wel hebben bereikt. 3. Vraag om hulp. Kwetsbaarheid en openheid zijn enorme krachten. 4. Ego in de ijskast. Het gaat niet om status, maar om statuur. 5. Doe wat je doet met hart en ziel. Als je je missie met passie volgt, trek je alles als een magneet naar je toe. Op de genoemde bijeenkomst bij AFAS heb ik het boek ‘Haal het beste uit jezelf’ van Robert Benninga gekocht. Het is een in 2009 uitgekomen update van een boek dat in 1995 is gepubliceerd. Ik vind dat er waardevolle informatie in staat, maar de wijze waarop deze wordt gepresenteerd zal niet iedereen aanspreken. In een video op Youtube zegt Benninga dat de aanleiding voor de update het verschijnen van het boek The Secret was. De eerste druk van het boek heb ik niet gezien, maar persoonlijk heb ik de indruk dat hij in spiritueel opzicht zich meer bewust is geworden en dat hij zijn nieuwe inzichten (waaronder: alles en iedereen is met elkaar verbonden, het belang van meditatie, mensen zijn spirituele wezens die tijdelijk een menselijke ervaring hebben) in de nieuwe versie heeft verwerkt. In het voorwoord schrijft Benninga onder andere: ‘Zowel complimenteuze als kritische brieven en vele vragen nodigden mij uit genuanceerder naar dit boek te kijken. Het leven bestaat uit een oneindige opeenvolging van Nu’s en in het huidige Nu heb ik, puttend uit een grote stuwende kracht van ervaringen en ontwikkelingen van de laatste jaren, besloten dit boek met eenzelfde intentie naar het niveau te brengen waarop ik nu naar een aantal zaken kijk. Geen mega-veranderingen, maar toch een behoorlijk aantal verfijningen en toevoegingen die de belangwekkende inhoud en de doelstelling van dit boek aanzienlijk versterken. Het belang van deze materie is overduidelijk. Het zogenaamde ‘softe’ is de keiharde basis om succesvol te zijn, zowel privé als in je werk.’
  • Winnende strategieën isteren kreeg ik een aanvraag van een grote ondernemersvereniging die overweegt mij uit te nodigen voor het houden van een presentatie over het verschil tussen de oudere generatie ondernemers en de nieuwe generatie ondernemers. De reden voor deze belangstelling is dat de vereniging meer jongere ondernemers als lid wil verwelkomen. Natuurlijk zijn er verschillen tussen de nieuwe en de oude generatie, maar naar mijn mening gaat het niet zozeer om verschillen in leeftijd, maar om verschillen in de mate van het inspelen op de mogelijkheden van de nieuwe tijd. Een jonge ondernemer kan heel traditioneel te werk gaan, wat overigens niet verkeerd hoeft te zijn, terwijl een oudere ondernemer juist bijzonder vernieuwend werkzaam kan zijn, wat geen garantie is voor succes. Ik vind het niet zo belangrijk om de verschillen tussen de generaties te benoemen. Persoonlijk ben ik een voorstander van het uitdragen van strategieën die leiden tot succes. Daarom zou ik de presentatie die ik ga ontwikkelen de volgende titel willen geven: “Winnende strategieën voor ondernemers in de nieuwe economie”. Daarbij richt ik me vooral op kleine bedrijven, want daar ben ik meest vertrouwd mee. Zelf run ik immers ook een kleine onderneming. Wat is de definitie van de nieuwe economie? Een sluitende definitie waar ik me helemaal in kan vinden heb ik niet gevonden. Duidelijk is in ieder geval dat het gaat om een wereldeconomie die voor een belangrijk deel is gebaseerd op technologische en maatschappelijke vernieuwingen. De macht ligt bij de klant of afnemer, want de concurrentie is groot. Nieuwe loyale klanten worden alleen aangetrokken door bedrijven die werkelijk toegevoegde waarde bieden, een uitstekende reputatie hebben, zichzelf op een unieke manier positioneren, aansprekende verhalen gebruiken in hun marketing, en een uitmuntende klantenservice bieden. Wat willen ondernemers tegenwoordig? Tegenwoordig wordt er veel gesproken en geschreven over het nieuwe werken. en de toekomst van werk. Over het nieuwe ondernemen en de toekomst van ondernemen is minder te vinden. Eigentijdse ondernemers streven naar mijn idee vooral naar: 1. Interessant en zinvol werk. In de 20ste eeuw was ondernemen vooral een manier om geld te verdienen en in het levensonderhoud te voorzien. Ondernemers van de 21ste eeuw vinden het belangrijk om interessant werk te doen dat bij hen past, en waarmee ze werkelijk een bijdrage kunnen leveren. In het Aquarius tijdperk zal de belangstelling voor benaderingen als maatschappelijk verantwoord ondernemen, dienend leiderschap en business spiritualiteit verder groeien. 2. Persoonlijke ontplooiing. Ondernemers van nu willen zich ontwikkelen door hun werk, maar niet alleen daardoor. Er moet ook voldoende tijd zijn voor privé-activiteiten. Daarom is er veel aandacht voor een goede balans tussen werk en privé. 3. Continuïteit. Wie eigenaar of grootaandeelhouder is van een bedrijf wil graag zekerheid en streeft meestal naar handhaving of verbetering van de winstgevendheid. Dat is altijd al zo geweest, en dat zal ook zo blijven. 4. Flexibiliteit. Een onderneming runnen kost veel tijd. Als je niet uitkijkt, word je een gevangene in je eigen bedrijf omdat je alles draaiende moet houden. Dan is er geen tijd om in te spelen op zakelijke mogelijkheden die zich voordoen, of langere periodes vrij te nemen. Dat willen de meeste ondernemers niet. Het is geen toeval dat het boek Een werkweek van 4 uur van Timothy Ferris in de Verenigde Staten een bestseller is. 5. Lage overheadkosten en een hoge return on investment (ROI). Een bedrijf met hoge vaste kosten in de vorm van huur en personeel moet altijd een flinke omzet draaien om de kosten te kunnen voldoen. Daar zit een risico aan. Als er stagnaties in de markt ontstaan, kan het bedrijf gemakkelijk in problemen raken. Ondernemers in de 21ste eeuw beschikken over talloze mogelijkheden om de overheadkosten laag te houden en een hoge ROI te realiseren. Wat verwachten afnemers in de nieuwe economie van hun leveranciers? Veel, want ze hebben het voor het uitkiezen. Ook hier noem ik weer vijf punten. 1. Innovatieve oplossingen. Afnemers doen zaken met toeleveranciers die oplossingen bieden voor problemen die zij willen oplossen. Startende ondernemers maken nogal eens de fout om producten en diensten aan te bieden die een oplossing vormen voor problemen die in de markt niet als een probleem worden ervaren. Dan wordt het heel lastig om klanten te vinden. 2. Persoonlijk contact met de aanbieder. Mensen doen graag zaken met mensen, niet met onpersoonlijke organisaties. Het gaat om de vent (of vrouw), en niet om de tent. Ondernemers die een vruchtbare zakelijke relatie opbouwen met klanten/opdrachtgevers hebben een grote voorsprong op ondernemers die dat niet doen. 3. Betrouwbaarheid. Afnemers willen zaken doen met leveranciers die hun afspraken nakomen, en op wie ze dus kunnen bouwen. 4. Snelheid. De tijd die nodig is om van een idee voor een product of dienst te komen tot het verkopen van dat product of die dienst wordt steeds korter. Leveranciers die snel kunnen leveren hebben een voordeel boven hun tragere concurrenten. Tegenwoordig geldt niet meer het adagium ‘survival of the fittest’, maar ‘survival of the quickest’. 5. Gunstige prijs/kwaliteit-verhouding. De prijs die een afnemer betaalt voor een product of dienst dient in overeenstemming te zijn met de kwaliteit. Ondernemers zijn nogal eens geneigd om te focussen op lage prijzen om zo meer klanten binnen te halen. Ik ben geen voorstander van die strategie. Er zijn altijd concurrenten die nog goedkoper aanbieden. Afnemers die zo weinig mogelijk willen betalen, zijn over het algemeen niet de leukste klanten. Beter is het om te focussen op het bieden van grote toegevoegde waarde waarvoor uiteraard goed betaald wordt. Wat zijn nu winnende strategieën voor ondernemers in de nieuwe tijd? Ik heb er opnieuw vijf geformuleerd. 1. Niches. Veel ondernemers maken de fout door zich te richten op een te grote en diverse doelgroep. Dan wordt het moeilijk om je te onderscheiden en oplossingen aan te bieden voor problemen die spelen. Daarom is het beter om een niche te kiezen. Dat is een kleine gespecialiseerde markt voor een bepaalde groep producten of diensten. Drie belangrijke kenmerken van een niche zijn: mensen hebben het product of de dienst niet nodig, willen het wel graag hebben, en de prijs maakt niet zoveel uit. 2. Persoonlijk getinte marketing. Ondernemers die zichzelf op een juiste manier presenteren in hun reclame-uitingen hebben meer kans van slagen dan ondernemers die zich verschuilen achter een bedrijfsnaam. De sterke opkomst van sociale media marketing draagt bij aan deze ontwikkeling. 3. “Kuddes hoeden” met marketing systemen. Steeds meer ondernemers richten zich op het creëren van een “kudde” die bestaat uit klanten en potentiële klanten. Ze hebben systemen om geïnteresseerden aan te trekken en voeden hun “kudde” regelmatig met waardevolle informatie via onder andere e-mail marketing, direct mail, sociale media (waaronder LinkedIn en Twitter), events en webinars. Voor de “kudde” ontwikkelen ze steeds nieuwe producten en diensten. Een belangrijk uitgangspunt is dat niet gericht zijn op het vinden van een klant om een verkoop te realiseren, maar op het realiseren van een verkoop om een klant te vinden. 4. Uitbesteding in plaats van personeel. Als ondernemer moet je dat doen waar je goed in bent. Dat is mogelijk door veel specialistisch werk wat niet tot de core business behoort uit te besteden. Als het gaat om activiteiten die deel uitmaken van het primaire proces, is het een manier om vaste kosten variabel te maken, dat wil zeggen afhankelijk van de productie-omvang. Tegenwoordig kan bijna alles worden uitbesteed. 5. Focus op ideale klant. Niet alle klanten zijn even belangrijk voor een onderneming. Het verdient aanbeveling om de aandacht vooral te richten op ideale klanten. Dat zijn afnemers die flink bijdragen aan de omzet, steeds weer nieuwe orders geven of opdrachten geven en tevens nieuwe waardevolle klanten opleveren. Vaak is het een goede strategie om te weigeren zaken te doen met kleine of lastige klanten met weinig potentieel. Dan kan de aandacht volledig uitgaan naar ideale klanten.
  • Zakelijke redenen voor bloggen aarom bloggen? Vijftien jaar heb ik artikelen geschreven in opdracht van anderen. Daar werd ik goed voor betaald. Het afgelopen jaar heb ik artikelen geschreven in opdracht van mezelf. Daar verdien ik helemaal niets mee, en toch schenkt me dat meer voldoening dan het schrijven over ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld pompen, kleppen en industriële automatisering. Op dit weblog kan ik me richten op onderwerpen die me boeien en die ik belangrijk vind om onder de aandacht te brengen. Ik kan schrijven wat ik wil en hoef geen rekening te houden met de wensen van broodheren. Een jaar geleden startte ik mijn eigen weblog bij www.wordpress.com. Het adres was www.arendlandman.wordpress.com en de ondertitel luidde: Arend Landman BLOGT over Bewustwording, Leiderschap, Overvloed, Gezondheid en Toekomst. Het woord BLOGT hield voor mij een breed scala van onderwerpen in, die toch op een bepaalde manier samenhangen. Dat weblog bestaat nog steeds, maar nieuwe blogberichten plaats ik sinds juli 2010 op deze website www.arendlandman.nl die gebouwd is in WordPress. Een weblog is een historisch overzicht van teksten die desgewenst ook vergezeld kunnen gaan met foto’s, schema’s en video’s. Toen ik net begon met bloggen was ik vooral gericht op het posten van bestaande video’s met daarbij een korte tekst. Al snel ontdekte ik dat veel bezoekers niet zo’n behoefte hadden aan (veelal Engelstalige video’s), maar wel aan teksten. Daarom ben ik geleidelijk langere teksten gaan posten (1 tot 2 A4-tjes) en minder video’s. Het kost me doorgaans een uur tot twee uur om een bericht te schrijven. Vaak doe ik dat in de trein op mijn iPad. Soms bestaat een blogbericht van mij over een wat langer citaat dat me aanspreekt. Dat gaat natuurlijk sneller. Ik probeer het artikel zo te schrijven dat er een persoonlijke component in zit en er tevens informatie in staat die algemeen is en waardevol kan zijn voor anderen. Waarom ben ik gaan bloggen? Daar zijn twee hoofdredenen voor aan te geven. Ten eerste wilde ik graag waardevolle informatie en kennis beschikbaar stellen. Daarbij richtte ik me primair op onderwerpen die verband houden met bewustwording, esoterie en spiritualiteit omdat die heel belangrijk voor mij zijn, en ik mijn opvattingen daarover graag wil delen. De meeste mensen kunnen niet leven van alleen spiritualiteit. Juist spirituele mensen hebben er vaak moeite mee om voldoende inkomsten te genereren. Soms komt dat door een gebrek aan motivatie, maar heel vaak ook door een gebrek aan kennis. Daarom ben ik ook gaan schrijven over meer aardse onderwerpen als marketing, ondernemen en succes. De grafiek geeft een overzicht van de categorieën waarover ik het afgelopen jaar de meeste blogberichten over heb geschreven. De top drie bestaat uit achtereenvolgens: spiritualiteit, bewustwording en boeken. De tweede hoofdreden voor mij om een blog te starten was dat ik op vele plekken had gehoord en gelezen dat een weblog kan bijdragen aan zakelijk succes. Blogging boosts business is een slogan die nogal eens wordt gebruikt. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf. Daarvoor is een bepaalde strategie nodig en een zekere discipline om de voorgenomen taken en activiteiten uit te voeren. Waarom kan het regelmatig bijhouden van een weblog zakelijk interessant zijn? 1. Lezers leren je beter kennen, krijgen een ‘digitale band’ met je en gaan je aardig vinden en vertrouwen. Je wordt dus bekend in de markt waarin je wilt werken. Populair uitgedrukt: je geeft smoel aan je bedrijf. Daardoor vergroot je de kans dat mensen zaken met je willen doen in de vorm van het afnemen van producten en of diensten. In de Engelse taal wordt in dit verband gesproken over de know-like-and-trust factor. 2. Je bouwt een reputatie op als expert als je regelmatig waardevolle informatie over bepaalde onderwerpen publiceert op je weblog. 3. De teksten die je schrijft op je blog kun je hergebruiken voor bijvoorbeeld andere websites/blogs, tijdschriftartikelen, white papers, boeken en speeches. 4. Je website/blog wordt gemakkelijker gevonden door geïnteresserden en potentiële opdrachtgevers/klanten omdat je hoog scoort in zoekmachines op trefwoorden (keywords) die je veel gebruikt. Dat geldt vooral wanneer je heel frequent nieuwe blogberichten schrijft en gebruik maakt van WordPress. Blogs die eenmaal zijn gepost, blijven heel lang vindbaar in zoekmachines. 5. Je blog kan je helpen bij het opbouwen van een netwerk, zeker als je het integreert met activiteiten op sociale media als LinkedIn, Twitter en Facebook. Tot nu toe is het nog niet voorgekomen dat ik geen stof had om blogberichten te schrijven. Naarmate ik langer blog, groeit mijn lijst met onderwerpen die ik wil behandelen. Ik heb gemerkt dat ik door mijn activiteiten weblogger meer dan voorheen deelneem aan interessante bijeenkomsten. Dat doe ik niet alleen om er zelf van te leren, maar ook om andere mensen te ontmoeten en er berichten over te schrijven. Op basis van de ervaring met het bloggen in het afgelopen jaar concludeer ik dat zakelijk bloggen voor mij waardevol is. Dankzij mijn blog heb ik interessante content kunnen opbouwen, meer bezoekers op mijn website gekregen, meer business gekregen en nieuwe mensen ontmoet. Het komende jaar zal ik daar dus zeker mee doorgaan.
© 2006-2024 Gerelateerd.nl | Pagina maken | Algemene voorwaarden | Contact